بسم الله الرحمن الرحيم

نتائج البحث: 6236
ترتيب الآيةرقم السورةرقم الآيةالاية
2532246ألم تر إلى الملإ من بني إسرائيل من بعد موسى إذ قالوا لنبي لهم ابعث لنا ملكا نقاتل في سبيل الله قال هل عسيتم إن كتب عليكم القتال ألا تقاتلوا قالوا وما لنا ألا نقاتل في سبيل الله وقد أخرجنا من ديارنا وأبنائنا فلما كتب عليهم القتال تولوا إلا قليلا منهم والله عليم بالظالمين
Hebt gij nog niet teruggeblikt op de vergadering der kinderen Israëls, na den tijd van Mozes, toen zij tot den profeet zeiden: stel een koning over ons, dat wij voor des Heeren godsdienst mogen strijden. Hij antwoordde; Zult gij misschien niet weigeren te vechten, als u de oorlog bevolen wordt? Zij antwoordden; Zouden wij niet kampen voor den godsdienst onzes Heeren; wij die uit ons land verdreven en van onze kinderen gescheiden zijn? Toen hun nu echter de krijg werd bevolen, vloden zij op weinigen na. Maar God kent de goddeloozen.
2542247وقال لهم نبيهم إن الله قد بعث لكم طالوت ملكا قالوا أنى يكون له الملك علينا ونحن أحق بالملك منه ولم يؤت سعة من المال قال إن الله اصطفاه عليكم وزاده بسطة في العلم والجسم والله يؤتي ملكه من يشاء والله واسع عليم
En hun profeet zeide tot hen: Waarlijk, God heeft Talut als koning over u gesteld; toen zeiden zij: Hoe zal hij over ons regeeren, daar wij den schepter meer waardig zijn dan hij; daarbij bezit hij geene rijkdommen? De profeet zeide: God heeft hem voor u gekozen; hij heeft hem uitgerust met voordeelen van geest en lichaam. God geeft de regeering wien hij wil: God is goed en wijs.
2552248وقال لهم نبيهم إن آية ملكه أن يأتيكم التابوت فيه سكينة من ربكم وبقية مما ترك آل موسى وآل هارون تحمله الملائكة إن في ذلك لآية لكم إن كنتم مؤمنين
De profeet zeide tot hen: een teeken van zijn rijk zal zijn, dat de arke waarin de Godheid woont, tot u zal komen en ook de reliquieën, welke door de gezinnen van Mozes en Aäron zijn achtergelaten. Engelen zullen u die brengen. Dit zijn teekenen voor u, indien gij geloovig zijt.
2562249فلما فصل طالوت بالجنود قال إن الله مبتليكم بنهر فمن شرب منه فليس مني ومن لم يطعمه فإنه مني إلا من اغترف غرفة بيده فشربوا منه إلا قليلا منهم فلما جاوزه هو والذين آمنوا معه قالوا لا طاقة لنا اليوم بجالوت وجنوده قال الذين يظنون أنهم ملاقو الله كم من فئة قليلة غلبت فئة كثيرة بإذن الله والله مع الصابرين
Toen nu Talut met zijne soldaten uittrok, zeide hij: God wil u aan de rivier beproeven. Wie daaruit drinken zal, is niet met mij, doch wie daaruit niet drinkt, zal met mij zijn. Hij die echter met de vlakke hand een weinig daaruit schept, is daarvan uitgezonderd. Maar op weinigen na dronken allen daaruit. Toen zij nu de rivier waren overgetrokken, hij en die met hem geloofden, riepen zij: Wij hebben heden geene kracht tegen Jalut en zijne soldaten. Zij echter die geloofden dat zij God eens zouden zien, zeiden: Hoe dikwijls heeft niet reeds een klein leger, door Gods hulp, een talrijker leger overwonnen. God is met de geduldig volhardenden.
2572250ولما برزوا لجالوت وجنوده قالوا ربنا أفرغ علينا صبرا وثبت أقدامنا وانصرنا على القوم الكافرين
Toen zij nu tot den strijd met Jalut en zijn leger optrokken, zeiden zij: O Heer! stort geduld over ons uit, sterk onzen voet en help ons tegen dit ongeloovige volk.
2582251فهزموهم بإذن الله وقتل داوود جالوت وآتاه الله الملك والحكمة وعلمه مما يشاء ولولا دفع الله الناس بعضهم ببعض لفسدت الأرض ولكن الله ذو فضل على العالمين
Door Gods wil overwonnen zij, en David doodde Jalut. En God gaf hem het rijk en wijsheid, en leerde hem, wat hij wilde. Zou God den mensch niet door den mensch binnen de grenzen houden, dan ware de aarde reeds verdorven. Maar God is genadig voor zijne schepselen.
2592252تلك آيات الله نتلوها عليك بالحق وإنك لمن المرسلين
Dit zijn de teekens van God, en wij openbaren u die in waarheid; want gij behoort tot de gezanten.
2602253تلك الرسل فضلنا بعضهم على بعض منهم من كلم الله ورفع بعضهم درجات وآتينا عيسى ابن مريم البينات وأيدناه بروح القدس ولو شاء الله ما اقتتل الذين من بعدهم من بعد ما جاءتهم البينات ولكن اختلفوا فمنهم من آمن ومنهم من كفر ولو شاء الله ما اقتتلوا ولكن الله يفعل ما يريد
Onder de apostelen hebben wij eenigen boven de anderen bevoorrecht. Met eenige sprak God zelf, anderen bevoorrechte hij nog meer. Jezus, den zoon van Maria, gaven wij kracht van teekenen en versterkten hem met den heiligen geest. Indien God gewild had, dan zouden de later levenden, nadat hun zulke duidelijke teekens waren geopenbaard, niet van meening verschillen. Maar zij zijn van verschillende meening. Eenige gelooven, anderen gelooven niet. En indien het Gode behaagd had, zouden zij niet onder elkander strijden; maar God doet wat hij wil.
2612254يا أيها الذين آمنوا أنفقوا مما رزقناكم من قبل أن يأتي يوم لا بيع فيه ولا خلة ولا شفاعة والكافرون هم الظالمون
O geloovigen! geeft aalmoezen van hetgeen wij u schonken, tot de dag komt, waarop noch onderhandeling, noch vriendschap, noch bemiddeling zal zijn. Goddeloozen zijn de ongeloovigen.
2622255الله لا إله إلا هو الحي القيوم لا تأخذه سنة ولا نوم له ما في السماوات وما في الأرض من ذا الذي يشفع عنده إلا بإذنه يعلم ما بين أيديهم وما خلفهم ولا يحيطون بشيء من علمه إلا بما شاء وسع كرسيه السماوات والأرض ولا يئوده حفظهما وهو العلي العظيم
God is de eenige God; buiten hem is geen God, de levende, de eeuwige. Hem bereikt sluimering noch slaap; hem behoort wat in den hemel en op aarde is. Wie kan bemiddelaar bij hem zijn, zonder zijnen wil. Hij weet wat was, wat zijn zal, en de menschen begrijpen slechts wat hij hun wil leeren. Zijn troon is over hemel en aarde uitgespreid en de bewaking van beide kost hem geene moeite. Hij is de verhevene, de machtige.


0 ... 15.2 16.2 17.2 18.2 19.2 20.2 21.2 22.2 23.2 24.2 26.2 27.2 28.2 29.2 30.2 31.2 32.2 33.2 34.2 ... 623

إنتاج هذه المادة أخد: 0.02 ثانية


المغرب.كووم © ٢٠٠٩ - ١٤٣٠ © الحـمـد لله الـذي سـخـر لـنا هـذا :: وقف لله تعالى وصدقة جارية

557322851735415832544453451504223715119