نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
4102 | 39 | 44 | قل لله الشفاعة جميعا له ملك السماوات والأرض ثم إليه ترجعون |
| | | Zeg: "Aan God komt de bemiddeling geheel toe. Hij heeft de heerschappij over de hemelen en de aarde. Voorts zullen jullie tot Hem worden teruggebracht." |
|
4103 | 39 | 45 | وإذا ذكر الله وحده اشمأزت قلوب الذين لا يؤمنون بالآخرة وإذا ذكر الذين من دونه إذا هم يستبشرون |
| | | En wanneer God als enige vermeld wordt krimpen de harten van hen die niet in het hiernamaals geloven ineen. En wanneer zij die er in plaats van Hem zouden zijn vermeld worden dan verblijden zij zich opeens. |
|
4104 | 39 | 46 | قل اللهم فاطر السماوات والأرض عالم الغيب والشهادة أنت تحكم بين عبادك في ما كانوا فيه يختلفون |
| | | Zeg: "O God, schepper van de hemelen en de aarde, kenner van het verborgene en het waarneembare, U oordeelt tussen Uw dienaren over dat waarover zij het oneens waren." |
|
4105 | 39 | 47 | ولو أن للذين ظلموا ما في الأرض جميعا ومثله معه لافتدوا به من سوء العذاب يوم القيامة وبدا لهم من الله ما لم يكونوا يحتسبون |
| | | Als zij die onrecht plegen alles wat er op de aarde is hadden en nog eens evenveel, dan zouden zij zich ermee willen vrijkopen van de erge bestraffing op de opstandingsdag. Van de kant van God zal voor hen dan openlijk zichtbaar worden waarop zij niet gerekend hadden. |
|
4106 | 39 | 48 | وبدا لهم سيئات ما كسبوا وحاق بهم ما كانوا به يستهزئون |
| | | De slechte daden die zij begaan hebben worden dan namelijk voor hen zichtbaar en zij worden ingesloten door dat waarmee zij de spot dreven. |
|
4107 | 39 | 49 | فإذا مس الإنسان ضر دعانا ثم إذا خولناه نعمة منا قال إنما أوتيته على علم بل هي فتنة ولكن أكثرهم لا يعلمون |
| | | En wanneer de mens tegenspoed treft dan roept hij Ons aan, maar wanneer Wij hem met genade van Onze kant omgeven hebben zegt hij: "Het is mij gegeven op grond van kennis die ik heb." Welnee, het is een verzoeking. Maar de meesten van hen weten het niet. |
|
4108 | 39 | 50 | قد قالها الذين من قبلهم فما أغنى عنهم ما كانوا يكسبون |
| | | Zij die er voor hen waren hadden dat ook al gezegd, maar hun baatte niet wat zij ten uitvoer hadden gebracht. |
|
4109 | 39 | 51 | فأصابهم سيئات ما كسبوا والذين ظلموا من هؤلاء سيصيبهم سيئات ما كسبوا وما هم بمعجزين |
| | | De slechte daden die zij begingen hebben hen dus getroffen. En ook zij die onrecht plegen uit het midden van dezen hier zullen door de slechte daden die zij hebben begaan getroffen worden zonder dat zij er iets aan kunnen doen. |
|
4110 | 39 | 52 | أولم يعلموا أن الله يبسط الرزق لمن يشاء ويقدر إن في ذلك لآيات لقوم يؤمنون |
| | | Weten zij dan niet dat God ruimschoots in het levensonderhoud voorziet van wie Hij wil en ook met mate? Daarin zijn tekenen voor mensen die geloven. |
|
4111 | 39 | 53 | قل يا عبادي الذين أسرفوا على أنفسهم لا تقنطوا من رحمة الله إن الله يغفر الذنوب جميعا إنه هو الغفور الرحيم |
| | | Zeg: "Mijn dienaren! Als jullie tegen jezelf onmatig zijn geweest moeten jullie de hoop op de barmhartigheid van God niet opgeven. God vergeeft al de zonden; Hij is de vergevende, de barmhartige. |
|