بسم الله الرحمن الرحيم

نتائج البحث: 6236
ترتيب الآيةرقم السورةرقم الآيةالاية
2612254يا أيها الذين آمنوا أنفقوا مما رزقناكم من قبل أن يأتي يوم لا بيع فيه ولا خلة ولا شفاعة والكافرون هم الظالمون
Jullie die geloven! Geeft ook bijdragen van wat Wij jullie voor jullie levensonderhoud gegeven hebben voordat er een dag komt waarop er geen handel, geen vriendschap en geen voorspraak is. De ongelovigen zijn de onrechtplegers.
2622255الله لا إله إلا هو الحي القيوم لا تأخذه سنة ولا نوم له ما في السماوات وما في الأرض من ذا الذي يشفع عنده إلا بإذنه يعلم ما بين أيديهم وما خلفهم ولا يحيطون بشيء من علمه إلا بما شاء وسع كرسيه السماوات والأرض ولا يئوده حفظهما وهو العلي العظيم
God, er is geen god dan Hij, de levende, de standvastige. Sluimer noch slaap overmant Hem. Hem behoort wat in de hemelen en wat op de aarde is. Wie is het die zonder Zijn toestemming bij Hem zou kunnen bemiddelen? Hij weet wat vóór hen is en wat achter hen is en zij bevatten niets van Zijn kennis, behalve dan wat Hij wil. Zijn troon strekt zich uit over de hemelen en de aarde en het valt Hem niet zwaar beide in stand te houden. Hij is de verhevene, de geweldige.
2632256لا إكراه في الدين قد تبين الرشد من الغي فمن يكفر بالطاغوت ويؤمن بالله فقد استمسك بالعروة الوثقى لا انفصام لها والله سميع عليم
In de godsdienst is geen dwang. Redelijk inzicht is duidelijk onderscheiden van verdorvenheid. Wie dan geen geloof hecht aan de Taghoet maar gelooft in God, die houdt de stevigste handgreep vast, die niet afbreekt. En God is horend en wetend.
2642257الله ولي الذين آمنوا يخرجهم من الظلمات إلى النور والذين كفروا أولياؤهم الطاغوت يخرجونهم من النور إلى الظلمات أولئك أصحاب النار هم فيها خالدون
God is de beschermer van hen die geloven: Hij brengt hen uit de duisternis naar het licht. Maar zij die ongelovig zijn, hun bondgenoten zijn de Taghoet: zij brengen hen uit het licht naar de duisternis. Zij zijn het die in het vuur thuishoren; zij zullen daarin altijd blijven.
2652258ألم تر إلى الذي حاج إبراهيم في ربه أن آتاه الله الملك إذ قال إبراهيم ربي الذي يحيي ويميت قال أنا أحيي وأميت قال إبراهيم فإن الله يأتي بالشمس من المشرق فأت بها من المغرب فبهت الذي كفر والله لا يهدي القوم الظالمين
Heb jij niet gezien naar hem die met Ibrahiem redetwistte over zijn Heer, of God hem het koningschap gegeven had? Toen Ibrahiem zei: "Mijn Heer is het die leven geeft en die laat sterven." Hij zei: "Ik geef leven en laat sterven." Ibrahiem zei: "God laat de zon uit het oosten komen, laat jij haar uit het westen komen." Toen was hij die ongelovig was verbijsterd. God wijst de mensen die onrecht plegen de goede richting niet.
2662259أو كالذي مر على قرية وهي خاوية على عروشها قال أنى يحيي هذه الله بعد موتها فأماته الله مائة عام ثم بعثه قال كم لبثت قال لبثت يوما أو بعض يوم قال بل لبثت مائة عام فانظر إلى طعامك وشرابك لم يتسنه وانظر إلى حمارك ولنجعلك آية للناس وانظر إلى العظام كيف ننشزها ثم نكسوها لحما فلما تبين له قال أعلم أن الله على كل شيء قدير
Of zoals hij, die aan een stad voorbijkwam die verlaten was en in ruïnes. Hij zei: "Hoe kan God haar na haar dood weer tot leven brengen." Toen liet God hem honderd jaar dood zijn en liet hem vervolgens weer opstaan. Hij zei: "Hoe lang heeft het voor jou geduurd?" Hij zei: "Het heeft een dag of een deel van een dag geduurd." Hij zei: "Welnee, het heeft voor jou honderd jaar geduurd en kijk eens naar je eten en je drinken; zij zijn niet bedorven en kijk eens naar je ezel. Zo maken Wij jou tot een teken voor de mensen. En kijk eens naar de beenderen, hoe Wij ze samenvoegen en dan bekleden met vlees." Toen het hem duidelijk werd zei hij: "Ik weet dat God almachtig is."
2672260وإذ قال إبراهيم رب أرني كيف تحيي الموتى قال أولم تؤمن قال بلى ولكن ليطمئن قلبي قال فخذ أربعة من الطير فصرهن إليك ثم اجعل على كل جبل منهن جزءا ثم ادعهن يأتينك سعيا واعلم أن الله عزيز حكيم
En toen Ibrahiem zei: "Mijn Heer, toon mij hoe U de doden weer levend maakt." Hij zei: "Geloof jij dan niet?" Hij zei: "Jawel, maar het is opdat mijn hart gerustgesteld wordt." Hij zei: "Neem dan vier stuks gevogelte en snijd ze naar jou toe in stukken. Leg er dan op elke rots een stuk van. Roep ze dan en ze zullen op je toe komen rennen. En weet dat God machtig is en wijs."
2682261مثل الذين ينفقون أموالهم في سبيل الله كمثل حبة أنبتت سبع سنابل في كل سنبلة مائة حبة والله يضاعف لمن يشاء والله واسع عليم
Zij die hun bezittingen als bijdrage op Gods weg geven, lijken bijvoorbeeld op een zaadkorrel die zeven aren laat groeien met honderd korrels in elke aar. God geeft het dubbele aan wie Hij wil en God is alomvattend en wetend.
2692262الذين ينفقون أموالهم في سبيل الله ثم لا يتبعون ما أنفقوا منا ولا أذى لهم أجرهم عند ربهم ولا خوف عليهم ولا هم يحزنون
Zij die hun bezittingen als bijdrage op Gods weg geven en dan het geven van hun bijdrage niet laten volgen door gepoch en ergernis, voor hen is hun loon bij hun Heer. Zij hebben niets te vrezen en zij zullen niet bedroefd zijn. *
2702263قول معروف ومغفرة خير من صدقة يتبعها أذى والله غني حليم
Vriendelijke woorden en vergeving zijn beter dan een aalmoes gevolgd door ergernis. God is behoefteloos en zachtmoedig.


0 ... 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 27 28 29 30 31 32 33 34 35 ... 623

إنتاج هذه المادة أخد: 0.02 ثانية


المغرب.كووم © ٢٠٠٩ - ١٤٣٠ © الحـمـد لله الـذي سـخـر لـنا هـذا :: وقف لله تعالى وصدقة جارية

2987560152582666311154933219317246755639