نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
2215 | 18 | 75 | قال ألم أقل لك إنك لن تستطيع معي صبرا |
| | | Hij zei: "Heb ik niet gezegd dat je het met mij niet zou kunnen uithouden?" |
|
2216 | 18 | 76 | قال إن سألتك عن شيء بعدها فلا تصاحبني قد بلغت من لدني عذرا |
| | | Hij zei: "Als ik je hierna nog eens naar iets vraag, dan moetje mij niet verder met je mee laten gaan. Van mijn kant heb je al een verontschuldiging gekregen." |
|
2217 | 18 | 77 | فانطلقا حتى إذا أتيا أهل قرية استطعما أهلها فأبوا أن يضيفوهما فوجدا فيها جدارا يريد أن ينقض فأقامه قال لو شئت لاتخذت عليه أجرا |
| | | Zo gingen zij dan verder totdat zij, toen zij bij de mensen van de stad gekomen waren, hun om voedsel vroegen. Maar zij weigerden hun gastvrijheid te verlenen. Toen vonden zij daar een muur die dreigde in te storten, maar hij zette hem overeind. Hij zei: "Als je wilde, had je daarvoor loon kunnen krijgen." |
|
2218 | 18 | 78 | قال هذا فراق بيني وبينك سأنبئك بتأويل ما لم تستطع عليه صبرا |
| | | Hij zei: "Dit is dan de scheiding tussen jou en mij. Ik zal je de uitleg meedelen van wat jij niet kon uithouden. |
|
2219 | 18 | 79 | أما السفينة فكانت لمساكين يعملون في البحر فأردت أن أعيبها وكان وراءهم ملك يأخذ كل سفينة غصبا |
| | | Wat het schip betreft, dat was van arme mensen die op zee werken en ik wenste het te beschadigen. Hun stond namelijk een koning te wachten die elk schip met geweld nam. |
|
2220 | 18 | 80 | وأما الغلام فكان أبواه مؤمنين فخشينا أن يرهقهما طغيانا وكفرا |
| | | Wat de jonge man betreft, zijn ouders waren gelovige mensen en wij vreesden dat hij hen door onbeschaamdheid en ongeloof te zeer zou kwellen. |
|
2221 | 18 | 81 | فأردنا أن يبدلهما ربهما خيرا منه زكاة وأقرب رحما |
| | | Wij wensten dus dat hun Heer hun iemand voor hem in de plaats zou geven die zuiverder en vriendelijker zou zijn dan hij. |
|
2222 | 18 | 82 | وأما الجدار فكان لغلامين يتيمين في المدينة وكان تحته كنز لهما وكان أبوهما صالحا فأراد ربك أن يبلغا أشدهما ويستخرجا كنزهما رحمة من ربك وما فعلته عن أمري ذلك تأويل ما لم تسطع عليه صبرا |
| | | En wat de muur betreft, die was van twee weesjongens in de stad en er was een schat onder die hun beiden toebehoorde en hun vader was een rechtschapen man geweest. Jouw Heer wenste dat zij volgroeid zouden zijn en hun schat tevoorschijn halen; het was barmhartigheid van jouw Heer. Ik deed het niet uit eigen beweging. Dat is de uitleg van wat jij niet kon uithouden." |
|
2223 | 18 | 83 | ويسألونك عن ذي القرنين قل سأتلو عليكم منه ذكرا |
| | | En zij vragen jou naar de man met de twee horens. Zeg: "Ik zal jullie over hem een verslag voorlezen." |
|
2224 | 18 | 84 | إنا مكنا له في الأرض وآتيناه من كل شيء سببا |
| | | Wij hadden hem op de aarde macht gegeven en een toegangsweg tot alle dingen. |
|