نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
2506 | 21 | 23 | لا يسأل عما يفعل وهم يسألون |
| | | Hij hoeft zich niet te verantwoorden over wat Hij doet, maar zij moeten zich wel verantwoorden. |
|
2507 | 21 | 24 | أم اتخذوا من دونه آلهة قل هاتوا برهانكم هذا ذكر من معي وذكر من قبلي بل أكثرهم لا يعلمون الحق فهم معرضون |
| | | Of hebben zij zich in plaats van Hem goden genomen? Zeg: "Brengt jullie bewijs!" Dit is een vermaning van hen die met mij zijn en een vermaning van hen die er voor mij waren. Echter, de meesten van hen kennen de waarheid niet en wenden zich dus af. |
|
2508 | 21 | 25 | وما أرسلنا من قبلك من رسول إلا نوحي إليه أنه لا إله إلا أنا فاعبدون |
| | | En Wij hebben vóór jouw tijd geen gezant gezonden zonder dat Wij hem geopenbaard hebben dat er geen god is dan Ik, dient Mij dus. |
|
2509 | 21 | 26 | وقالوا اتخذ الرحمن ولدا سبحانه بل عباد مكرمون |
| | | En zij zeggen: "De Erbarmer heeft zich een kind genomen." Geprezen zij Hij! Integendeel, zij zijn geëerde dienaren. |
|
2510 | 21 | 27 | لا يسبقونه بالقول وهم بأمره يعملون |
| | | Zij spreken niet eerder dan Hij en zij handelen op Zijn bevel. |
|
2511 | 21 | 28 | يعلم ما بين أيديهم وما خلفهم ولا يشفعون إلا لمن ارتضى وهم من خشيته مشفقون |
| | | Hij weet wat vóór hen is en wat achter hen is en zij bemiddelen slechts voor wie Hem welgevallig is, terwijl zij door de vrees voor Hem ontzag hebben. * |
|
2512 | 21 | 29 | ومن يقل منهم إني إله من دونه فذلك نجزيه جهنم كذلك نجزي الظالمين |
| | | En als iemand van hen zegt: "Ik ben god naast Hem", dan vergelden Wij hem dat met de hel. Zo vergelden Wij aan de onrechtplegers. |
|
2513 | 21 | 30 | أولم ير الذين كفروا أن السماوات والأرض كانتا رتقا ففتقناهما وجعلنا من الماء كل شيء حي أفلا يؤمنون |
| | | Hebben zij die ongelovig zijn dan niet gezien dat de hemelen en de aarde een samenhangende massa waren? Wij hebben ze toen van elkaar gescheiden en Wij hebben uit water al het levende gemaakt. Zullen zij dan niet geloven? |
|
2514 | 21 | 31 | وجعلنا في الأرض رواسي أن تميد بهم وجعلنا فيها فجاجا سبلا لعلهم يهتدون |
| | | En Wij hebben op de aarde stevige bergen gemaakt dat zij hen niet aan het wankelen zou brengen en Wij hebben er passen in gemaakt als wegen; misschien zullen zij zich de goede richting laten wijzen. |
|
2515 | 21 | 32 | وجعلنا السماء سقفا محفوظا وهم عن آياتها معرضون |
| | | En Wij hebben de hemel tot een beschermd dak gemaakt. Maar zij wenden zich van Zijn tekenen af. |
|