بسم الله الرحمن الرحيم

نتائج البحث: 6236
ترتيب الآيةرقم السورةرقم الآيةالاية
1759149ألم يأتكم نبأ الذين من قبلكم قوم نوح وعاد وثمود والذين من بعدهم لا يعلمهم إلا الله جاءتهم رسلهم بالبينات فردوا أيديهم في أفواههم وقالوا إنا كفرنا بما أرسلتم به وإنا لفي شك مما تدعوننا إليه مريب
Is tot jullie niet de mededeling gekomen over hen die er voor jullie tijd waren, het volk van Noeh en de 'Aad en de Thamoed en hen die er na hen waren die alleen God kent. Tot hen kwamen hun gezanten met de duidelijke bewijzen, maar zij stopten hun handen in hun monden en zeiden: "Waarmee jullie gezonden zijn daaraan hechten wij geen geloof. Wij verkeren namelijk in hevige twijfel over dat waartoe jij ons oproept." *
17601410قالت رسلهم أفي الله شك فاطر السماوات والأرض يدعوكم ليغفر لكم من ذنوبكم ويؤخركم إلى أجل مسمى قالوا إن أنتم إلا بشر مثلنا تريدون أن تصدونا عما كان يعبد آباؤنا فأتونا بسلطان مبين
Hun gezanten zeiden: "Valt er dan aan God te twijfelen, de grondlegger van de hemelen en de aarde? Hij roept jullie op, om jullie vergeving te schenken voor zonden van jullie en om jullie uitstel te verlenen tot een vastgestelde termijn." Zij zeiden: "Jullie zijn slechts mensen zoals wij. Jullie willen ons afbrengen van wat onze vaderen gewoon waren te dienen. Brengt ons dan een duidelijke machtiging."
17611411قالت لهم رسلهم إن نحن إلا بشر مثلكم ولكن الله يمن على من يشاء من عباده وما كان لنا أن نأتيكم بسلطان إلا بإذن الله وعلى الله فليتوكل المؤمنون
Hun gezanten zeiden tot hen: "Wij zijn slechts mensen zoals jullie, maar God bewijst gunsten aan wie van Zijn dienaren Hij wil. En het komt ons niet toe jullie zonder Gods toestemming een machtiging te brengen. Op God moeten de gelovigen hun vertrouwen stellen.
17621412وما لنا ألا نتوكل على الله وقد هدانا سبلنا ولنصبرن على ما آذيتمونا وعلى الله فليتوكل المتوكلون
Waarom zouden wij op God niet ons vertrouwen stellen? Hij heeft ons toch op onze wegen de goede richting gewezen. En wij zullen het leed dat jullie ons aandoen geduldig verdragen. Op God moeten de gelovigen hun vertrouwen stellen."
17631413وقال الذين كفروا لرسلهم لنخرجنكم من أرضنا أو لتعودن في ملتنا فأوحى إليهم ربهم لنهلكن الظالمين
Zij die ongelovig waren zeiden tot hun gezanten: "Wij zullen jullie uit ons land verdrijven of jullie zullen tot ons geloof terugkeren." Toen openbaarde hun Heer aan hen: "Wij zullen de onrechtplegers vernietigen.
17641414ولنسكننكم الأرض من بعدهم ذلك لمن خاف مقامي وخاف وعيد
En Wij zullen jullie de aarde na hen laten bewonen. Dat is voor wie vreest om voor Mij te staan en voor wie Mijn dreigement vreest."
17651415واستفتحوا وخاب كل جبار عنيد
En zij vroegen om een goede afloop en elke weerspannige geweldenaar werd teleurgesteld.
17661416من ورائه جهنم ويسقى من ماء صديد
Hem wacht de hel en hem wordt etterwater te drinken gegeven,
17671417يتجرعه ولا يكاد يسيغه ويأتيه الموت من كل مكان وما هو بميت ومن ورائه عذاب غليظ
dat hij opslurpt maar bijna niet kan doorslikken. En de dood komt van alle kanten tot hem, maar hij sterft niet en hem wacht een harde bestraffing.
17681418مثل الذين كفروا بربهم أعمالهم كرماد اشتدت به الريح في يوم عاصف لا يقدرون مما كسبوا على شيء ذلك هو الضلال البعيد
Met hen die aan hun Heer geen geloof hechten is het zo gesteld: hun daden zijn als as waarover op een stormdag de wind raast. Zij hebben geen macht over iets wat zij verworven hebben. Dat is de vergaande dwaling.


0 ... 165.8 166.8 167.8 168.8 169.8 170.8 171.8 172.8 173.8 174.8 176.8 177.8 178.8 179.8 180.8 181.8 182.8 183.8 184.8 ... 623

إنتاج هذه المادة أخد: 0.02 ثانية


المغرب.كووم © ٢٠٠٩ - ١٤٣٠ © الحـمـد لله الـذي سـخـر لـنا هـذا :: وقف لله تعالى وصدقة جارية

534533354471208742482536164550242142334