نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
2132 | 17 | 103 | فأراد أن يستفزهم من الأرض فأغرقناه ومن معه جميعا |
| | | En hij wenste hen door afschrikking het land uit te jagen, maar Wij verdronken hem en wie er bij hem waren allemaal. |
|
2133 | 17 | 104 | وقلنا من بعده لبني إسرائيل اسكنوا الأرض فإذا جاء وعد الآخرة جئنا بكم لفيفا |
| | | En Wij zeiden daarna tot de Israëlieten: "Bewoont het land en wanneer de toezegging van het hiernamaals uitkomt, zullen Wij jullie allen door elkaar bijeenbrengen." |
|
2134 | 17 | 105 | وبالحق أنزلناه وبالحق نزل وما أرسلناك إلا مبشرا ونذيرا |
| | | Met de waarheid hebben Wij hem neergezonden en met de waarheid is hij neergedaald en jou hebben Wij slechts gezonden als verkondiger van goed nieuws en als waarschuwer. |
|
2135 | 17 | 106 | وقرآنا فرقناه لتقرأه على الناس على مكث ونزلناه تنزيلا |
| | | En een Koran hebben Wij in gedeelten opgedeeld opdat jij hem bedachtzaam aan de mensen zou voorlezen; Wij hebben hem in gedeelten neergezonden. |
|
2136 | 17 | 107 | قل آمنوا به أو لا تؤمنوا إن الذين أوتوا العلم من قبله إذا يتلى عليهم يخرون للأذقان سجدا |
| | | Zeg: "Gelooft erin of gelooft niet. Zij aan wie vroeger al kennis gegeven was vallen op hun kinnen in eerbiedige buiging neer, wanneer hij aan hen wordt voorgelezen." |
|
2137 | 17 | 108 | ويقولون سبحان ربنا إن كان وعد ربنا لمفعولا |
| | | En zij zeggen: "Geprezen zij onze Heer. De toezegging van onze Heer is uitgevoerd." |
|
2138 | 17 | 109 | ويخرون للأذقان يبكون ويزيدهم خشوعا |
| | | En zij vallen op hun kinnen terwijl zij huilen en hun deemoed neemt erdoor toe." |
|
2139 | 17 | 110 | قل ادعوا الله أو ادعوا الرحمن أيا ما تدعوا فله الأسماء الحسنى ولا تجهر بصلاتك ولا تخافت بها وابتغ بين ذلك سبيلا |
| | | Zeg: "Roept God of roept de Erbarmer aan. Waarmee jullie ook aanroepen, Hij heeft de mooiste namen. En spreek niet luid bij je salaat en fluister daarbij ook niet, maar zoek naar een manier ertussenin." |
|
2140 | 17 | 111 | وقل الحمد لله الذي لم يتخذ ولدا ولم يكن له شريك في الملك ولم يكن له ولي من الذل وكبره تكبيرا |
| | | En zeg: "Lof zij God die zich geen kind genomen heeft en die geen metgezel in de heerschappij heeft en die geen helper tegen de vernedering behoeft. En verheerlijk Zijn grootheid!" |
|
2141 | 18 | 1 | بسم الله الرحمن الرحيم الحمد لله الذي أنزل على عبده الكتاب ولم يجعل له عوجا |
| | | Lof zij God die het boek tot Zijn dienaar heeft neergezonden en die heeft gemaakt dat het geen afwijking heeft, |
|