نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3991 | 38 | 21 | وهل أتاك نبأ الخصم إذ تسوروا المحراب |
| | | Is het bericht over het getwist tot jou gekomen toen zij over de muren van het paleisgebouw klommen? |
|
3992 | 38 | 22 | إذ دخلوا على داوود ففزع منهم قالوا لا تخف خصمان بغى بعضنا على بعض فاحكم بيننا بالحق ولا تشطط واهدنا إلى سواء الصراط |
| | | Toen zij bij Dawoed binnenkwamen en hij van hen schrok, maar zij zeiden: "Wees niet bang. Wij zijn twee tegenstanders, een van ons heeft de ander onrechtvaardig behandeld. Oordeel dus naar waarheid tussen ons en wijk er niet van af en leid ons naar de correcte uitweg. |
|
3993 | 38 | 23 | إن هذا أخي له تسع وتسعون نعجة ولي نعجة واحدة فقال أكفلنيها وعزني في الخطاب |
| | | Dit is mijn broer, hij heeft negenennegentig schapen en ik heb maar één schaap en hij zei: 'Laat mij ervoor zorgen.? En hij heeft mij overreed." |
|
3994 | 38 | 24 | قال لقد ظلمك بسؤال نعجتك إلى نعاجه وإن كثيرا من الخلطاء ليبغي بعضهم على بعض إلا الذين آمنوا وعملوا الصالحات وقليل ما هم وظن داوود أنما فتناه فاستغفر ربه وخر راكعا وأناب |
| | | En hij zei: "Hij heeft jou onrecht aangedaan door jouw schaap nog bij zijn schapen te vragen. Velen van hen die gemeenschappelijk eigendom hebben behandelen elkaar onrechtmatig. Alleen niet zij die geloven en de deugdelijke daden doen, maar met hoe weinigen zijn zij!" En Dawoed vermoedde wel dat Wij hem in verzoeking gebracht hadden en hij vroeg zijn Heer om vergeving, viel buigend neer en betoonde zich schuldbewust. -- |
|
3995 | 38 | 25 | فغفرنا له ذلك وإن له عندنا لزلفى وحسن مآب |
| | | En Wij vergaven hem dat; hij staat Ons na en heeft een goede terugkomst. |
|
3996 | 38 | 26 | يا داوود إنا جعلناك خليفة في الأرض فاحكم بين الناس بالحق ولا تتبع الهوى فيضلك عن سبيل الله إن الذين يضلون عن سبيل الله لهم عذاب شديد بما نسوا يوم الحساب |
| | | O Dawoed, Wij hebben jou tot opvolger op de aarde gemaakt. Oordeel dus naar waarheid tussen de mensen en volg [je eigen] neiging niet, want die zal je van Gods weg doen afdwalen; voor hen die van Gods weg afdwalen is er een strenge bestraffing omdat zij de dag van de afrekening hebben vergeten. |
|
3997 | 38 | 27 | وما خلقنا السماء والأرض وما بينهما باطلا ذلك ظن الذين كفروا فويل للذين كفروا من النار |
| | | En Wij hebben de hemel en de aarde en wat er tussen beide is niet voor niets geschapen. Dat denken zij die ongelovig zijn. Wee hen die ongelovig zijn, wegens het vuur. |
|
3998 | 38 | 28 | أم نجعل الذين آمنوا وعملوا الصالحات كالمفسدين في الأرض أم نجعل المتقين كالفجار |
| | | Of zullen Wij hen die geloven en de deugdelijke daden doen soms zo behandelen als hen die op de aarde verderf zaaien? Of behandelen Wij de godvrezenden als de overtreders? |
|
3999 | 38 | 29 | كتاب أنزلناه إليك مبارك ليدبروا آياته وليتذكر أولو الألباب |
| | | [De Koran] is een gezegend boek dat Wij naar jou hebben neergezonden, opdat zij de verzen ervan overdenken en opdat de verstandigen zich laten vermanen. |
|
4000 | 38 | 30 | ووهبنا لداوود سليمان نعم العبد إنه أواب |
| | | En Wij hebben aan Dawoed Soelaimaan geschonken, een voortreffelijk dienaar; hij was schuldbewust. |
|