نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1926 | 16 | 25 | ليحملوا أوزارهم كاملة يوم القيامة ومن أوزار الذين يضلونهم بغير علم ألا ساء ما يزرون |
| | | Dat zij op de opstandingsdag hun volle lasten mogen dragen en ook nog iets van de lasten van hen die zij zonder kennis tot dwaling brengen. Is het niet slecht waarmee zij worden belast? |
|
1927 | 16 | 26 | قد مكر الذين من قبلهم فأتى الله بنيانهم من القواعد فخر عليهم السقف من فوقهم وأتاهم العذاب من حيث لا يشعرون |
| | | Zij die er voor hun tijd waren beraamden al plannen, maar God greep hun bouwwerk bij de fundamenten en het dak viel van bovenaf op hen en de bestraffing kwam tot hen vanwaar zij het niet beseften. |
|
1928 | 16 | 27 | ثم يوم القيامة يخزيهم ويقول أين شركائي الذين كنتم تشاقون فيهم قال الذين أوتوا العلم إن الخزي اليوم والسوء على الكافرين |
| | | En dan, op de opstandingsdag zal Hij hen te schande maken en zeggen: "Waar zijn Mijn [zogenaamd goddelijke] metgezellen om wie jullie zo tegengewerkt hebben?" Zij aan wie de kennis gegeven is zeggen: "De schande en het kwaad komen vandaag over de ongelovigen, |
|
1929 | 16 | 28 | الذين تتوفاهم الملائكة ظالمي أنفسهم فألقوا السلم ما كنا نعمل من سوء بلى إن الله عليم بما كنتم تعملون |
| | | die door de engelen worden weggenomen, terwijl zij zichzelf onrecht hebben aangedaan en die dan vrede aanbieden: 'Wij deden geen kwaad.?" "Integendeel, God weet wat jullie aan het doen waren. |
|
1930 | 16 | 29 | فادخلوا أبواب جهنم خالدين فيها فلبئس مثوى المتكبرين |
| | | Gaat de poorten van de hel binnen om er altijd in te blijven." Dat is pas echt een slechte verblijfplaats voor de hoogmoedigen. * |
|
1931 | 16 | 30 | وقيل للذين اتقوا ماذا أنزل ربكم قالوا خيرا للذين أحسنوا في هذه الدنيا حسنة ولدار الآخرة خير ولنعم دار المتقين |
| | | Ook tot hen die godvrezend zijn wordt gezegd: "Wat is het dat jullie Heer heeft neergezonden?" Dan zeggen zij: "Iets goeds." Voor hen die in dit tegenwoordige leven goed doen is er iets goeds, maar de woning van het hiernamaals is beter. Dat is pas een goede woning voor de godvrezenden! |
|
1932 | 16 | 31 | جنات عدن يدخلونها تجري من تحتها الأنهار لهم فيها ما يشاءون كذلك يجزي الله المتقين |
| | | De tuinen van 'Adn zullen zij binnengaan waar de rivieren onderdoor stromen. Zij hebben daarin wat zij willen. Zo beloont God de godvrezenden, |
|
1933 | 16 | 32 | الذين تتوفاهم الملائكة طيبين يقولون سلام عليكم ادخلوا الجنة بما كنتم تعملون |
| | | die door de engelen als goede mensen worden weggenomen. Zij zeggen: "Vrede zij met jullie, gaat de tuin binnen voor wat jullie gedaan hebben." |
|
1934 | 16 | 33 | هل ينظرون إلا أن تأتيهم الملائكة أو يأتي أمر ربك كذلك فعل الذين من قبلهم وما ظلمهم الله ولكن كانوا أنفسهم يظلمون |
| | | Kunnen zij dan iets anders verwachten dan dat de engelen tot hen komen of dat de beschikking van hun Heer komt? Zo handelden ook zij die er voor hun tijd waren. God deed hun geen onrecht aan, maar zij deden zichzelf onrecht aan. |
|
1935 | 16 | 34 | فأصابهم سيئات ما عملوا وحاق بهم ما كانوا به يستهزئون |
| | | De slechte daden die ze deden hebben hen dus getroffen en zij werden ingesloten door dat waarmee zij de spot dreven. |
|