نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
2322 | 19 | 72 | ثم ننجي الذين اتقوا ونذر الظالمين فيها جثيا |
| | | Daarna zullen wij hen bevrijden, die godvruchtig waren; doch wij zullen de goddeloozen op hunne knieën daarin laten. |
|
2323 | 19 | 73 | وإذا تتلى عليهم آياتنا بينات قال الذين كفروا للذين آمنوا أي الفريقين خير مقاما وأحسن نديا |
| | | Als hun onze duidelijke teekens worden voorgelezen, zeggen de ongeloovigen tot de ware geloovigen: Wie der beide partijen bekleedt de verhevenste plaats en vormt de uitmuntendste verzameling? |
|
2324 | 19 | 74 | وكم أهلكنا قبلهم من قرن هم أحسن أثاثا ورئيا |
| | | Maar hoeveel geslachten hebben wij vóór hen verwoest, die hen in welvaart en in uiterlijk aanzien overtroffen? |
|
2325 | 19 | 75 | قل من كان في الضلالة فليمدد له الرحمن مدا حتى إذا رأوا ما يوعدون إما العذاب وإما الساعة فسيعلمون من هو شر مكانا وأضعف جندا |
| | | Zeg: Aan hem die in dwaling verkeert, zal God een lang en voorspoedig leven schenken. Tot zij zien waarmede zij worden bedreigd; hetzij de straf van dit leven of die van het jongste uur, en hierna zullen zij weten, wie in den slechten toestand verkeert en het zwakste van krachten is. |
|
2326 | 19 | 76 | ويزيد الله الذين اهتدوا هدى والباقيات الصالحات خير عند ربك ثوابا وخير مردا |
| | | God zal tot de goede richting bijdragen van hen die op den rechten weg zijn geleid. En de goede werken, die eeuwig blijven, zijn voor het aangezicht van uwen Heer, wat de belooning betreft, beter dan wereldsche bezittingen, en verkieslijker met betrekking tot de toekomstige belooning. |
|
2327 | 19 | 77 | أفرأيت الذي كفر بآياتنا وقال لأوتين مالا وولدا |
| | | Hebt gij hem gezien, die niet in onze teekenen gelooft, en zegt: Zekerlijk zullen mij rijkdommen en kinderen worden geschonken? |
|
2328 | 19 | 78 | أطلع الغيب أم اتخذ عند الرحمن عهدا |
| | | Is hij bekend met de geheimen der toekomst, of heeft hij een verbond met den Barmhartige aangegaan, dat het zoo zal wezen? Volstrekt niet. |
|
2329 | 19 | 79 | كلا سنكتب ما يقول ونمد له من العذاب مدا |
| | | Wij zullen zekerlijk opschrijven wat hij zegt, en zijne straf vermeerderen. |
|
2330 | 19 | 80 | ونرثه ما يقول ويأتينا فردا |
| | | En wij zullen zijn erfgenaam wezen van datgene, waarvan hij spreekt, en op den jongsten dag zal hij alleen en naakt voor ons verschijnen. |
|
2331 | 19 | 81 | واتخذوا من دون الله آلهة ليكونوا لهم عزا |
| | | Zij hebben andere goden naast God genomen, opdat zij hun tot zegen konden zijn. Volstrekt niet. |
|