نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
2697 | 23 | 24 | فقال الملأ الذين كفروا من قومه ما هذا إلا بشر مثلكم يريد أن يتفضل عليكم ولو شاء الله لأنزل ملائكة ما سمعنا بهذا في آبائنا الأولين |
| | | Toen zeiden de vooraanstanden, die niet geloofden, van zijn volk: "Deze (man) is slechts een mens zoals jullie. Hij wenst uit te blinken boven jullie. En als Allah het gewild had, zou Hij Engelen hebben gestuurd. Wij hebben hierover van onze voorouders nog nooit gehoord. |
|
2698 | 23 | 25 | إن هو إلا رجل به جنة فتربصوا به حتى حين |
| | | Hij is slechts een man die bezeten is, wacht daarom op hem tot een bepaald moment." |
|
2699 | 23 | 26 | قال رب انصرني بما كذبون |
| | | Hij (Nôeh) zei: "O mijn Heer, help mij vanwege wat zij loochenen." |
|
2700 | 23 | 27 | فأوحينا إليه أن اصنع الفلك بأعيننا ووحينا فإذا جاء أمرنا وفار التنور فاسلك فيها من كل زوجين اثنين وأهلك إلا من سبق عليه القول منهم ولا تخاطبني في الذين ظلموا إنهم مغرقون |
| | | Toen openbaarden Wij aan hem: "Bouw onder Ons toezicht en (volgens) Onze aanwijzing een schip. En als Ons bevel komt en de oven overkookt, ga dan aan boord, met van ieder (dier) twee, paarsgewijs, en jouw familie, behalve degene van hen tegen wie het Woord (van bestraffing) er eerder was. En spreek Mij niet aan over degenen die onrecht pleegden. Voorwaar, zij zullen verdronken worden. |
|
2701 | 23 | 28 | فإذا استويت أنت ومن معك على الفلك فقل الحمد لله الذي نجانا من القوم الظالمين |
| | | Dus wanneer jij en de mensen met jou aan boord van het schip zullen gaan, zeg dan: "Alle lof zij Allah, Die ons gered heeft van het onrechtvaardige volk." |
|
2702 | 23 | 29 | وقل رب أنزلني منزلا مباركا وأنت خير المنزلين |
| | | En zeg: "O mijn Heer, plaats mij op een gezegende plaats. En U bent het die de beste plaatsen geeft." |
|
2703 | 23 | 30 | إن في ذلك لآيات وإن كنا لمبتلين |
| | | Voorwar, daarin zijn zeker Tekenen en Wij hebben hen zeker beproefd. |
|
2704 | 23 | 31 | ثم أنشأنا من بعدهم قرنا آخرين |
| | | Vervolgens brengen Wij na hen een andere generatie voort. |
|
2705 | 23 | 32 | فأرسلنا فيهم رسولا منهم أن اعبدوا الله ما لكم من إله غيره أفلا تتقون |
| | | En Wij stuurden hun een Boodschapper van onder hen (die zei:) "Aanbidt Allah. Er is geen god voor jullie dan Hem, waarom vrezen jullie (Allah) niet?" |
|
2706 | 23 | 33 | وقال الملأ من قومه الذين كفروا وكذبوا بلقاء الآخرة وأترفناهم في الحياة الدنيا ما هذا إلا بشر مثلكم يأكل مما تأكلون منه ويشرب مما تشربون |
| | | En de vooraanstanden, die niet geloofden, van zijn volk en die de ontmoeting in het Hiernamaals loochenden en die Wij de weelde van het wereldse leven gaven, zeiden: "Deze (man) is slechts een mens zoals jullie, hij eet van wat jullie eten en hij drinkt van wat jullie drinken. |
|