نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
177 | 2 | 170 | وإذا قيل لهم اتبعوا ما أنزل الله قالوا بل نتبع ما ألفينا عليه آباءنا أولو كان آباؤهم لا يعقلون شيئا ولا يهتدون |
| | | En als tot hen gezegd wordt: "Volgt wat God heeft neergezonden na" zeggen zij: "Welnee, wij volgen dat na waarvan wij merken dat onze vaderen er zich aan hielden." Ook dan soms als hun vaderen helemaal niet verstandig waren en zich niet de goede richting hadden laten wijzen? |
|
178 | 2 | 171 | ومثل الذين كفروا كمثل الذي ينعق بما لا يسمع إلا دعاء ونداء صم بكم عمي فهم لا يعقلون |
| | | Zij die ongelovig zijn lijken bijvoorbeeld op iemand die schreeuwt tot iets wat alleen maar de roep en de kreet hoort. Doof, stom en blind zijn zij. Zij worden dan ook niet verstandig. |
|
179 | 2 | 172 | يا أيها الذين آمنوا كلوا من طيبات ما رزقناكم واشكروا لله إن كنتم إياه تعبدون |
| | | Jullie die geloven! Eet van de goede dingen die Wij jullie voor jullie levensonderhoud gegeven hebben en betuigt dank aan God, als Hij het is die jullie dienen. |
|
180 | 2 | 173 | إنما حرم عليكم الميتة والدم ولحم الخنزير وما أهل به لغير الله فمن اضطر غير باغ ولا عاد فلا إثم عليه إن الله غفور رحيم |
| | | Hij heeft voor jullie slechts verboden wat vanzelf is doodgegaan, bloed, varkensvlees en vlees van iets waarover iets anders dan God is aangeroepen. Maar wie ertoe gedwongen wordt, niet uit begeerte of om te overtreden, voor hem is het geen vergrijp. God is vergevend en barmhartig. |
|
181 | 2 | 174 | إن الذين يكتمون ما أنزل الله من الكتاب ويشترون به ثمنا قليلا أولئك ما يأكلون في بطونهم إلا النار ولا يكلمهم الله يوم القيامة ولا يزكيهم ولهم عذاب أليم |
| | | Zij die verbergen wat God van het boek heeft neergezonden en het verkwanselen, zij zullen in hun buiken slechts vuur te verteren krijgen en God zal op de opstandingsdag niet tot hen spreken, noch zal Hij hen louteren. Voor hen is er een pijnlijke bestraffing. |
|
182 | 2 | 175 | أولئك الذين اشتروا الضلالة بالهدى والعذاب بالمغفرة فما أصبرهم على النار |
| | | Zij zijn het die de dwaalweg ten koste van de leidraad gekocht hebben en de bestraffing ten koste van de vergeving. Hoe kunnen zij het in het vuur uithouden? |
|
183 | 2 | 176 | ذلك بأن الله نزل الكتاب بالحق وإن الذين اختلفوا في الكتاب لفي شقاق بعيد |
| | | Dat [gebeurt], omdat God het boek met de waarheid heeft neergezonden. Zij die over het boek van mening verschillen zijn het vergaand oneens. |
|
184 | 2 | 177 | ليس البر أن تولوا وجوهكم قبل المشرق والمغرب ولكن البر من آمن بالله واليوم الآخر والملائكة والكتاب والنبيين وآتى المال على حبه ذوي القربى واليتامى والمساكين وابن السبيل والسائلين وفي الرقاب وأقام الصلاة وآتى الزكاة والموفون بعهدهم إذا عاهدوا والصابرين في البأساء والضراء وحين البأس أولئك الذين صدقوا وأولئك هم المتقون |
| | | Vroomheid is niet dat jullie je gezichten naar het oosten en het westen wendt, maar vroom is wie gelooft in God, in de laatste dag, in de engelen, in het boek en in de profeten en wie zijn bezit, hoe lief hij dat ook heeft, geeft aan de verwanten, de wezen, de behoeftigen, aan hem die onderweg is, aan de bedelaars en voor [de vrijkoop van] de slaven, en wie de salaat verricht en de zakaat geeft en wie hun verbintenis nakomen, als zij een verbintenis zijn aangegaan en wie volhardend zijn in tegenspoed en rampspoed en ten tijde van strijd. Zij zijn het die oprecht zijn en dat zijn de godvrezenden. |
|
185 | 2 | 178 | يا أيها الذين آمنوا كتب عليكم القصاص في القتلى الحر بالحر والعبد بالعبد والأنثى بالأنثى فمن عفي له من أخيه شيء فاتباع بالمعروف وأداء إليه بإحسان ذلك تخفيف من ربكم ورحمة فمن اعتدى بعد ذلك فله عذاب أليم |
| | | Jullie die geloven! Aan jullie is voorgeschreven te vergelden bij doodslag: een vrije voor een vrije, een slaaf voor een slaaf en een vrouw voor een vrouw. Als iemand iets wordt kwijtgescholden door zijn broeder dan moet de invordering in redelijkheid en de afdoening aan hem op juiste wijze gebeuren. Dat is een verlichting van jullie Heer en barmhartigheid. Wie daarna overtredingen begaat, voor hem is er een pijnlijke bestraffing. |
|
186 | 2 | 179 | ولكم في القصاص حياة يا أولي الألباب لعلكم تتقون |
| | | Voor jullie is er in de vergelding leven, o verstandigen; misschien worden jullie godvrezend. |
|