نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3310 | 28 | 58 | وكم أهلكنا من قرية بطرت معيشتها فتلك مساكنهم لم تسكن من بعدهم إلا قليلا وكنا نحن الوارثين |
| | | Hoe vele steden hebben wij verwoest, wier bewoners in gemak en overvloed leefden? en hunne woningen zijn na hen niet bewoond, uitgenomen voor een korten tijd, en wij waren de erfgenamen hunner welvaart. |
|
3311 | 28 | 59 | وما كان ربك مهلك القرى حتى يبعث في أمها رسولا يتلو عليهم آياتنا وما كنا مهلكي القرى إلا وأهلها ظالمون |
| | | Maar uw Heer verwoestte deze steden niet, dan nadat hij een profeet naar de hoofdstad had gezonden, om hun onze teekenen te herinneren. Ook verwoestten wij die steden niet, dan nadat de inwoners hunnen profeet hadden mishandeld. |
|
3312 | 28 | 60 | وما أوتيتم من شيء فمتاع الحياة الدنيا وزينتها وما عند الله خير وأبقى أفلا تعقلون |
| | | De dingen, die u gegeven zijn, zijn de genietingen van het tegenwoordige leven en zijne pracht; maar datgene, wat met God is, is beter en duurzamer. Wilt gij dit niet begrijpen. |
|
3313 | 28 | 61 | أفمن وعدناه وعدا حسنا فهو لاقيه كمن متعناه متاع الحياة الدنيا ثم هو يوم القيامة من المحضرين |
| | | Zal hij dus, aan wien wij eene uitnemende belofte van toekomstig geluk hebben gedaan, en die deze zal ontvangen, gelijk staan met hem, wien wij de genietingen van dit leven hebben geschonken, doch die, op den dag der opstanding, een van hen zal wezen, die aan de eeuwige straf zullen worden overgeleverd? |
|
3314 | 28 | 62 | ويوم يناديهم فيقول أين شركائي الذين كنتم تزعمون |
| | | Op dien dag zal God tot hen komen en zeggen: Waar zijn mijne deelgenooten die, naar uwe gedachten met mij zijn? |
|
3315 | 28 | 63 | قال الذين حق عليهم القول ربنا هؤلاء الذين أغوينا أغويناهم كما غوينا تبرأنا إليك ما كانوا إيانا يعبدون |
| | | En zij, over wie het vonnis der verdoemenis rechtvaardig zal geveld zijn, zullen zeggen: Deze, o Heer, zijn het, welke wij hebben verleid; wij verleidden hen, zoo als wij werden verleid, maar nu verlaten wij hen geheel en wenden ons tot u. Zij aanbaden niet ons maar hunne eigene hartstochten. |
|
3316 | 28 | 64 | وقيل ادعوا شركاءكم فدعوهم فلم يستجيبوا لهم ورأوا العذاب لو أنهم كانوا يهتدون |
| | | En tot de afgodendienaars zal gezegd worden: Roept hen thans aan, welke gij met God vereenigt; en zij zullen hen aanroepen; maar deze zullen hun niet antwoorden; en zij zullen de voor hen gereed gemaakte straf zien, zij zullen wenschen, dat zij zich hadden onderworpen om geleid te worden. |
|
3317 | 28 | 65 | ويوم يناديهم فيقول ماذا أجبتم المرسلين |
| | | Op dien dag zal God tot hen komen en zeggen: Welk antwoord hebt gij aan onze gezanten gegeven? |
|
3318 | 28 | 66 | فعميت عليهم الأنباء يومئذ فهم لا يتساءلون |
| | | Maar zij zullen niet in staat zijn daarvan op dien dag rekenschap te geven. Ook zullen zij geen ander om verlichting vragen. |
|
3319 | 28 | 67 | فأما من تاب وآمن وعمل صالحا فعسى أن يكون من المفلحين |
| | | Zij echter die berouw gevoelen, gelooven en doen zullen wat recht is, mogen verwachten gelukkig te zijn. |
|