نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3413 | 30 | 4 | في بضع سنين لله الأمر من قبل ومن بعد ويومئذ يفرح المؤمنون |
| | | Binnen eenige jaren overwinnen. Aan God behoort de beschikking hierover, zoowel voor hetgeen voorbij is, als voor hetgeen komen zal. Op dien dag zullen de geloovigen zich verblijden |
|
3414 | 30 | 5 | بنصر الله ينصر من يشاء وهو العزيز الرحيم |
| | | In het voordeel door God verleend; want hij verleent goeden uitslag aan degene die hem behaagt, en hij is de Machtige, de Barmhartige. |
|
3415 | 30 | 6 | وعد الله لا يخلف الله وعده ولكن أكثر الناس لا يعلمون |
| | | Dit is de belofte van God: God zal niet in tegenspraak met zijne belofte handelen; maar het grootste deel der menschen kennen Gods waarachtigheid niet. |
|
3416 | 30 | 7 | يعلمون ظاهرا من الحياة الدنيا وهم عن الآخرة هم غافلون |
| | | Zij kennen het uiterlijke aanzien van het tegenwoordige leven; maar zij zijn zorgeloos nopens het volgende leven. |
|
3417 | 30 | 8 | أولم يتفكروا في أنفسهم ما خلق الله السماوات والأرض وما بينهما إلا بالحق وأجل مسمى وإن كثيرا من الناس بلقاء ربهم لكافرون |
| | | Overdenken zij niet bij zich zelven, dat God de hemelen en de aarde, en ook alles wat daartusschen is, niet anders dan in waarheid heeft geschapen en voor hen een bepaald tijdvak aangewezen heeft? Waarlijk een groot aantal der menschen verwerpen het geloof aan hunne toekomstige ontmoeting van den Heer bij de opstanding. |
|
3418 | 30 | 9 | أولم يسيروا في الأرض فينظروا كيف كان عاقبة الذين من قبلهم كانوا أشد منهم قوة وأثاروا الأرض وعمروها أكثر مما عمروها وجاءتهم رسلهم بالبينات فما كان الله ليظلمهم ولكن كانوا أنفسهم يظلمون |
| | | Gaan zij niet over de aarde, en zien zij niet wat het einde was van degenen die hen voorafgingen? Deze overtroffen de bewoners van Mekka in kracht, braken de aarde open en woonden daar in grooteren overvloed en voorspoed dan zij; en hunne gezanten kwamen met duidelijke wonderen tot hen, en God was niet geneigd, hen onrechtvaardig te behandelen; maar zij mishandelden hunne eigene zielen door hun hardnekkig ongeloof. |
|
3419 | 30 | 10 | ثم كان عاقبة الذين أساءوا السوأى أن كذبوا بآيات الله وكانوا بها يستهزئون |
| | | En het einde van hen, die snood gehandeld hadden, was slecht, omdat zij Gods teekens van valschheid beschuldigden en bespotten. |
|
3420 | 30 | 11 | الله يبدأ الخلق ثم يعيده ثم إليه ترجعون |
| | | God brengt schepselen voort en doet die daarna tot hem terugkomen. Tot hem zult gij wederkeeren. |
|
3421 | 30 | 12 | ويوم تقوم الساعة يبلس المجرمون |
| | | En op den dag waarop het uur zal komen, zullen de zondaren stom van wanhoop worden. |
|
3422 | 30 | 13 | ولم يكن لهم من شركائهم شفعاء وكانوا بشركائهم كافرين |
| | | Zij zullen geene tusschenpersonen hebben onder de afgoden welke zij met God vereenigen. En zij zullen de valsche goden verloochenen, welke zij met hem vereenigen. |
|