نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
213 | 2 | 206 | وإذا قيل له اتق الله أخذته العزة بالإثم فحسبه جهنم ولبئس المهاد |
| | | En wanneer men tot hem zegt: "Vrees God", dan krijgt de trots over de zonde hem te pakken. De hel is dus goed genoeg voor hem. Dat is pas echt een slechte rustplaats! |
|
214 | 2 | 207 | ومن الناس من يشري نفسه ابتغاء مرضات الله والله رءوف بالعباد |
| | | Onder de mensen is er ook hij die zichzelf verkoopt in zijn streven naar Gods tevredenheid. En God is vol mededogen voor de dienaren. |
|
215 | 2 | 208 | يا أيها الذين آمنوا ادخلوا في السلم كافة ولا تتبعوا خطوات الشيطان إنه لكم عدو مبين |
| | | Jullie die geloven! Treedt allen tezamen toe tot de overgave [aan God] en volgt de voetstappen van de satan niet, want hij is een verklaarde vijand van jullie. |
|
216 | 2 | 209 | فإن زللتم من بعد ما جاءتكم البينات فاعلموا أن الله عزيز حكيم |
| | | Als jullie echter een misstap maken, nadat de duidelijke bewijzen tot jullie zijn gekomen, weet dan dat God machtig is en wijs. |
|
217 | 2 | 210 | هل ينظرون إلا أن يأتيهم الله في ظلل من الغمام والملائكة وقضي الأمر وإلى الله ترجع الأمور |
| | | Kunnen zij dan iets anders verwachten dan dat God in de schaduwen van de wolken tot hen komt en ook de engelen? De zaak is dan beslist. En aan God worden alle zaken voorgelegd. |
|
218 | 2 | 211 | سل بني إسرائيل كم آتيناهم من آية بينة ومن يبدل نعمة الله من بعد ما جاءته فإن الله شديد العقاب |
| | | Vraagt de Israëlieten hoeveel duidelijke tekenen Wij hun gegeven hebben. Maar als iemand Gods genade verandert, nadat die tot hem is gekomen, dan is God streng in de afstraffing. |
|
219 | 2 | 212 | زين للذين كفروا الحياة الدنيا ويسخرون من الذين آمنوا والذين اتقوا فوقهم يوم القيامة والله يرزق من يشاء بغير حساب |
| | | Het tegenwoordige leven is voor hen die ongelovig zijn aantrekkelijk gemaakt en zij maken hen die geloven belachelijk. Maar zij die godvrezend zijn staan op de opstandingsdag boven hen. God geeft levensonderhoud aan wie Hij wil, zonder afrekening. |
|
220 | 2 | 213 | كان الناس أمة واحدة فبعث الله النبيين مبشرين ومنذرين وأنزل معهم الكتاب بالحق ليحكم بين الناس فيما اختلفوا فيه وما اختلف فيه إلا الذين أوتوه من بعد ما جاءتهم البينات بغيا بينهم فهدى الله الذين آمنوا لما اختلفوا فيه من الحق بإذنه والله يهدي من يشاء إلى صراط مستقيم |
| | | De mensen waren [oorspronkelijk] één gemeenschap. Vervolgens zond God de profeten als verkondigers van de blijde boodschap en als waarschuwers. [Telkens] zond Hij met hen het boek met de waarheid neer om tussen de mensen te oordelen over de dingen waarover zij het oneens waren. Maar degenen aan wie het gegeven was werden het er slechts uit onderlinge nijd over oneens, nadat de duidelijke bewijzen tot hen gekomen waren. Daarop heeft God in Zijn goedheid hen die geloven geleid tot de waarheid, waarover zij het oneens waren. God leidt wie Hij wil op een juiste weg. |
|
221 | 2 | 214 | أم حسبتم أن تدخلوا الجنة ولما يأتكم مثل الذين خلوا من قبلكم مستهم البأساء والضراء وزلزلوا حتى يقول الرسول والذين آمنوا معه متى نصر الله ألا إن نصر الله قريب |
| | | Of rekenden jullie erop de tuin binnen te gaan, terwijl jullie nog niet iets dergelijks is overkomen als hun die voor jullie tijd zijn heengegaan? Tegenspoed en rampspoed trof hen en zij werden zozeer geschokt dat de gezant en zij die samen met hem geloofden zeiden: "Wanneer komt Gods hulp?" Zeker, Gods hulp is nabij. |
|
222 | 2 | 215 | يسألونك ماذا ينفقون قل ما أنفقتم من خير فللوالدين والأقربين واليتامى والمساكين وابن السبيل وما تفعلوا من خير فإن الله به عليم |
| | | Zij vragen jou wat zij als bijdragen zullen geven. Zeg: "Laat het goede dat jullie als bijdragen geven zijn voor de ouders, de verwanten, de wezen, de behoeftigen en voor hem die onderweg is. Het goede dat jullie doen daarover is God wetend. |
|