نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3614 | 34 | 8 | أفترى على الله كذبا أم به جنة بل الذين لا يؤمنون بالآخرة في العذاب والضلال البعيد |
| | | Hij heeft eene leugen nopens Gods uitgedacht, of liever hij is bezeten. Zeg: Zij, die niet in het volgende leven gelooven, zullen in straf en eene eindelooze dwaling vervallen. |
|
3615 | 34 | 9 | أفلم يروا إلى ما بين أيديهم وما خلفهم من السماء والأرض إن نشأ نخسف بهم الأرض أو نسقط عليهم كسفا من السماء إن في ذلك لآية لكل عبد منيب |
| | | Hebben zij dus niet overwogen, wat voor hen is en wat achter hen is, van den hemel en de aarde? Indien het ons behaagt, zullen wij de aarde zich doen openen en hen verzwelgen, en zullen wij een deel des hemels op hen doen nedervallen; waarlijk hierin is een teeken voor iederen dienaar, die zich tot God keert. |
|
3616 | 34 | 10 | ولقد آتينا داوود منا فضلا يا جبال أوبي معه والطير وألنا له الحديد |
| | | Wij schonken vroeger aan David van onze uitnemende gaven en zeiden: O bergen! zingt beurtelings lofliederen met hem; en wij dwongen ook de vogels zich daarbij te voegen. En wij maakten het ijzer zacht voor hem, |
|
3617 | 34 | 11 | أن اعمل سابغات وقدر في السرد واعملوا صالحا إني بما تعملون بصير |
| | | Zeggende: Maak hiervan volkomen maliënkolders, en schik de kleine plaatjes waaruit zij zijn samengesteld, op juiste wijze, en oefen rechtvaardigheid uit, o gezin van David! want ik zie wat gij doet. |
|
3618 | 34 | 12 | ولسليمان الريح غدوها شهر ورواحها شهر وأسلنا له عين القطر ومن الجن من يعمل بين يديه بإذن ربه ومن يزغ منهم عن أمرنا نذقه من عذاب السعير |
| | | En wij onderwierpen den wind aan Salomo; des ochtends gedurende eene maand, en des avonds gedurende eene maand. En wij maakten eene fontein van gesmolten koper, om voor hem te vloeien. En sommige der geniussen waren door den wil van zijn Heer verplicht, in zijne tegenwoordigheid te arbeiden, en wie van hen zich van ons bevel afwendde, zullen wij de pijn van het hellevuur doen proeven. |
|
3619 | 34 | 13 | يعملون له ما يشاء من محاريب وتماثيل وجفان كالجواب وقدور راسيات اعملوا آل داوود شكرا وقليل من عبادي الشكور |
| | | Zij maakten voor hem wat hem behaagde, zooals paleizen en standbeelden, en groote schotels, als vischvijvers, en ketels, die vaststonden op hunne treeften en wij zeiden: Oefen rechtvaardigheid uit, o gezin van David! en wees dankbaar; want weinigen mijner dienaren zijn dankbaar. |
|
3620 | 34 | 14 | فلما قضينا عليه الموت ما دلهم على موته إلا دابة الأرض تأكل منسأته فلما خر تبينت الجن أن لو كانوا يعلمون الغيب ما لبثوا في العذاب المهين |
| | | Toen wij hadden besloten, dat Salomo zou sterven, ontdekte hun niets zijnen dood, behalve het kruipend gedierte der aarde, dat zijn staf doorknaagde. En toen zijn lijk nederviel, begrepen de geniussen volkomen, dat, indien zij hadden geweten wat geheim is, zij niet zoolang in die vernederende straf waren gebleven. |
|
3621 | 34 | 15 | لقد كان لسبإ في مسكنهم آية جنتان عن يمين وشمال كلوا من رزق ربكم واشكروا له بلدة طيبة ورب غفور |
| | | De afstammelingen van Saba hadden vroeger een waarschuwend teeken in hunne woonplaats: namelijk twee tuinen, aan de rechter- en aan de linkerhand. Er werd hun gezegd: Eet van den overvloed van uwen Heer, en weest hun dankbaar: gij hebt een goed land en een barmhartig Heer. |
|
3622 | 34 | 16 | فأعرضوا فأرسلنا عليهم سيل العرم وبدلناهم بجنتيهم جنتين ذواتي أكل خمط وأثل وشيء من سدر قليل |
| | | Maar zij wenden zich af van hetgeen wij hun hadden bevolen weshalve wij de overstrooming van de al Arem tegen hen zonden; en wij veranderden hunne twee tuinen voor hen, in twee tuinen die bittere vruchten voortbrachten, tamarissen en eenige kleine vruchten van den lotusboom. |
|
3623 | 34 | 17 | ذلك جزيناهم بما كفروا وهل نجازي إلا الكفور |
| | | Dit gaven wij hun als vergelding, omdat zij ondankbaar waren. Wordt iemand zoo vergolden, behalve de ondankbare? |
|