نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3306 | 28 | 54 | أولئك يؤتون أجرهم مرتين بما صبروا ويدرءون بالحسنة السيئة ومما رزقناهم ينفقون |
| | | Zij zijn het aan wie hun loon tweemaal gegeven zal worden, omdat zij geduldig hebben volhard. En met het goede weren zij het kwade af en van wat Wij hun voor hun levensonderhoud gegeven hebben geven zij bijdragen. |
|
3307 | 28 | 55 | وإذا سمعوا اللغو أعرضوا عنه وقالوا لنا أعمالنا ولكم أعمالكم سلام عليكم لا نبتغي الجاهلين |
| | | En wanneer zij geklets horen dan mijden zij het en zij zeggen: "Wij hebben onze daden en jullie hebben jullie daden. Vrede zij met jullie! Wij zoeken geen omgang met de onwetenden." |
|
3308 | 28 | 56 | إنك لا تهدي من أحببت ولكن الله يهدي من يشاء وهو أعلم بالمهتدين |
| | | Jij kunt wie jij lief hebt niet op het goede pad brengen, maar God brengt wie Hij wil op het goede pad en Hij kent hen die het goede pad volgen het best. |
|
3309 | 28 | 57 | وقالوا إن نتبع الهدى معك نتخطف من أرضنا أولم نمكن لهم حرما آمنا يجبى إليه ثمرات كل شيء رزقا من لدنا ولكن أكثرهم لا يعلمون |
| | | En zij zeggen: "Als wij met jou de leidraad volgen dan worden wij uit ons land weggerukt." Hebben Wij hun dan niet over een heilige en veilige plaats macht gegeven waar van Onze kant allerlei vruchten als levensonderhoud bijeengebracht worden? Maar de meesten van hen weten het niet. |
|
3310 | 28 | 58 | وكم أهلكنا من قرية بطرت معيشتها فتلك مساكنهم لم تسكن من بعدهم إلا قليلا وكنا نحن الوارثين |
| | | En hoeveel steden die prat gingen op hun manier van leven hebben Wij al niet vernietigd! Daar zijn dan hun woonhuizen, waarin na hen slechts weinigen wonen. En Wij waren het die erfden. |
|
3311 | 28 | 59 | وما كان ربك مهلك القرى حتى يبعث في أمها رسولا يتلو عليهم آياتنا وما كنا مهلكي القرى إلا وأهلها ظالمون |
| | | Maar jouw Heer heeft de steden niet vernietigd voordat Hij in hun hoofdstad een gezant opgeroepen had, die aan hen Onze tekenen voorlas. En Wij hebben de steden slechts vernietigd als hun bewoners onrechtplegers waren. |
|
3312 | 28 | 60 | وما أوتيتم من شيء فمتاع الحياة الدنيا وزينتها وما عند الله خير وأبقى أفلا تعقلون |
| | | Wat aan jullie ook gegeven is, het is het genot van het tegenwoordige leven en de praal ervan, maar wat van God komt is beter en onvergankelijker. Zullen jullie dan niet tot verstand komen? |
|
3313 | 28 | 61 | أفمن وعدناه وعدا حسنا فهو لاقيه كمن متعناه متاع الحياة الدنيا ثم هو يوم القيامة من المحضرين |
| | | Is dan iemand aan wie Wij een goede toezegging gedaan hebben en die haar ook zal ontvangen, als iemand die Wij het vruchtgebruik van het tegenwoordige leven hebben laten genieten en die dan op de opstandingsdag bij de voorgeleiden behoort? |
|
3314 | 28 | 62 | ويوم يناديهم فيقول أين شركائي الذين كنتم تزعمون |
| | | En op de dag dat Hij hen roept en zegt: "Waar zijn dan Mijn [zogenaamd goddelijke] metgezellen waarvan jullie het bestaan beweerden?" |
|
3315 | 28 | 63 | قال الذين حق عليهم القول ربنا هؤلاء الذين أغوينا أغويناهم كما غوينا تبرأنا إليك ما كانوا إيانا يعبدون |
| | | zeggen zij tegen wie de uitspraak zich bewaarheid heeft: "Onze Heer, diegenen die wij misleid hebben, hebben wij misleid zoals wijzelf misleid waren. Wij wijzen [hen] ten overstaan van U af. Zij hebben niet ons gediend." |
|