نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
2416 | 20 | 68 | قلنا لا تخف إنك أنت الأعلى |
| | | Maar wij zeiden tot hem: Vrees niet; want gij zult de bovenhand behouden. |
|
2417 | 20 | 69 | وألق ما في يمينك تلقف ما صنعوا إنما صنعوا كيد ساحر ولا يفلح الساحر حيث أتى |
| | | Werp dus den staf weg, die zich in uwe rechterhand bevindt, en hij zal de schijnbare slangen verslinden welke zij gemaakt hebben; want hetgeen zij gemaakt hebben is slechts de kunstgreep van een toovenaar, en een toovenaar zal niet gelukkig zijn van waar hij ook moge komen. |
|
2418 | 20 | 70 | فألقي السحرة سجدا قالوا آمنا برب هارون وموسى |
| | | En de toovenaars vielen neder toen zij het wonder zagen, dat door Mozes was uitgevoerd, en zij aanbaden, zeggende: Wij gelooven in den Heer van Aäron en van Mozes! |
|
2419 | 20 | 71 | قال آمنتم له قبل أن آذن لكم إنه لكبيركم الذي علمكم السحر فلأقطعن أيديكم وأرجلكم من خلاف ولأصلبنكم في جذوع النخل ولتعلمن أينا أشد عذابا وأبقى |
| | | Pharao zeide tot hen: Gelooft gij in hem, alvorens ik u verlof geef? Waarlijk, hij is uw meester, die u in de toovenarij heeft onderricht. Maar ik zal zekerlijk uwe handen en uwe voeten aan de tegenovergestelde zijde afsnijden, en ik zal u kruisigen aan stammen van palmboomen, en gij zult weten, wie van ons gestrenger in het straffen is, en uwe smarten langer kan doen aanhouden. |
|
2420 | 20 | 72 | قالوا لن نؤثرك على ما جاءنا من البينات والذي فطرنا فاقض ما أنت قاض إنما تقضي هذه الحياة الدنيا |
| | | Wij zullen nimmer meer eerbied voor u hebben, zeiden zij, dan voor deze duidelijke wonderen, die ons getoond zijn, of ook voor hem die ons heeft geschapen. Spreek dus de straf over ons uit, welke gij op het punt staat uit te spreken; want gij kunt alleen in dit leven straffen. |
|
2421 | 20 | 73 | إنا آمنا بربنا ليغفر لنا خطايانا وما أكرهتنا عليه من السحر والله خير وأبقى |
| | | Waarlijk, wij gelooven in onzen Heer, opdat hij ons onze zonden moge vergeven en de toovenarij, welke gij ons hebt gedwongen uit te oefenen; maar God kan beter beloonen en is meer dan gij in staat, de straf te verlengen. |
|
2422 | 20 | 74 | إنه من يأت ربه مجرما فإن له جهنم لا يموت فيها ولا يحيى |
| | | Waarlijk, al wie op den dag des oordeels voor zijn Heer zal verschijnen met misdaden belast, zal de hel tot belooning hebben; hij zal daarin noch sterven, noch leven. |
|
2423 | 20 | 75 | ومن يأته مؤمنا قد عمل الصالحات فأولئك لهم الدرجات العلى |
| | | Wie een waar geloovige was en rechtvaardigheid zal hebben uitgeoefend, voor dezen zijn de graden van het grootste geluk bereid. |
|
2424 | 20 | 76 | جنات عدن تجري من تحتها الأنهار خالدين فيها وذلك جزاء من تزكى |
| | | Namelijk tuinen van eeuwig verblijf, die door rivieren zullen besproeid worden. Eeuwig zullen zij daarin verblijven, en dit zal de belooning zijn voor hem, die zuiver zal wezen. |
|
2425 | 20 | 77 | ولقد أوحينا إلى موسى أن أسر بعبادي فاضرب لهم طريقا في البحر يبسا لا تخاف دركا ولا تخشى |
| | | En wij spraken door openbaring tot Mozes, zeggende: Vertrek met mijne dienaren des nachts uit Egypte en sla de wateren met uwen staf, en maak hun een droog pad door de zee. Vrees niet dat Pharao U zal overvallen, en wees niet bang. |
|