نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3637 | 34 | 31 | وقال الذين كفروا لن نؤمن بهذا القرآن ولا بالذي بين يديه ولو ترى إذ الظالمون موقوفون عند ربهم يرجع بعضهم إلى بعض القول يقول الذين استضعفوا للذين استكبروا لولا أنتم لكنا مؤمنين |
| | | Zij die ongelovig zijn zeggen: "Wij zullen niet in deze Koran geloven, noch in wat eraan vooraf is gegaan." Kon jij het maar zien wanneer de onrechtplegers bij hun Heer staan opgesteld en elkaar verwijten maken. Zij die onderdrukt werden zullen tegen hen die hoogmoedig waren zeggen: "Als jullie er niet geweest waren, dan waren wij gelovig geweest." |
|
3638 | 34 | 32 | قال الذين استكبروا للذين استضعفوا أنحن صددناكم عن الهدى بعد إذ جاءكم بل كنتم مجرمين |
| | | Maar zij die hoogmoedig waren zeggen tegen hen die onderdrukt werden: "Hebben wij jullie dan van de leidraad afgehouden nadat hij tot jullie gekomen was? Welnee, jullie waren boosdoeners." |
|
3639 | 34 | 33 | وقال الذين استضعفوا للذين استكبروا بل مكر الليل والنهار إذ تأمروننا أن نكفر بالله ونجعل له أندادا وأسروا الندامة لما رأوا العذاب وجعلنا الأغلال في أعناق الذين كفروا هل يجزون إلا ما كانوا يعملون |
| | | En zij die onderdrukt werden zeggen tegen hen die hoogmoedig waren: "Welnee, [het kwam door jullie] listen van 's nachts en overdag; toen jullie ons bevalen aan God geen geloof te hechten en aan Hem gelijken toe te schrijven." Heimelijk hebben zij dan spijt wanneer zij de bestraffing zien. Maar Wij leggen de halsketenen om de nekken van hen die ongelovig zijn. Zal aan hen soms iets anders vergolden worden dan zij deden? |
|
3640 | 34 | 34 | وما أرسلنا في قرية من نذير إلا قال مترفوها إنا بما أرسلتم به كافرون |
| | | Wij hebben geen waarschuwer naar een stad gezonden zonder dat haar inwoners die een luxeleven leidden zeiden: "Waarmee jullie gezonden zijn daar hechten wij geen geloof aan." |
|
3641 | 34 | 35 | وقالوا نحن أكثر أموالا وأولادا وما نحن بمعذبين |
| | | En zij zeiden: "Wij hebben zeer veel bezittingen en kinderen; wij zijn het niet die gestraft worden." |
|
3642 | 34 | 36 | قل إن ربي يبسط الرزق لمن يشاء ويقدر ولكن أكثر الناس لا يعلمون |
| | | Zeg: "Mijn Heer voorziet ruimschoots in het levensonderhoud van wie Hij wil en ook met mate, maar de meeste mensen weten het niet" |
|
3643 | 34 | 37 | وما أموالكم ولا أولادكم بالتي تقربكم عندنا زلفى إلا من آمن وعمل صالحا فأولئك لهم جزاء الضعف بما عملوا وهم في الغرفات آمنون |
| | | Jullie bezittingen, noch jullie kinderen zijn het die jullie nader tot Ons zullen brengen, behalve dan als iemand gelooft en deugdelijk handelt; zij zijn het voor wie er een dubbele beloning is voor wat zij gedaan hebben en zij zullen veilig in de [feest]zalen zijn. |
|
3644 | 34 | 38 | والذين يسعون في آياتنا معاجزين أولئك في العذاب محضرون |
| | | Maar zij die tegen Onze tekenen proberen in te gaan om ze te ontkrachten; zij zijn het die ter bestraffing worden voorgeleid. |
|
3645 | 34 | 39 | قل إن ربي يبسط الرزق لمن يشاء من عباده ويقدر له وما أنفقتم من شيء فهو يخلفه وهو خير الرازقين |
| | | Zeg: "Mijn Heer voorziet ruimschoots in het levensonderhoud van wie van Zijn dienaren Hij wil en ook met mate. En als jullie iets als bijdrage schenken, dan zal Hij het vergoeden; Hij is de beste voorziener." |
|
3646 | 34 | 40 | ويوم يحشرهم جميعا ثم يقول للملائكة أهؤلاء إياكم كانوا يعبدون |
| | | En op de dag dat Hij hen allen verzamelt en dan tot de engelen zegt: "Zijn dezen het die jullie hebben gediend?" |
|