نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
2189 | 18 | 49 | ووضع الكتاب فترى المجرمين مشفقين مما فيه ويقولون يا ويلتنا مال هذا الكتاب لا يغادر صغيرة ولا كبيرة إلا أحصاها ووجدوا ما عملوا حاضرا ولا يظلم ربك أحدا |
| | | En het boek wordt voorgelegd en dan zul jij de boosdoeners terug zien deinzen voor wat erin staat en zij zullen zeggen: "Wee ons, wat is er met dit boek dat niets kleins en niets groots onopgesomd laat?" En zij vinden dat wat zij deden aanwezig is. En jouw Heer doet niemand onrecht aan. |
|
2190 | 18 | 50 | وإذ قلنا للملائكة اسجدوا لآدم فسجدوا إلا إبليس كان من الجن ففسق عن أمر ربه أفتتخذونه وذريته أولياء من دوني وهم لكم عدو بئس للظالمين بدلا |
| | | Toen Wij tot de engelen zeiden: "Buigt eerbiedig neer voor Adam", bogen zij zich eerbiedig neer, behalve Iblies die tot de djinn behoorde; hij zondigde dus tegen het bevel van zijn Heer. Zullen jullie dan hem en zijn nageslacht in plaats van mij als beschermers nemen, terwijl zij jullie tot vijand zijn. Dat is pas een slechte ruil voor de onrechtplegers. * |
|
2191 | 18 | 51 | ما أشهدتهم خلق السماوات والأرض ولا خلق أنفسهم وما كنت متخذ المضلين عضدا |
| | | Ik liet hen niet getuige zijn van de schepping van de hemelen en de aarde en ook niet van de schepping van henzelf; Ik neem hen die tot dwaling brengen toch niet als steun. |
|
2192 | 18 | 52 | ويوم يقول نادوا شركائي الذين زعمتم فدعوهم فلم يستجيبوا لهم وجعلنا بينهم موبقا |
| | | En op de dag dat Hij zegt: "Roept Mijn [zogenaamd goddelijke] metgezellen van wie jullie het bestaan beweerden." Dan roepen zij hen aan, maar zij geven hun geen gehoor. En Wij maken tussen hen een afgrond. |
|
2193 | 18 | 53 | ورأى المجرمون النار فظنوا أنهم مواقعوها ولم يجدوا عنها مصرفا |
| | | En de boosdoeners zien het vuur en vermoeden al dat zij erin zullen vallen en zij merken dat er geen ontkomen aan is. |
|
2194 | 18 | 54 | ولقد صرفنا في هذا القرآن للناس من كل مثل وكان الإنسان أكثر شيء جدلا |
| | | En Wij hebben in deze Koran voor de mensen toch allerlei voorbeelden uiteengezet, maar de mens is het meest van al twistziek. |
|
2195 | 18 | 55 | وما منع الناس أن يؤمنوا إذ جاءهم الهدى ويستغفروا ربهم إلا أن تأتيهم سنة الأولين أو يأتيهم العذاب قبلا |
| | | En de mensen werden toen de leidraad tot hen kwam slechts gehinderd te geloven en hun Heer om vergeving te vragen, opdat de gebruikelijke behandeling van hen die er eertijds waren tot hen zou komen of de bestraffing in allerlei soorten tot hen zou komen. |
|
2196 | 18 | 56 | وما نرسل المرسلين إلا مبشرين ومنذرين ويجادل الذين كفروا بالباطل ليدحضوا به الحق واتخذوا آياتي وما أنذروا هزوا |
| | | En Wij zenden de gezondenen slechts als verkondigers van goed nieuws en als waarschuwers. En zij die ongelovig zijn redetwisten met behulp van onzin om daarmee de waarheid te weerleggen. En zij hebben met Mijn tekenen en dat waarmee zij gewaarschuwd werden de spot gedreven. |
|
2197 | 18 | 57 | ومن أظلم ممن ذكر بآيات ربه فأعرض عنها ونسي ما قدمت يداه إنا جعلنا على قلوبهم أكنة أن يفقهوه وفي آذانهم وقرا وإن تدعهم إلى الهدى فلن يهتدوا إذا أبدا |
| | | En wie is er zondiger dan hij die met de tekenen van zijn Heer vermaand is en er zich dan van afwendt en vergeet wat zijn handen tevoren deden? Wij hebben over hun harten hoezen gelegd zodat zij het niet begrijpen en in hun oren hardhorendheid. En als jij hen oproept tot de leidraad, dan zullen zij zich toch nooit in de goede richting laten leiden. |
|
2198 | 18 | 58 | وربك الغفور ذو الرحمة لو يؤاخذهم بما كسبوا لعجل لهم العذاب بل لهم موعد لن يجدوا من دونه موئلا |
| | | Maar jouw Heer is de vergevende die vol barmhartigheid is. Als Hij hun zou aanrekenen wat zij begaan hebben, dan zou Hij voor hen de bestraffing verhaasten. Toch ligt voor hen een aangewezen tijdstip vast waarvoor zij geen uitwijkplaats zullen vinden. |
|