نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3242 | 27 | 83 | ويوم نحشر من كل أمة فوجا ممن يكذب بآياتنا فهم يوزعون |
| | | Op den dag der opstanding zullen wij uit ieder volk degenen verzamelen, die onze teekenen van valschheid zullen hebben beschuldigd; zij zullen verhinderd worden zich onder elkander te mengen. |
|
3243 | 27 | 84 | حتى إذا جاءوا قال أكذبتم بآياتي ولم تحيطوا بها علما أماذا كنتم تعملون |
| | | Tot zij op de plaats des oordeels zullen aangekomen zijn. En God zal tot hen zeggen: Hebt gij mijne teekens van valschheid beschuldigd, hoezeer gij die met uwe kennis niet begrijpt? Of welke beweegreden hebt gij om aldus te handelen? |
|
3244 | 27 | 85 | ووقع القول عليهم بما ظلموا فهم لا ينطقون |
| | | En het vonnis der verdoemenis zal op hen nederkomen, omdat zij onrechtvaardig hebben gehandeld, en zij zullen geen woord tot hunne verontschuldiging spreken. |
|
3245 | 27 | 86 | ألم يروا أنا جعلنا الليل ليسكنوا فيه والنهار مبصرا إن في ذلك لآيات لقوم يؤمنون |
| | | Zien zij niet dat wij den nacht hebben ingesteld, opdat zij daarin zouden rusten, en den dag, die een groot licht geeft, om te arbeiden. Waarlijk, hierin zijn teekenen voor hen die gelooven. |
|
3246 | 27 | 87 | ويوم ينفخ في الصور ففزع من في السماوات ومن في الأرض إلا من شاء الله وكل أتوه داخرين |
| | | Op dien dag zal de trompet klinken, en allen die in den hemel en op de aarde zijn, zullen met schrik worden getroffen, behalve zij, wie het Gode behagen zal daarvan uit te zonderen, en allen zullen zij in eene nederige houding voor hem komen. |
|
3247 | 27 | 88 | وترى الجبال تحسبها جامدة وهي تمر مر السحاب صنع الله الذي أتقن كل شيء إنه خبير بما تفعلون |
| | | En gij zult de bergen zien, en gij zult u verbeelden dat zij stevig zijn bevestigd; maar zij zullen voorbijgaan evenals de wolken voorbijgaan. Dit zal het werk van God zijn, die alle dingen goed geschikt heeft, en hij is wel bekend met hetgeen gij doet. |
|
3248 | 27 | 89 | من جاء بالحسنة فله خير منها وهم من فزع يومئذ آمنون |
| | | Hij die rechtvaardigheid zal hebben uitgeoefend, zal eene belooning ontvangen, grooter dan de verdienste daarvan. Deze zullen verzekerd zijn tegen de vreeselijkheid van dien dag. |
|
3249 | 27 | 90 | ومن جاء بالسيئة فكبت وجوههم في النار هل تجزون إلا ما كنتم تعملون |
| | | Maar zij die kwaad zullen hebben bedreven, zullen op hunne aangezichten in de hel worden nedergeworpen. Zult gij de belooning voor iets anders ontvangen dan voor datgene, wat gij zult hebben verricht? |
|
3250 | 27 | 91 | إنما أمرت أن أعبد رب هذه البلدة الذي حرمها وله كل شيء وأمرت أن أكون من المسلمين |
| | | Waarlijk, mij is bevolen den Heer van dit grondgebied (van Mekka) te vereeren, die het heeft geheiligd. Aan hem behooren alle dingen, en mij is bevolen een Moslem te zijn. |
|
3251 | 27 | 92 | وأن أتلو القرآن فمن اهتدى فإنما يهتدي لنفسه ومن ضل فقل إنما أنا من المنذرين |
| | | En den Koran te herinneren. Hij die daardoor zal worden geleid, zal tot zijn eigen voordeel worden gericht, en zeg tot hem die zich zal afwenden: Waarlijk, ik waarschuw slechts. |
|