نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
4172 | 40 | 39 | يا قوم إنما هذه الحياة الدنيا متاع وإن الآخرة هي دار القرار |
| | | Mijn volk! Dit tegenwoordige leven is niet meer dan vruchtgebruik, maar het hiernamaals, dat is de vaststaande woning. |
|
4173 | 40 | 40 | من عمل سيئة فلا يجزى إلا مثلها ومن عمل صالحا من ذكر أو أنثى وهو مؤمن فأولئك يدخلون الجنة يرزقون فيها بغير حساب |
| | | Als iemand iets slechts doet, dan wordt hem slechts dienovereenkomstig vergolden. Maar wie van de mannen of de vrouwen deugdelijk handelen en gelovig zijn, dat zijn zij die de tuin binnengaan. Aan hen wordt daarin levensonderhoud gegeven, zonder afrekening. * |
|
4174 | 40 | 41 | ويا قوم ما لي أدعوكم إلى النجاة وتدعونني إلى النار |
| | | En, mijn volk, hoe komt het dat ik jullie tot de redding oproep en dat jullie mij tot het vuur oproepen? |
|
4175 | 40 | 42 | تدعونني لأكفر بالله وأشرك به ما ليس لي به علم وأنا أدعوكم إلى العزيز الغفار |
| | | Jullie roepen mij op aan God geen geloof te hechten en dat ik aan hem metgezellen toevoeg waarvan ik geen kennis heb, maar ik roep jullie op tot de machtige, de vergever. |
|
4176 | 40 | 43 | لا جرم أنما تدعونني إليه ليس له دعوة في الدنيا ولا في الآخرة وأن مردنا إلى الله وأن المسرفين هم أصحاب النار |
| | | Het staat vast dat er tot dat waartoe jullie mij oproepen helemaal niet opgeroepen kan worden, niet in de tegenwoordige wereld en niet in het hiernamaals, dat onze terugkeer tot God is en dat de onmatigen in het vuur thuishoren. |
|
4177 | 40 | 44 | فستذكرون ما أقول لكم وأفوض أمري إلى الله إن الله بصير بالعباد |
| | | En wat ik tot jullie zeg zal jullie heugen, maar ik vertrouw mijn zaak aan God toe. God doorziet de dienaren." |
|
4178 | 40 | 45 | فوقاه الله سيئات ما مكروا وحاق بآل فرعون سوء العذاب |
| | | Toen behoedde God hem voor de slechte daden die zij beraamden en de mensen van Fir'aun werden ingesloten door de vreselijke bestraffing, |
|
4179 | 40 | 46 | النار يعرضون عليها غدوا وعشيا ويوم تقوم الساعة أدخلوا آل فرعون أشد العذاب |
| | | het vuur, waaraan zij 's morgens en 's avonds worden blootgesteld. En op de dag dat het uur aanbreekt [zal gezegd worden]: "Laat de mensen van Fir'aun de zwaarste bestraffing binnengaan." |
|
4180 | 40 | 47 | وإذ يتحاجون في النار فيقول الضعفاء للذين استكبروا إنا كنا لكم تبعا فهل أنتم مغنون عنا نصيبا من النار |
| | | En wanneer zij in het vuur met elkaar redetwisten en de zwakken tegen hen die hoogmoedig waren zullen zeggen: "Wij waren toch volgelingen van jullie, baten jullie ons dan als bescherming tegen een deel van het vuur?" |
|
4181 | 40 | 48 | قال الذين استكبروا إنا كل فيها إن الله قد حكم بين العباد |
| | | Zij die hoogmoedig waren zeggen: "Wij zijn er toch allen in; God heeft tussen de dienaren geoordeeld." |
|