نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
2041 | 17 | 12 | وجعلنا الليل والنهار آيتين فمحونا آية الليل وجعلنا آية النهار مبصرة لتبتغوا فضلا من ربكم ولتعلموا عدد السنين والحساب وكل شيء فصلناه تفصيلا |
| | | Wij hebben de dag en de nacht tot twee tekenen gemaakt en het teken van de nacht hebben Wij toen uitgewist en het teken van de dag hebben Wij gemaakt om te zien en opdat jullie streven naar een gunst van jullie Heer en opdat jullie het aantal van de jaren en de berekening weten en alles hebben Wij duidelijk uiteengezet. |
|
2042 | 17 | 13 | وكل إنسان ألزمناه طائره في عنقه ونخرج له يوم القيامة كتابا يلقاه منشورا |
| | | En bij iedere mens hebben Wij zijn lotsbestemming aan zijn nek vastgemaakt en Wij zullen voor hem op de opstandingsdag een boek tevoorschijn halen dat hij opengeslagen zal aantreffen: |
|
2043 | 17 | 14 | اقرأ كتابك كفى بنفسك اليوم عليك حسيبا |
| | | "Lees jouw boek, jij bent zelf vandaag goed genoeg om af te rekenen." |
|
2044 | 17 | 15 | من اهتدى فإنما يهتدي لنفسه ومن ضل فإنما يضل عليها ولا تزر وازرة وزر أخرى وما كنا معذبين حتى نبعث رسولا |
| | | Wie zich de goede richting laat wijzen, die volgt het goede pad slechts in zijn eigen voordeel en wie dwaalt, dwaalt slechts tot zijn eigen nadeel en niemand is belast met de last van een ander. En Wij bestraffen niet voordat Wij een gezant hebben opgeroepen. |
|
2045 | 17 | 16 | وإذا أردنا أن نهلك قرية أمرنا مترفيها ففسقوا فيها فحق عليها القول فدمرناها تدميرا |
| | | En wanneer Wij een stad wensten te vernietigen gaven Wij aan hen die daarin in luxe leven bevel. Dan gedroegen zij zich verderfelijk en dan heeft de uitspraak tegen haar zich bewaarheid en vernietigden Wij haar geheel. |
|
2046 | 17 | 17 | وكم أهلكنا من القرون من بعد نوح وكفى بربك بذنوب عباده خبيرا بصيرا |
| | | En hoeveel generaties hebben Wij na Noeh reeds vernietigd! Jouw Heer is over de zonden van Zijn dienaren goed genoeg ingelicht en doorziet ze. |
|
2047 | 17 | 18 | من كان يريد العاجلة عجلنا له فيها ما نشاء لمن نريد ثم جعلنا له جهنم يصلاها مذموما مدحورا |
| | | Wie het snel voorbijgaande leven wenst, die bezorgen Wij daarin snel wat Wij willen, voor wie Wij wensen. Dan maken Wij voor hem de hel om in te braden, verafschuwd en verstoten als hij is. |
|
2048 | 17 | 19 | ومن أراد الآخرة وسعى لها سعيها وهو مؤمن فأولئك كان سعيهم مشكورا |
| | | Wie het hiernamaals wenst en dat ijverig nastreeft terwijl hij gelovig is, zij zijn het aan wie voor hun streven dank betuigd wordt. |
|
2049 | 17 | 20 | كلا نمد هؤلاء وهؤلاء من عطاء ربك وما كان عطاء ربك محظورا |
| | | Allen sterken Wij, dezen en genen, door de gave van jouw Heer. De gave van jouw Heer wordt niet ontzegd. |
|
2050 | 17 | 21 | انظر كيف فضلنا بعضهم على بعض وللآخرة أكبر درجات وأكبر تفضيلا |
| | | Kijk hoe Wij sommigen van hen boven anderen hebben bevoorrecht en het hiernamaals heeft hogere rangen en grotere bevoorrechtingen. |
|