نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
2119 | 17 | 90 | وقالوا لن نؤمن لك حتى تفجر لنا من الأرض ينبوعا |
| | | Zij zeggen: Wij zullen niet in u gelooven, tot gij een waterstraal voor ons uit de aarde doet opspringen. |
|
2120 | 17 | 91 | أو تكون لك جنة من نخيل وعنب فتفجر الأنهار خلالها تفجيرا |
| | | Of indien gij een tuin van palmboomen en wijngaarden hebt en dat gij uit het midden rivieren in overvloed doet ontspringen. |
|
2121 | 17 | 92 | أو تسقط السماء كما زعمت علينا كسفا أو تأتي بالله والملائكة قبيلا |
| | | Of indien gij een deel der hemelen op ons doet nedervallen, of dat gij God en de engelen doet verschijnen, om borg voor u te blijven. |
|
2122 | 17 | 93 | أو يكون لك بيت من زخرف أو ترقى في السماء ولن نؤمن لرقيك حتى تنزل علينا كتابا نقرؤه قل سبحان ربي هل كنت إلا بشرا رسولا |
| | | Of dat gij een huis van goud hebt, of dat gij met eene ladder tot den hemel opklimt; nimmer zullen wij gelooven dat gij daarvan alleen zijt afgestegen, tot gij een boek tot ons doet nederdalen, brengende getuigenis van u hetgeen wij zouden kunnen lezen. Antwoord: Mijn Heer zij geloofd! Ben ik iets anders dan een mensch die als gezant wordt afgevaardigd. |
|
2123 | 17 | 94 | وما منع الناس أن يؤمنوا إذ جاءهم الهدى إلا أن قالوا أبعث الله بشرا رسولا |
| | | En niets verhindert de menschen te gelooven, als eene leiding tot hen is gekomen, dan dat zij zeggen: Heeft God een mensch als zijn gezant nedergezonden? |
|
2124 | 17 | 95 | قل لو كان في الأرض ملائكة يمشون مطمئنين لنزلنا عليهم من السماء ملكا رسولا |
| | | Antwoord: Indien de engelen op aarde hadden gewandeld als rustige inwoners, zouden wij zekerlijk een engel als onzen gezant van den hemel tot hen hebben nedergezonden. |
|
2125 | 17 | 96 | قل كفى بالله شهيدا بيني وبينكم إنه كان بعباده خبيرا بصيرا |
| | | Zeg: God is een voldoende getuige tusschen mij en u; want hij kent en ziet zijne dienaren. |
|
2126 | 17 | 97 | ومن يهد الله فهو المهتد ومن يضلل فلن تجد لهم أولياء من دونه ونحشرهم يوم القيامة على وجوههم عميا وبكما وصما مأواهم جهنم كلما خبت زدناهم سعيرا |
| | | Wie door God geleid wordt, zal goed geleid zijn, en hij, wien hij zal doen dwalen, zal geene hulp buiten hem verzamelen op den dag der opstanding, liggende op hunne aangezichten, blind, stom en doof; hun verblijf zal de hel zijn. Zoo dikwijls het vuur daarvan zal worden uitgebluscht, zullen wij eene nieuwe vlam doen ontstaan om hen te martelen. |
|
2127 | 17 | 98 | ذلك جزاؤهم بأنهم كفروا بآياتنا وقالوا أإذا كنا عظاما ورفاتا أإنا لمبعوثون خلقا جديدا |
| | | Dit zal hunne vergelding zijn, omdat zij niet in onze teekens gelooven, en zeggen: als wij tot beenderen en stof veranderd zullen zijn, zullen wij dan zekerlijk als nieuwe schepselen opstaan? |
|
2128 | 17 | 99 | أولم يروا أن الله الذي خلق السماوات والأرض قادر على أن يخلق مثلهم وجعل لهم أجلا لا ريب فيه فأبى الظالمون إلا كفورا |
| | | Zien zij niet, dat God, die de hemelen en de aarde schiep, in staat is andere lichamen te vormen, gelijk aan de hunne? En hij heeft hen een beperkten tijd bepaald: dit is ontwijfelbaar; maar de goddeloozen verwerpen de waarheid alleen uit ongeloof. |
|