نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
190 | 2 | 183 | يا أيها الذين آمنوا كتب عليكم الصيام كما كتب على الذين من قبلكم لعلكم تتقون |
| | | Jullie die geloven! Aan jullie is voorgeschreven te vasten, zoals het was voorgeschreven aan hen die er voor jullie waren -- misschien zullen jullie godvrezend zijn -- |
|
191 | 2 | 184 | أياما معدودات فمن كان منكم مريضا أو على سفر فعدة من أيام أخر وعلى الذين يطيقونه فدية طعام مسكين فمن تطوع خيرا فهو خير له وأن تصوموا خير لكم إن كنتم تعلمون |
| | | voor een bepaald aantal dagen. Maar als iemand van jullie ziek is of op reis, dan een aantal andere dagen. En zij die er wel toe in staat zijn [maar het niet doen] hebben als vervangende plicht een behoeftige te spijzigen, maar als iemand uit zichzelf iets goeds doet, is dat beter voor hem en dat jullie vasten is ook beter voor jullie, als jullie dat maar weten. |
|
192 | 2 | 185 | شهر رمضان الذي أنزل فيه القرآن هدى للناس وبينات من الهدى والفرقان فمن شهد منكم الشهر فليصمه ومن كان مريضا أو على سفر فعدة من أيام أخر يريد الله بكم اليسر ولا يريد بكم العسر ولتكملوا العدة ولتكبروا الله على ما هداكم ولعلكم تشكرون |
| | | De maand Ramadaan is het waarin de Koran werd neergezonden als een leidraad voor de mensen en als duidelijke bewijzen van de leidraad en het reddend onderscheidingsmiddel. Wie van jullie aanwezig is in de maand die moet erin vasten en als iemand ziek is of op reis, dan een aantal andere dagen. God wenst het jullie gemakkelijk te maken en niet moeilijk. Maakt het aantal dus vol en verheerlijkt God. Misschien zullen jullie dank betuigen. |
|
193 | 2 | 186 | وإذا سألك عبادي عني فإني قريب أجيب دعوة الداع إذا دعان فليستجيبوا لي وليؤمنوا بي لعلهم يرشدون |
| | | Wanneer Mijn dienaren jou naar Mij vragen: Ik ben nabij. Ik verhoor het gebed van iemand die bidt, wanneer hij Mij aanroept. Zij moeten Mij dus gehoor geven en in Mij geloven. Misschien zullen zij de goede weg opgaan. |
|
194 | 2 | 187 | أحل لكم ليلة الصيام الرفث إلى نسائكم هن لباس لكم وأنتم لباس لهن علم الله أنكم كنتم تختانون أنفسكم فتاب عليكم وعفا عنكم فالآن باشروهن وابتغوا ما كتب الله لكم وكلوا واشربوا حتى يتبين لكم الخيط الأبيض من الخيط الأسود من الفجر ثم أتموا الصيام إلى الليل ولا تباشروهن وأنتم عاكفون في المساجد تلك حدود الله فلا تقربوها كذلك يبين الله آياته للناس لعلهم يتقون |
| | | Het is jullie toegestaan in de nacht van de vasten omgang met jullie vrouwen te hebben; zij zijn bekleding voor jullie en jullie bekleding voor haar. God weet dat jullie jezelf bedriegen, dus heeft Hij zich genadig tot jullie gewend en jullie vergeven. Hebt nu dus gemeenschap met haar en streeft naar wat God jullie heeft voorgeschreven. Eet en drinkt totdat voor jullie in de morgenschemering de witte draad van de zwarte draad te onderscheiden is. Vast dan volledig tot aan de nacht. En hebt geen gemeenschap met haar, terwijl jullie in de moskeeën verblijven. Dat zijn Gods beperkingen. Komt die niet te na. Zo maakt God Zijn tekenen aan de mensen duidelijk. Misschien zullen jullie godvrezend worden. |
|
195 | 2 | 188 | ولا تأكلوا أموالكم بينكم بالباطل وتدلوا بها إلى الحكام لتأكلوا فريقا من أموال الناس بالإثم وأنتم تعلمون |
| | | Verteert niet onderling door bedrog elkaars bezittingen en gebruikt ze niet om ermee de rechters te beïnvloeden, om een deel van de bezittingen van de mensen willens en wetens in zonde te verteren. |
|
196 | 2 | 189 | يسألونك عن الأهلة قل هي مواقيت للناس والحج وليس البر بأن تأتوا البيوت من ظهورها ولكن البر من اتقى وأتوا البيوت من أبوابها واتقوا الله لعلكم تفلحون |
| | | Zij vragen jou naar de nieuwe manen. Zeg: "Zij zijn tijdsaanduidingen voor de mensen en de bedevaart." Vroomheid is niet dat jullie de huizen aan de achterkant ingaat, maar vroom is wie godvrezend is. Gaat dus door de deuren de huizen in en vreest God; misschien dat het jullie welgaat. |
|
197 | 2 | 190 | وقاتلوا في سبيل الله الذين يقاتلونكم ولا تعتدوا إن الله لا يحب المعتدين |
| | | En bestrijdt op Gods weg hen die jullie bestrijden, maar begaat geen overtredingen; God bemint de overtreders niet. |
|
198 | 2 | 191 | واقتلوهم حيث ثقفتموهم وأخرجوهم من حيث أخرجوكم والفتنة أشد من القتل ولا تقاتلوهم عند المسجد الحرام حتى يقاتلوكم فيه فإن قاتلوكم فاقتلوهم كذلك جزاء الكافرين |
| | | Doodt hen waar jullie hen aantreffen en verdrijft hen waarvandaan zij jullie verdreven hebben. Verzoeking is erger dan te doden. Strijdt niet tegen hen bij de heilige moskee, zolang zij daarin niet tegen jullie strijden. Als zij tegen jullie strijden, strijdt dan tegen hen; zo is de vergelding voor de ongelovigen. |
|
199 | 2 | 192 | فإن انتهوا فإن الله غفور رحيم |
| | | Maar als zij ophouden, dan is God vergevend en barmhartig. |
|