نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3264 | 28 | 12 | وحرمنا عليه المراضع من قبل فقالت هل أدلكم على أهل بيت يكفلونه لكم وهم له ناصحون |
| | | Wij hadden namelijk van tevoren minnen voor hem verboden. En zij zei: "Zal ik jullie een familie wijzen die hem voor jullie kan verzorgen en die over hem waakt?" |
|
3265 | 28 | 13 | فرددناه إلى أمه كي تقر عينها ولا تحزن ولتعلم أن وعد الله حق ولكن أكثرهم لا يعلمون |
| | | Zo brachten Wij hem naar zijn moeder terug opdat zij vreugde aan hem zou beleven en niet bedroefd zou zijn en opdat zij zou weten dat de toezegging van God waar is; maar de meesten van hen weten het niet. |
|
3266 | 28 | 14 | ولما بلغ أشده واستوى آتيناه حكما وعلما وكذلك نجزي المحسنين |
| | | Toen hij volgroeid en welgevormd was gaven Wij hem oordeelskracht en kennis. Zo belonen Wij hen die goed doen. |
|
3267 | 28 | 15 | ودخل المدينة على حين غفلة من أهلها فوجد فيها رجلين يقتتلان هذا من شيعته وهذا من عدوه فاستغاثه الذي من شيعته على الذي من عدوه فوكزه موسى فقضى عليه قال هذا من عمل الشيطان إنه عدو مضل مبين |
| | | En hij kwam de stad binnen op een tijd dat haar mensen er niet op letten en hij vond er twee mannen die aan het vechten waren; de een was van zijn groepering en de ander van zijn vijand en hij die van zijn groepering was riep hem te hulp tegen hem die van zijn vijand was. Moesa sloeg hem en bracht hem om. Hij zei: "Dit is werk van de satan; hij is een verklaarde vijand die tot dwaling brengt." |
|
3268 | 28 | 16 | قال رب إني ظلمت نفسي فاغفر لي فغفر له إنه هو الغفور الرحيم |
| | | Hij zei: "Mijn Heer, ik heb mijzelf onrecht aangedaan. Vergeef mij dus." En Hij vergaf hem; Hij is de vergevende, de barmhartige. |
|
3269 | 28 | 17 | قال رب بما أنعمت علي فلن أكون ظهيرا للمجرمين |
| | | Hij zei: "Mijn Heer, omdat U mij genade geschonken hebt, zal ik de boosdoeners geen bijstand meer verlenen." |
|
3270 | 28 | 18 | فأصبح في المدينة خائفا يترقب فإذا الذي استنصره بالأمس يستصرخه قال له موسى إنك لغوي مبين |
| | | 's Morgens begon hij bang te worden en om zich heen te kijken. En daar was hij die hem de vorige dag om hulp had gevraagd die [weer] om hulp schreeuwde. Moesa zei tot hem: "Jij bent duidelijk misleid." |
|
3271 | 28 | 19 | فلما أن أراد أن يبطش بالذي هو عدو لهما قال يا موسى أتريد أن تقتلني كما قتلت نفسا بالأمس إن تريد إلا أن تكون جبارا في الأرض وما تريد أن تكون من المصلحين |
| | | Maar toen hij wilde inslaan op hem die een vijand van hen beiden was zei hij: "O Moesa, wil jij mij ook doden zoals jij gisteren iemand gedood hebt? Jij wenst alleen maar een geweldenaar in het land te zijn en wenst niet bij hen die herstel brengen te behoren." |
|
3272 | 28 | 20 | وجاء رجل من أقصى المدينة يسعى قال يا موسى إن الملأ يأتمرون بك ليقتلوك فاخرج إني لك من الناصحين |
| | | En er kwam een man uit het verste deel van de stad aanrennen die zei: "O Moesa, de voornaamsten beraden zich over jou om jou te doden. Ga dus weg. Ik ben iemand die jou goede raad geeft." |
|
3273 | 28 | 21 | فخرج منها خائفا يترقب قال رب نجني من القوم الظالمين |
| | | Hij ging er dus bang en om zich heen kijkend weg. Hij zei: "Mijn Heer, red mij van de mensen die onrecht plegen." |
|