نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3358 | 29 | 18 | وإن تكذبوا فقد كذب أمم من قبلكم وما على الرسول إلا البلاغ المبين |
| | | En als jullie [mij] van leugens betichten, gemeenschappen voor jullie tijd hadden al van leugens beticht. De gezant heeft slechts de plicht van de duidelijke verkondiging." |
|
3359 | 29 | 19 | أولم يروا كيف يبدئ الله الخلق ثم يعيده إن ذلك على الله يسير |
| | | Hebben zij dan niet gezien hoe God de schepping laat beginnen en haar dan herhaalt? Dat is voor God gemakkelijk. |
|
3360 | 29 | 20 | قل سيروا في الأرض فانظروا كيف بدأ الخلق ثم الله ينشئ النشأة الآخرة إن الله على كل شيء قدير |
| | | Zeg: "Reist dus op de aarde rond en kijkt hoe Hij met de schepping is begonnen. Dan laat God de laatste totstandkoming ontstaan. God is almachtig. |
|
3361 | 29 | 21 | يعذب من يشاء ويرحم من يشاء وإليه تقلبون |
| | | Hij bestraft wie Hij wil en Hij erbarmt zich over wie Hij wil en tot Hem worden jullie weer teruggebracht. |
|
3362 | 29 | 22 | وما أنتم بمعجزين في الأرض ولا في السماء وما لكم من دون الله من ولي ولا نصير |
| | | Jullie kunnen er op de aarde niets tegen doen noch in de hemel en jullie hebben buiten God geen beschermer en geen helper." |
|
3363 | 29 | 23 | والذين كفروا بآيات الله ولقائه أولئك يئسوا من رحمتي وأولئك لهم عذاب أليم |
| | | Zij die ongelovig zijn aan Gods tekenen en aan de ontmoeting met Hem, zij zijn het die aan Mijn barmhartigheid wanhopen. Zij zijn het voor wie er een pijnlijke bestraffing is. |
|
3364 | 29 | 24 | فما كان جواب قومه إلا أن قالوا اقتلوه أو حرقوه فأنجاه الله من النار إن في ذلك لآيات لقوم يؤمنون |
| | | Het antwoord van zijn volk was slechts dat zij zeiden: "Doodt hem of verbrandt hem." Maar God redde hem van het vuur. Daarin zijn tekenen voor mensen die geloven. |
|
3365 | 29 | 25 | وقال إنما اتخذتم من دون الله أوثانا مودة بينكم في الحياة الدنيا ثم يوم القيامة يكفر بعضكم ببعض ويلعن بعضكم بعضا ومأواكم النار وما لكم من ناصرين |
| | | En hij zei: "Jullie hebben je in plaats van God slechts afgoden genomen om jullie onderlinge liefde in het tegenwoordige leven [te bestendigen], maar op de opstandingsdag willen jullie elkaar niet meer kennen en vervloeken jullie elkaar; jullie verblijfplaats is het vuur en jullie zullen geen helpers hebbent * |
|
3366 | 29 | 26 | فآمن له لوط وقال إني مهاجر إلى ربي إنه هو العزيز الحكيم |
| | | Maar Loet geloofde hem en zei: "Ik wijk naar mijn Heer uit; Hij is de machtige, de wijze." |
|
3367 | 29 | 27 | ووهبنا له إسحاق ويعقوب وجعلنا في ذريته النبوة والكتاب وآتيناه أجره في الدنيا وإنه في الآخرة لمن الصالحين |
| | | En Wij hebben hem Ishaak en Ja'koeb geschonken en Wij hebben in zijn nageslacht het profeetschap en het boek tot stand gebracht. En Wij hebben hem zijn loon in het tegenwoordige leven gegeven en in het hiernamaals behoort hij tot de rechtschapenen. |
|