نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1712 | 13 | 5 | وإن تعجب فعجب قولهم أإذا كنا ترابا أإنا لفي خلق جديد أولئك الذين كفروا بربهم وأولئك الأغلال في أعناقهم وأولئك أصحاب النار هم فيها خالدون |
| | | En als jij je al verwondert, dan is het zeker verwonderlijk dat zij zeggen: "Zullen wij wanneer wij stof geworden zijn, deel uitmaken van een nieuwe schepping?" Dat zijn zij die ongelovig zijn aan hun Heer en dat zijn zij die de halsketenen om hun nekken hebben en dat zijn zij, die in het vuur thuishoren; zij zullen daarin altijd blijven. |
|
1713 | 13 | 6 | ويستعجلونك بالسيئة قبل الحسنة وقد خلت من قبلهم المثلات وإن ربك لذو مغفرة للناس على ظلمهم وإن ربك لشديد العقاب |
| | | En zij willen van jou dat jij eerder het slechte dan het goede haastig brengt, hoewel er toch voor hun tijd al tot voorbeeld strekkende straffen zijn voltrokken. En jouw Heer is vol van vergeving voor de mensen, ondanks dat zij onrecht doen, maar jouw Heer is ook streng in de afstraffing. |
|
1714 | 13 | 7 | ويقول الذين كفروا لولا أنزل عليه آية من ربه إنما أنت منذر ولكل قوم هاد |
| | | Zij die ongelovig zijn zeggen: "Had er dan geen teken van zijn Heer tot hem neergezonden kunnen worden?" Maar jij bent slechts een waarschuwer; voor elke gemeenschap is er een gids die de goede richting wijst. |
|
1715 | 13 | 8 | الله يعلم ما تحمل كل أنثى وما تغيض الأرحام وما تزداد وكل شيء عنده بمقدار |
| | | God weet wat iedere vrouw draagt en hoe de baarmoeders afnemen en hoe zij toenemen en alles heeft bij Hem een maat. |
|
1716 | 13 | 9 | عالم الغيب والشهادة الكبير المتعال |
| | | De kenner van het verborgene en het waarneembare, de grote, de verhevene. |
|
1717 | 13 | 10 | سواء منكم من أسر القول ومن جهر به ومن هو مستخف بالليل وسارب بالنهار |
| | | Het maakt niet uit of iemand van jullie in het geheim spreekt of in het openbaar of zich 's nachts verbergt of overdag openlijk rondloopt. |
|
1718 | 13 | 11 | له معقبات من بين يديه ومن خلفه يحفظونه من أمر الله إن الله لا يغير ما بقوم حتى يغيروا ما بأنفسهم وإذا أراد الله بقوم سوءا فلا مرد له وما لهم من دونه من وال |
| | | Hij heeft een gevolg voor en achter zich die hem op Gods bevel bewaken. God verandert niet wat er in mensen is zolang zij niet veranderen wat er in henzelf is en wanneer God het met mensen slecht voor heeft dan is dat onafwendbaar en zij hebben buiten God niemand die hen beschermt. |
|
1719 | 13 | 12 | هو الذي يريكم البرق خوفا وطمعا وينشئ السحاب الثقال |
| | | Hij is het die jullie in vrees en begeerte de bliksem laat zien en die de zware wolken laat ontstaan. |
|
1720 | 13 | 13 | ويسبح الرعد بحمده والملائكة من خيفته ويرسل الصواعق فيصيب بها من يشاء وهم يجادلون في الله وهو شديد المحال |
| | | En de donder prijst Zijn lof; de engelen eveneens, uit vrees voor Hem. En Hij zendt de donderslagen en treft daarmee wie Hij wil, terwijl zij over God twisten. Hij is sterk in arglistigheid. |
|
1721 | 13 | 14 | له دعوة الحق والذين يدعون من دونه لا يستجيبون لهم بشيء إلا كباسط كفيه إلى الماء ليبلغ فاه وما هو ببالغه وما دعاء الكافرين إلا في ضلال |
| | | Tot Hem is het ware gebed en zij tot wie door hen in plaats van tot God wordt gebeden verhoren hen in niets; zij zijn slechts als iemand die zijn handen naar het water uitstrekt opdat het zijn mond bereikt, maar het bereikt hem niet. Het gebed van de ongelovigen mist steeds zijn doel. |
|