نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
2513 | 21 | 30 | أولم ير الذين كفروا أن السماوات والأرض كانتا رتقا ففتقناهما وجعلنا من الماء كل شيء حي أفلا يؤمنون |
| | | Hebben zij die ongelovig zijn dan niet gezien dat de hemelen en de aarde een samenhangende massa waren? Wij hebben ze toen van elkaar gescheiden en Wij hebben uit water al het levende gemaakt. Zullen zij dan niet geloven? |
|
2514 | 21 | 31 | وجعلنا في الأرض رواسي أن تميد بهم وجعلنا فيها فجاجا سبلا لعلهم يهتدون |
| | | En Wij hebben op de aarde stevige bergen gemaakt dat zij hen niet aan het wankelen zou brengen en Wij hebben er passen in gemaakt als wegen; misschien zullen zij zich de goede richting laten wijzen. |
|
2515 | 21 | 32 | وجعلنا السماء سقفا محفوظا وهم عن آياتها معرضون |
| | | En Wij hebben de hemel tot een beschermd dak gemaakt. Maar zij wenden zich van Zijn tekenen af. |
|
2516 | 21 | 33 | وهو الذي خلق الليل والنهار والشمس والقمر كل في فلك يسبحون |
| | | En Hij is het die de nacht en de dag, de zon en de maan geschapen heeft. Alle zweven zij in een hemelbaan. |
|
2517 | 21 | 34 | وما جعلنا لبشر من قبلك الخلد أفإن مت فهم الخالدون |
| | | En Wij hebben aan geen mens vóór jouw tijd onsterfelijkheid toegekend. Als jij sterft, zullen zij dan blijven voortbestaan? |
|
2518 | 21 | 35 | كل نفس ذائقة الموت ونبلوكم بالشر والخير فتنة وإلينا ترجعون |
| | | Ieder levend wezen zal de dood proeven. En Wij stellen jullie op de proef met het slechte en het goede, als een verzoeking. En tot Ons zullen jullie teruggebracht worden. |
|
2519 | 21 | 36 | وإذا رآك الذين كفروا إن يتخذونك إلا هزوا أهذا الذي يذكر آلهتكم وهم بذكر الرحمن هم كافرون |
| | | En wanneer zij die ongelovig zijn jou zien, drijven zij slechts de spot met jou: "Is dit hem die het over jullie goden heeft?" Maar zij, zij hechten aan Gods vermaning geen geloof. |
|
2520 | 21 | 37 | خلق الإنسان من عجل سأريكم آياتي فلا تستعجلون |
| | | De mens is uit haast geschapen. Ik zal jullie Mijn tekenen wel tonen; vraagt Mij dus niet het te verhaasten. |
|
2521 | 21 | 38 | ويقولون متى هذا الوعد إن كنتم صادقين |
| | | En zij zeggen: "Wanneer zal deze aanzegging zich voordoen, als jullie gelijk hebben?" |
|
2522 | 21 | 39 | لو يعلم الذين كفروا حين لا يكفون عن وجوههم النار ولا عن ظهورهم ولا هم ينصرون |
| | | Als zij die ongelovig zijn de tijd maar kenden wanneer zij het vuur van hun gezichten, noch van hun ruggen kunnen afhouden en zij geen hulp zullen krijgen! |
|