نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
366 | 3 | 73 | ولا تؤمنوا إلا لمن تبع دينكم قل إن الهدى هدى الله أن يؤتى أحد مثل ما أوتيتم أو يحاجوكم عند ربكم قل إن الفضل بيد الله يؤتيه من يشاء والله واسع عليم |
| | | En gelooft slechts hen die jullie godsdienst volgen, zegt: "Voorwaar, de Lieding is de Leiding van Allah en (gelooft niet) dat er aan iemand hetzelfde is gegeven als aan jullie werd gegeven, of dat Zij tegen jullie bij jullie Heer twisten." Zeg: "Voorwaar, de gunst is van de Hand van Allah, die Hij geeft aan wie Hij wil; Allah is Alomvattend, Alwetend. |
|
367 | 3 | 74 | يختص برحمته من يشاء والله ذو الفضل العظيم |
| | | Hij kiest voor Zijn Barmhartigheid wie Hij wil en Allah is de Bezitter van de Geweldige Gunst. |
|
368 | 3 | 75 | ومن أهل الكتاب من إن تأمنه بقنطار يؤده إليك ومنهم من إن تأمنه بدينار لا يؤده إليك إلا ما دمت عليه قائما ذلك بأنهم قالوا ليس علينا في الأميين سبيل ويقولون على الله الكذب وهم يعلمون |
| | | En onder de Lieden van de Schrift is er degene die, als jij hem een schat toevertrouwt, jou deze zal teruggeven; en onder hen is er degene die als jij hem een dinar toevertrouwt, deze niet aan jou zal teruggeven, behalve als jij er op aandingt. Dat komt omdat zij zeggen: "Wij zijn niet verantwoordelijk voor de ongeletterden." En zij vertellen over Allah leugens terwijl zij het weten. |
|
369 | 3 | 76 | بلى من أوفى بعهده واتقى فإن الله يحب المتقين |
| | | Welzeker, hij die zijn belofte nakomt en (Allah) vreest: voorwaar, Allah houdt van de Moettaqôen. |
|
370 | 3 | 77 | إن الذين يشترون بعهد الله وأيمانهم ثمنا قليلا أولئك لا خلاق لهم في الآخرة ولا يكلمهم الله ولا ينظر إليهم يوم القيامة ولا يزكيهم ولهم عذاب أليم |
| | | Voorwaar, degenen die hun belofte aan Allah en hun eden voor een geringe prijs verruilden, dat zijn degenen die geen aandeel hebben in het Hiernamaals. En Allah spreekt niet tot hen en beziet hen niet op de Dag der Opstanding. Hij zal lien niet reinigen en voor hen is er een pijnlijke bestraffing. |
|
371 | 3 | 78 | وإن منهم لفريقا يلوون ألسنتهم بالكتاب لتحسبوه من الكتاب وما هو من الكتاب ويقولون هو من عند الله وما هو من عند الله ويقولون على الله الكذب وهم يعلمون |
| | | En voorwaar, onder hen is er een groep die de Schrift verdraait met hun tongen, opdata jij denkt dat dit bij de Schrift hoort, terwijl het niet bij de Schrift hoort. En rij zeggen: "Het komt van Allah," terwijl het niet van Allah komt. En zij vertellen leugens over Allah, terwijl zij het weten. |
|
372 | 3 | 79 | ما كان لبشر أن يؤتيه الله الكتاب والحكم والنبوة ثم يقول للناس كونوا عبادا لي من دون الله ولكن كونوا ربانيين بما كنتم تعلمون الكتاب وبما كنتم تدرسون |
| | | Het past de mens niet dat Allah hem de Schrift en de Wijsheid en het Profeetschap heeft gegeven en dan tot de mens zegt: "Weest aanbidders voor mij in plaats van (voor) Allah". Het is juist: "Weest godsgeleerden (Rabbâniyyin) doordat jullie de Schrift onderwijzen en doordat jullie die bestuderen. |
|
373 | 3 | 80 | ولا يأمركم أن تتخذوا الملائكة والنبيين أربابا أيأمركم بالكفر بعد إذ أنتم مسلمون |
| | | En Hij beveelt, jullie niet de Engelen en de Profeten als Heren te nemen. Zou Hij jullie opdragen ongelovig te zijn, nadat jullie je overgegeven hebben? |
|
374 | 3 | 81 | وإذ أخذ الله ميثاق النبيين لما آتيتكم من كتاب وحكمة ثم جاءكم رسول مصدق لما معكم لتؤمنن به ولتنصرنه قال أأقررتم وأخذتم على ذلكم إصري قالوا أقررنا قال فاشهدوا وأنا معكم من الشاهدين |
| | | En (gedenkt) toen Allah een overeenkomst aanging met de Profeten (en zei): "Wat ik jullie ook gegeven heb van de Schrift en de Wijsheid; en er komt daarna een Boodschapper tot jullie ter bevestiging van wat bij jullie is: jullie zullen zeker in hem geloven en hem zeker helpen." (Allah) zei: "Erkennen jullie dit en aanvaarden jullie Mijn verbond?" Zij zeiden: "Wij erkennen het." Hij (Allah) zei: "Getuigt dan en Ik behoor met jullie tot degenen die getuigen." |
|
375 | 3 | 82 | فمن تولى بعد ذلك فأولئك هم الفاسقون |
| | | En die zich daarna afwenden: dat zijn degenen die zware zonden begaan. |
|