نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
2161 | 18 | 21 | وكذلك أعثرنا عليهم ليعلموا أن وعد الله حق وأن الساعة لا ريب فيها إذ يتنازعون بينهم أمرهم فقالوا ابنوا عليهم بنيانا ربهم أعلم بهم قال الذين غلبوا على أمرهم لنتخذن عليهم مسجدا |
| | | Zo maakten Wij dat men hen ontdekte, opdat zij zouden weten dat Gods toezegging waar is en dat er aan het uur geen twijfel is. Toen zij met elkaar over hun geval twistten, zeiden zij: "Bouwt een gebouw over hen heen." Maar hun Heer kent hen het best. Zij die in hun geval overwonnen zeiden: "Wij zullen over hen heen een plaats van aanbidding inrichten." |
|
2162 | 18 | 22 | سيقولون ثلاثة رابعهم كلبهم ويقولون خمسة سادسهم كلبهم رجما بالغيب ويقولون سبعة وثامنهم كلبهم قل ربي أعلم بعدتهم ما يعلمهم إلا قليل فلا تمار فيهم إلا مراء ظاهرا ولا تستفت فيهم منهم أحدا |
| | | Ze zullen zeggen: "Drie, en de vierde van hen is hun hond" en ze zeggen: "Vijf, en de zesde van hen is hun hond." Het is een gissing naar het verborgene. En ze zeggen: "Zeven, en de achtste van hen is hun hond." Zeg: "Mijn Heer kent hun aantal het best" En slechts weinigen kennen hen. Twist dus slechts op een oppervlakkige manier over hen en vraag van geen van hen uitsluitsel over hen. |
|
2163 | 18 | 23 | ولا تقولن لشيء إني فاعل ذلك غدا |
| | | En zeg niet van iets: "Ik zal dat morgen doen" |
|
2164 | 18 | 24 | إلا أن يشاء الله واذكر ربك إذا نسيت وقل عسى أن يهدين ربي لأقرب من هذا رشدا |
| | | zonder: "als God wil." En gedenk jouw Heer wanneer je het vergeten hebt en zeg: "Misschien dat mijn Heer mij op het goede pad zal brengen, dat dichter bij de rechtschapenheid is dan dit" |
|
2165 | 18 | 25 | ولبثوا في كهفهم ثلاث مائة سنين وازدادوا تسعا |
| | | Zij waren driehonderd jaar in de grot gebleven en nog negen jaar erbij. |
|
2166 | 18 | 26 | قل الله أعلم بما لبثوا له غيب السماوات والأرض أبصر به وأسمع ما لهم من دونه من ولي ولا يشرك في حكمه أحدا |
| | | Zeg: "God weet het best hoe lang het voor hen duurde. Van Hem is het verborgene van de hemelen en de aarde. Wat is Hij scherpziend en wat is Hij scherphorend! Zij hebben buiten hem geen beschermer en Hij maakt niemand deelgenoot van Zijn oordeel." |
|
2167 | 18 | 27 | واتل ما أوحي إليك من كتاب ربك لا مبدل لكلماته ولن تجد من دونه ملتحدا |
| | | En lees voor wat Ik jou van het boek van jouw Heer heb geopenbaard. Er is niemand die Zijn woorden kan veranderen en buiten Hem zul jij geen schuilplaats vinden. |
|
2168 | 18 | 28 | واصبر نفسك مع الذين يدعون ربهم بالغداة والعشي يريدون وجهه ولا تعد عيناك عنهم تريد زينة الحياة الدنيا ولا تطع من أغفلنا قلبه عن ذكرنا واتبع هواه وكان أمره فرطا |
| | | En volhard geduldig met hen die hun Heer in de morgen en de avond aanroepen terwijl zij Zijn aangezicht zoeken en laat het niet zo zijn dat jij voor hen geen oog hebt omdat jij de pracht van het tegenwoordige leven wenst. En gehoorzaam hem niet van wie Wij het hart te onoplettend hebben gemaakt om Ons te gedenken en die zijn eigen bevlieging volgt en die onmatig is. |
|
2169 | 18 | 29 | وقل الحق من ربكم فمن شاء فليؤمن ومن شاء فليكفر إنا أعتدنا للظالمين نارا أحاط بهم سرادقها وإن يستغيثوا يغاثوا بماء كالمهل يشوي الوجوه بئس الشراب وساءت مرتفقا |
| | | En zeg: "De waarheid komt van jouw Heer vandaan." Wie het wil, die moet dan geloven en wie het wil, die moet maar ongelovig zijn. Wij hebben voor de onrechtplegers een vuur klaargemaakt dat hen van alle kanten omhult. En als zij om hulp vragen worden zij geholpen met water als gesmolten metaal dat de gezichten roostert. Dat is pas een slechte drank en het is een slechte rustplaats! |
|
2170 | 18 | 30 | إن الذين آمنوا وعملوا الصالحات إنا لا نضيع أجر من أحسن عملا |
| | | Zij die geloven en de deugdelijke daden doen? Wij zullen het loon van hen die goed werk doen niet verloren laten gaan. |
|