نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3363 | 29 | 23 | والذين كفروا بآيات الله ولقائه أولئك يئسوا من رحمتي وأولئك لهم عذاب أليم |
| | | En degenen die niet geloven in de Verzen van Allah en de ontmoeting met Hem: zij zijn degenen die wanhopen aan Mijn Barmhartigheid en zij zijn degenen voor wie er een pijnlijke bestraffing is. |
|
3364 | 29 | 24 | فما كان جواب قومه إلا أن قالوا اقتلوه أو حرقوه فأنجاه الله من النار إن في ذلك لآيات لقوم يؤمنون |
| | | Maar het antwoord van zijn volk was slechts dat zij zeiden: "Doodt hem," of "Verbrandt hem." Maar Allah redde hem van het vuur. Voorwaar, daarin zijin zeker Tekenen voor een volk dat gelooft. |
|
3365 | 29 | 25 | وقال إنما اتخذتم من دون الله أوثانا مودة بينكم في الحياة الدنيا ثم يوم القيامة يكفر بعضكم ببعض ويلعن بعضكم بعضا ومأواكم النار وما لكم من ناصرين |
| | | En hij (Ibrâhîm) zei: "Voorwaar, wet jullie naast Allah hebben genomen zijn slechts afgoden om de onderlinge liefde tussen jullie te versterken in dit wereldse leven. Op de Dag van de Opstanding zullen jullie elkaar verwerpen en elkaar vervloeken. Maar jullie verblijfplaats is de Hel en er zullen geen helpers voor jullie zijn." |
|
3366 | 29 | 26 | فآمن له لوط وقال إني مهاجر إلى ربي إنه هو العزيز الحكيم |
| | | Maar Lôeth geloofde hem, en (Ibrârîm) zei: "ik ben een uitwijker naar mijn Heer: voorwaar, Hij is de Almachtige, de Alwijze." |
|
3367 | 29 | 27 | ووهبنا له إسحاق ويعقوب وجعلنا في ذريته النبوة والكتاب وآتيناه أجره في الدنيا وإنه في الآخرة لمن الصالحين |
| | | En Wij schonken hem Ishâq en Ya'qôeb. En Wij hebben ender zijn nakomelingen het Profèctschap en dc Schrift tot stand gebracht. En Wij schonken hem zijn beloning in de wereld. En voorwaar, in het Hiernamaals behoort hij zeker tot de oprechten. |
|
3368 | 29 | 28 | ولوطا إذ قال لقومه إنكم لتأتون الفاحشة ما سبقكم بها من أحد من العالمين |
| | | En (gedenkt) Lôcth, toen hij tegen zijn volk zei. "Jullie begaan zeker gruweldaden, die niemand van de mensen ooit beging. |
|
3369 | 29 | 29 | أئنكم لتأتون الرجال وتقطعون السبيل وتأتون في ناديكم المنكر فما كان جواب قومه إلا أن قالوا ائتنا بعذاب الله إن كنت من الصادقين |
| | | Is het dan inderdaad niet zo dat jullie de mensen benaderen en op de weg struikroverij bedrijven en in jullie samenkomsten het verwerpelijke verichten?" Het antwoord van zijn volk was slechts dat zij zeiden: "Geef ons dan de bcstraffing van Allah, als jij tot de waarachtigen behoort!" |
|
3370 | 29 | 30 | قال رب انصرني على القوم المفسدين |
| | | Hij zei: "Mijn Heer, help mij tegen het volk van de verdedzaaiers! " |
|
3371 | 29 | 31 | ولما جاءت رسلنا إبراهيم بالبشرى قالوا إنا مهلكو أهل هذه القرية إن أهلها كانوا ظالمين |
| | | En toen Onze gezanten (Engelen) tot Ibrâhîm kwamen met de verheugende tijdingen, zeiden zij."Voorwaar, wij zullen de bewoners van deze stad vernietigen. Voorwaar, haar bewoners waren onrechtvaardigen." |
|
3372 | 29 | 32 | قال إن فيها لوطا قالوا نحن أعلم بمن فيها لننجينه وأهله إلا امرأته كانت من الغابرين |
| | | Hij zei: "Lôeth is daar." Zij miden: "Wij weten beter wie daar zijn. Voorwaar, wij zullen hem en zijn familie redden, behalve zijn vrouw. Zij zal tot de achterblijvers behoren." |
|