بسم الله الرحمن الرحيم

نتائج البحث: 6236
ترتيب الآيةرقم السورةرقم الآيةالاية
31992740قال الذي عنده علم من الكتاب أنا آتيك به قبل أن يرتد إليك طرفك فلما رآه مستقرا عنده قال هذا من فضل ربي ليبلوني أأشكر أم أكفر ومن شكر فإنما يشكر لنفسه ومن كفر فإن ربي غني كريم
En een ander, die de kennis der schriften bezat, zeide; Ik zal u dien in een oogwenk brengen. En toen Salomo den troon voor zich zag geplaatst, zeide hij: Dit is eene gunst van mijn Heer, om mij te beproeven, of ik dankbaar of ondankbaar zal zijn, en hij die dankbaar is, is dankbaar in zijn eigen voordeel; maar indien iemand ondankbaar is, waarlijk, dan is mijn Heer zelfgenoegzaam en milddadig.
32002741قال نكروا لها عرشها ننظر أتهتدي أم تكون من الذين لا يهتدون
En Salomo zeide tot zijne dienaren: Verandert haren troon, dat zij dien niet herkenne, opdat wij mogen zien, of zij op den rechten weg wordt geleid, of dat zij tot hen behoort, die niet op den rechten weg worden gevoerd.
32012742فلما جاءت قيل أهكذا عرشك قالت كأنه هو وأوتينا العلم من قبلها وكنا مسلمين
En toen zij tot Salomo was gekomen, zeide men tot haar: Is uw troon gelijk aan dezen? Zij antwoordde: Men zou zeggen dat hij dezelfde was. En ons werd vóór haar de kennis geschonken, en wij waren aan God onderworpen.
32022743وصدها ما كانت تعبد من دون الله إنها كانت من قوم كافرين
Maar datgene wat zij buiten God aanbad, heeft haar van de waarheid afgeleid; want zij behoorde tot een ongeloovig volk.
32032744قيل لها ادخلي الصرح فلما رأته حسبته لجة وكشفت عن ساقيها قال إنه صرح ممرد من قوارير قالت رب إني ظلمت نفسي وأسلمت مع سليمان لله رب العالمين
Men zeide tot haar: Treed het paleis binnen, en toen zij het zag, dacht zij dat het een groot water was, en zij ontblootte hare beenen, door haar kleed op te lichten, om het te doorwaden. Daarop zeide Salomo tot haar: Waarlijk, dit is een paleis met glas geplaveid. Daarop zeide de koningin: O Heer! waarlijk, ik heb onrechtvaardig met mijne eigene ziel gehandeld en ik onderwerp mij met Salomo aan God, den Heer van alle schepselen.
32042745ولقد أرسلنا إلى ثمود أخاهم صالحا أن اعبدوا الله فإذا هم فريقان يختصمون
Zoo zonden wij ook vroeger tot den stam van Thamoed hun broeder Saleh, die tot hen zeide: Dient God. En ziet, zij werden in twee gedeelten gescheiden, die met elkander twistten.
32052746قال يا قوم لم تستعجلون بالسيئة قبل الحسنة لولا تستغفرون الله لعلكم ترحمون
Saleh zeide: O mijn volk! waarom verhaast gij het kwade veeleer dan het goede? Weshalve smeekt geen vergiffenis, van God, opdat gij genade moogt erlangen: gij zijt anders verloren.
32062747قالوا اطيرنا بك وبمن معك قال طائركم عند الله بل أنتم قوم تفتنون
Zij antwoordden: Wij voorzien kwaad van u en die met u zijn. Saleh hernam: Het kwaad dat gij voorspelt, hangt van God af, maar gij zijt een volk, dat beproefd wordt, door eene wisseling van voor- en tegenspoed.
32072748وكان في المدينة تسعة رهط يفسدون في الأرض ولا يصلحون
En er waren negen menschen in de stad, die schandelijk op de aarde handelden en zich in niets met rechtschapenheid gedroegen.
32082749قالوا تقاسموا بالله لنبيتنه وأهله ثم لنقولن لوليه ما شهدنا مهلك أهله وإنا لصادقون
Deze zeiden tot elkander: Zweert wederkeerig bij God, dat wij Saleh en zijn gezin des nachts zullen overvallen, en daarna zullen wij tot dengeen zeggen, die het recht heeft zijn bloed te wreken: Wij waren volstrekt niet tegenwoordig bij de uitroeiing van zijn gezin: en wij spreken de waarheid.


0 ... 309.8 310.8 311.8 312.8 313.8 314.8 315.8 316.8 317.8 318.8 320.8 321.8 322.8 323.8 324.8 325.8 326.8 327.8 328.8 ... 623

إنتاج هذه المادة أخد: 0.02 ثانية


المغرب.كووم © ٢٠٠٩ - ١٤٣٠ © الحـمـد لله الـذي سـخـر لـنا هـذا :: وقف لله تعالى وصدقة جارية

3082105817591021111133981259246837254586