نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
391 | 3 | 98 | قل يا أهل الكتاب لم تكفرون بآيات الله والله شهيد على ما تعملون |
| | | Zeg: "Mensen van het boek! Waarom geloven jullie niet in de tekenen van God terwijl God toch getuige is van wat jullie doen." |
|
392 | 3 | 99 | قل يا أهل الكتاب لم تصدون عن سبيل الله من آمن تبغونها عوجا وأنتم شهداء وما الله بغافل عما تعملون |
| | | Zeg: "Mensen van het boek! Waarom versperren jullie Gods weg voor wie geloven, in jullie verlangen dat hij een kronkelweg is, terwijl jullie toch getuigen zijn. God let goed op wat jullie doen." |
|
393 | 3 | 100 | يا أيها الذين آمنوا إن تطيعوا فريقا من الذين أوتوا الكتاب يردوكم بعد إيمانكم كافرين |
| | | Jullie die geloven! Als jullie gehoorzamen aan een groep van hen aan wie het boek gegeven is, dan zullen zij nadat jullie tot geloof gekomen zijn jullie weer ongelovig maken. |
|
394 | 3 | 101 | وكيف تكفرون وأنتم تتلى عليكم آيات الله وفيكم رسوله ومن يعتصم بالله فقد هدي إلى صراط مستقيم |
| | | Maar hoe zouden jullie ongelovig kunnen zijn, terwijl Gods tekenen aan jullie worden voorgelezen en Zijn gezant in jullie midden is. Wie zich aan God vasthoudt die wordt naar een juiste weg geleid. |
|
395 | 3 | 102 | يا أيها الذين آمنوا اتقوا الله حق تقاته ولا تموتن إلا وأنتم مسلمون |
| | | Jullie die geloven! Vreest God zoals het Hem toekomt; jullie mogen dus alleen maar sterven als [mensen] die zich [aan God] hebben overgegeven. |
|
396 | 3 | 103 | واعتصموا بحبل الله جميعا ولا تفرقوا واذكروا نعمت الله عليكم إذ كنتم أعداء فألف بين قلوبكم فأصبحتم بنعمته إخوانا وكنتم على شفا حفرة من النار فأنقذكم منها كذلك يبين الله لكم آياته لعلكم تهتدون |
| | | En houdt samen vast aan Gods band en splitst jullie niet op in groepen. Denkt aan Gods genade aan jullie toen jullie vijanden waren en Hij jullie harten tot elkaar bracht en jullie door Zijn genade broeders werden; toen jullie op de rand van de groeve van het vuur waren en Hij jullie ervan redde. Zo maakt God voor jullie Zijn tekenen duidelijk. Misschien zullen jullie je de goede richting laten wijzen. |
|
397 | 3 | 104 | ولتكن منكم أمة يدعون إلى الخير ويأمرون بالمعروف وينهون عن المنكر وأولئك هم المفلحون |
| | | Laat er uit jullie een gemeenschap voortkomen [van mensen] die oproepen tot het goede, het behoorlijke gebieden en het verwerpelijke verbieden. Zij zijn het die het welgaat. |
|
398 | 3 | 105 | ولا تكونوا كالذين تفرقوا واختلفوا من بعد ما جاءهم البينات وأولئك لهم عذاب عظيم |
| | | Weest niet zoals zij die zich in groepen opsplitsten en van mening verschilden nadat de duidelijke bewijzen tot hen waren gekomen. Zij zijn het voor wie er een geweldige bestraffing is, |
|
399 | 3 | 106 | يوم تبيض وجوه وتسود وجوه فأما الذين اسودت وجوههم أكفرتم بعد إيمانكم فذوقوا العذاب بما كنتم تكفرون |
| | | op de dag dat sommige gezichten wit en andere gezichten zwart zullen worden. Wat hen dus betreft van wie de gezichten zwart worden: "Zijn jullie ongelovig geworden na geloofd te hebben? Proeft dan de bestraffing ervoor dat jullie ongelovig waren." |
|
400 | 3 | 107 | وأما الذين ابيضت وجوههم ففي رحمة الله هم فيها خالدون |
| | | En wat hen betreft van wie de gezichten wit zijn geworden, in Gods barmhartigheid zullen zij zijn; zij zullen daarin altijd blijven. |
|