بسم الله الرحمن الرحيم

نتائج البحث: 6236
ترتيب الآيةرقم السورةرقم الآيةالاية
320327تولج الليل في النهار وتولج النهار في الليل وتخرج الحي من الميت وتخرج الميت من الحي وترزق من تشاء بغير حساب
U laat de nacht overgaan in de dag en de dag laat U overgaan in de nacht. U brengt het levende uit het dode voort en uit het levende brengt U het dode voort. U geeft levensonderhoud aan wie U wilt, zonder afrekening."
321328لا يتخذ المؤمنون الكافرين أولياء من دون المؤمنين ومن يفعل ذلك فليس من الله في شيء إلا أن تتقوا منهم تقاة ويحذركم الله نفسه وإلى الله المصير
De gelovigen moeten de ongelovigen niet in plaats van de gelovigen als medestander nemen. Wie dat doen behoren in niets tot God, behalve als jullie uit vrees voor hen op jullie hoede zijn. God waarschuwt jullie voor Hemzelf; bij God is de bestemming.
322329قل إن تخفوا ما في صدوركم أو تبدوه يعلمه الله ويعلم ما في السماوات وما في الأرض والله على كل شيء قدير
Zeg: "Of jullie verbergen wat in jullie binnenste is of het openlijk laten blijken, God weet het en Hij weet wat in de hemelen en op de aarde is. God is almachtig."
323330يوم تجد كل نفس ما عملت من خير محضرا وما عملت من سوء تود لو أن بينها وبينه أمدا بعيدا ويحذركم الله نفسه والله رءوف بالعباد
Op de dag waarop elke ziel het goede dat zij gedaan heeft voorgelegd zal vinden en ook het slechte dat zij gedaan heeft, zou zij wel willen dat er tussen haar en Hem een verre afstand was. God waarschuwt jullie voor Hemzelf. Maar God is vol mededogen voor de dienaren.
324331قل إن كنتم تحبون الله فاتبعوني يحببكم الله ويغفر لكم ذنوبكم والله غفور رحيم
Zeg: "Als jullie God liefhebben, volgt mij dan en God zal jullie liefhebben en jullie je zonden vergeven." God is vergevend en barmhartig.
325332قل أطيعوا الله والرسول فإن تولوا فإن الله لا يحب الكافرين
Zeg: "Gehoorzaamt God en de gezant, maar als jullie je afkeren? God heeft de ongelovigen niet lief."
326333إن الله اصطفى آدم ونوحا وآل إبراهيم وآل عمران على العالمين
God heeft Adam, Noeh, de mensen van Ibrahiem en de mensen van 'Imraan uitverkoren boven de wereldbewoners,
327334ذرية بعضها من بعض والله سميع عليم
als afstammelingen van elkaar. God is horend en wetend.
328335إذ قالت امرأت عمران رب إني نذرت لك ما في بطني محررا فتقبل مني إنك أنت السميع العليم
Toen de vrouw van 'Imraan zei: "Mijn Heer, ik wijd bij gelofte aan U wat in mijn buik is; neem het van mij aan. U bent de horende, de wetende."
329336فلما وضعتها قالت رب إني وضعتها أنثى والله أعلم بما وضعت وليس الذكر كالأنثى وإني سميتها مريم وإني أعيذها بك وذريتها من الشيطان الرجيم
Toen zij haar gebaard had, zei zij: "Mijn Heer, ik heb een meisje gebaard." -- God wist het best wat zij gebaard had; het mannelijke is niet als het vrouwelijke -- "Ik heb haar Marjam genoemd en ik bid U haar en haar nageslacht te beschermen tegen de vervloekte satan."


0 ... 21.9 22.9 23.9 24.9 25.9 26.9 27.9 28.9 29.9 30.9 32.9 33.9 34.9 35.9 36.9 37.9 38.9 39.9 40.9 ... 623

إنتاج هذه المادة أخد: 0.02 ثانية


المغرب.كووم © ٢٠٠٩ - ١٤٣٠ © الحـمـد لله الـذي سـخـر لـنا هـذا :: وقف لله تعالى وصدقة جارية

66023823153531122521764673528716215564