نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
32 | 2 | 25 | وبشر الذين آمنوا وعملوا الصالحات أن لهم جنات تجري من تحتها الأنهار كلما رزقوا منها من ثمرة رزقا قالوا هذا الذي رزقنا من قبل وأتوا به متشابها ولهم فيها أزواج مطهرة وهم فيها خالدون |
| | | Verkondig het goede nieuws aan hen die geloven en de deugdelijke daden doen dat er voor hen tuinen zijn, waar de rivieren onderdoor stromen. Telkens als zij daaruit met vruchten gevoed worden zeggen zij: "Dit kregen wij vroeger ook al als levensonderhoud." Het wordt hun zo gegeven dat het er precies op lijkt. Voor hen zijn er daar reingemaakte echtgenotes en zij zullen daar altijd blijven. |
|
33 | 2 | 26 | إن الله لا يستحيي أن يضرب مثلا ما بعوضة فما فوقها فأما الذين آمنوا فيعلمون أنه الحق من ربهم وأما الذين كفروا فيقولون ماذا أراد الله بهذا مثلا يضل به كثيرا ويهدي به كثيرا وما يضل به إلا الفاسقين |
| | | God schaamt zich niet een voorbeeld te geven met behulp van een mug of wat daarbovenuit gaat. Zij die geloven weten, dat het de waarheid is die van hun Heer komt. Zij die ongelovig zijn zeggen echter: "Wat bedoelt God toch met een dergelijk voorbeeld?" Hij misleidt daarmee velen en Hij wijst daarmee velen de goede richting. Hij misleidt slechts de verdorvenen, |
|
34 | 2 | 27 | الذين ينقضون عهد الله من بعد ميثاقه ويقطعون ما أمر الله به أن يوصل ويفسدون في الأرض أولئك هم الخاسرون |
| | | die de verbintenis met God, nadat zij is overeengekomen, verbreken, wat God geboden heeft samen te voegen scheiden en verderf op de aarde brengen. Dat zijn zij, de verliezers. |
|
35 | 2 | 28 | كيف تكفرون بالله وكنتم أمواتا فأحياكم ثم يميتكم ثم يحييكم ثم إليه ترجعون |
| | | Hoe zouden jullie niet in God geloven? Jullie waren toch dood en Hij heeft jullie leven gegeven. Hij zal jullie laten sterven en vervolgens weer tot leven brengen, waarop jullie tot Hem terug zullen keren. |
|
36 | 2 | 29 | هو الذي خلق لكم ما في الأرض جميعا ثم استوى إلى السماء فسواهن سبع سماوات وهو بكل شيء عليم |
| | | Hij is het die voor jullie al wat er op de aarde is geschapen heeft. Toen wendde Hij zich tot de hemel en fatsoeneerde hem tot zeven hemelen. Hij is alwetend. |
|
37 | 2 | 30 | وإذ قال ربك للملائكة إني جاعل في الأرض خليفة قالوا أتجعل فيها من يفسد فيها ويسفك الدماء ونحن نسبح بحمدك ونقدس لك قال إني أعلم ما لا تعلمون |
| | | Toen jouw Heer tot de engelen zei: "Ik ga op aarde een plaatsvervanger aanstellen", zeiden zij: "Gaat U daar iemand aanstellen die er verderf brengt en bloed vergiet, terwijl wij U lofprijzen en Uw heiligheid eren?" Hij zei: "Ik weet wat jullie niet weten." |
|
38 | 2 | 31 | وعلم آدم الأسماء كلها ثم عرضهم على الملائكة فقال أنبئوني بأسماء هؤلاء إن كنتم صادقين |
| | | En Hij onderwees Adam alle namen. Toen legde Hij hen aan de engelen voor en zei: "Deelt mij de namen van dezen maar mee, als jullie gelijk hebben." |
|
39 | 2 | 32 | قالوا سبحانك لا علم لنا إلا ما علمتنا إنك أنت العليم الحكيم |
| | | Zij zeiden: "U zij geprezen! Wij weten slechts wat U ons hebt onderwezen. U bent de wetende, de wijze |
|
40 | 2 | 33 | قال يا آدم أنبئهم بأسمائهم فلما أنبأهم بأسمائهم قال ألم أقل لكم إني أعلم غيب السماوات والأرض وأعلم ما تبدون وما كنتم تكتمون |
| | | Hij zei: "Adam, deel hun hun namen mee." Toen hij hun dan hun namen meedeelde zei Hij: "Had Ik jullie niet gezegd dat Ik het onzichtbare van de hemelen en de aarde ken en weet, wat jullie openlijk en in het verborgene doen." |
|
41 | 2 | 34 | وإذ قلنا للملائكة اسجدوا لآدم فسجدوا إلا إبليس أبى واستكبر وكان من الكافرين |
| | | Toen Wij tot de engelen zeiden: "Buigt eerbiedig neer voor Adam", bogen zij zich eerbiedig neer, behalve Iblies; hij weigerde en was hoogmoedig, want hij was een van de ongelovigen. |
|