نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3290 | 28 | 38 | وقال فرعون يا أيها الملأ ما علمت لكم من إله غيري فأوقد لي يا هامان على الطين فاجعل لي صرحا لعلي أطلع إلى إله موسى وإني لأظنه من الكاذبين |
| | | En Fir'aun zei: "Raad van voornaamsten, ik ken voor jullie geen god buiten mij. Hamaan, stel dus leem bloot aan vuur en maak voor mij een toren; misschien kan ik dan opklimmen naar de god van Moesa. Maar ik vermoed dat hij tot de leugenaars behoort." |
|
3291 | 28 | 39 | واستكبر هو وجنوده في الأرض بغير الحق وظنوا أنهم إلينا لا يرجعون |
| | | En hij en zijn troepen waren onterecht hoogmoedig op de aarde en zij dachten dat zij niet tot Ons teruggebracht zouden worden. |
|
3292 | 28 | 40 | فأخذناه وجنوده فنبذناهم في اليم فانظر كيف كان عاقبة الظالمين |
| | | En wij grepen hem en zijn troepen en wierpen hen in de zee. Kijk dan hoe het einde was van de onrechtplegers. |
|
3293 | 28 | 41 | وجعلناهم أئمة يدعون إلى النار ويوم القيامة لا ينصرون |
| | | En Wij maakten hen tot voorgangers die oproepen tot het vuur. En op de opstandingsdag zullen zij geen hulp krijgen. |
|
3294 | 28 | 42 | وأتبعناهم في هذه الدنيا لعنة ويوم القيامة هم من المقبوحين |
| | | En Wij hebben hen in dit tegenwoordige leven door een vloek laten achtervolgen en op de opstandingsdag zullen zij tot de verafschuwden behoren. |
|
3295 | 28 | 43 | ولقد آتينا موسى الكتاب من بعد ما أهلكنا القرون الأولى بصائر للناس وهدى ورحمة لعلهم يتذكرون |
| | | Wij hebben aan Moesa, nadat Wij de eerdere generaties vernietigd hadden, het boek gegeven als inzichtelijke bewijzen voor de mensen en als leidraad en als barmhartigheid. Misschien zullen zij zich laten vermanen. |
|
3296 | 28 | 44 | وما كنت بجانب الغربي إذ قضينا إلى موسى الأمر وما كنت من الشاهدين |
| | | En jij was niet op de westkant toen Wij de beschikking aan Moesa uitvaardigden en jij behoorde niet tot de getuigen. |
|
3297 | 28 | 45 | ولكنا أنشأنا قرونا فتطاول عليهم العمر وما كنت ثاويا في أهل مدين تتلو عليهم آياتنا ولكنا كنا مرسلين |
| | | Maar Wij hebben generaties laten ontstaan en hun leven duurde lang. En jij verbleef niet bij de mensen van Madjan om Onze tekenen aan hen voor te lezen, maar Wij waren het die [gezanten] uitzonden. |
|
3298 | 28 | 46 | وما كنت بجانب الطور إذ نادينا ولكن رحمة من ربك لتنذر قوما ما أتاهم من نذير من قبلك لعلهم يتذكرون |
| | | En jij was niet op de zijkant van de berg toen Wij riepen. Maar het is uit barmhartigheid van jouw Heer dat jij er bent om mensen te waarschuwen tot wie voor jouw tijd geen waarschuwer gekomen was; misschien zullen zij zich laten vermanen. |
|
3299 | 28 | 47 | ولولا أن تصيبهم مصيبة بما قدمت أيديهم فيقولوا ربنا لولا أرسلت إلينا رسولا فنتبع آياتك ونكون من المؤمنين |
| | | En het is alleen maar opdat zij, als hen onheil treft voor wat hun handen eerder gedaan hebben, niet kunnen zeggen: "Onze Heer, had U niet een gezant tot ons kunnen zenden, zodat wij Uw tekenen hadden kunnen volgen en bij de gelovigen hadden behoord?" |
|