نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1663 | 12 | 67 | وقال يا بني لا تدخلوا من باب واحد وادخلوا من أبواب متفرقة وما أغني عنكم من الله من شيء إن الحكم إلا لله عليه توكلت وعليه فليتوكل المتوكلون |
| | | En hij zei: "O mijn zonen, gaat niet door één poort naar binnen, maar gaat door verschillende poorten naar binnen. Maar tegen God baat ik jullie niets. Het oordeel komt alleen God toe. Op Hem stel ik mijn vertrouwen en op Hem moeten zij die vertrouwen hebben hun vertrouwen stellen. |
|
1664 | 12 | 68 | ولما دخلوا من حيث أمرهم أبوهم ما كان يغني عنهم من الله من شيء إلا حاجة في نفس يعقوب قضاها وإنه لذو علم لما علمناه ولكن أكثر الناس لا يعلمون |
| | | En toen zij binnengegaan waren waarlangs hun vader hen bevolen had, baatte hun dat tegen God niets. Het was alleen maar een innerlijke behoefte van Ja'koeb die hij bevredigde. En hij was zeker iemand die kennis had van wat Wij hem onderwezen hadden. Maar de meeste mensen weten het niet. |
|
1665 | 12 | 69 | ولما دخلوا على يوسف آوى إليه أخاه قال إني أنا أخوك فلا تبتئس بما كانوا يعملون |
| | | Toen zij bij Joesoef binnenkwamen haalde hij zijn broer bij zich. Hij zei: "Ik ben het, jouw broer; wees dus niet bedroefd over wat zij gedaan hebben." |
|
1666 | 12 | 70 | فلما جهزهم بجهازهم جعل السقاية في رحل أخيه ثم أذن مؤذن أيتها العير إنكم لسارقون |
| | | Maar toen hij hen van hun proviand voorzien had, deed hij de drinkbeker in de reiszak van zijn broer. Daarop riep een omroeper uit: "Hé, jullie van de karavaan, jullie zijn dieven." |
|
1667 | 12 | 71 | قالوا وأقبلوا عليهم ماذا تفقدون |
| | | Zij zeiden terwijl zij op hem toekwamen: "Wat missen jullie dan?" |
|
1668 | 12 | 72 | قالوا نفقد صواع الملك ولمن جاء به حمل بعير وأنا به زعيم |
| | | Zij zeiden: "Wij missen de bokaal van de koning. Wie hem terugbrengt die krijgt een kameellading. Daarvoor sta ik borg." |
|
1669 | 12 | 73 | قالوا تالله لقد علمتم ما جئنا لنفسد في الأرض وما كنا سارقين |
| | | Zij zeiden: "Bij God! Jullie weten wel dat wij niet gekomen zijn om op aarde verderf te brengen en wij zijn geen dieven." |
|
1670 | 12 | 74 | قالوا فما جزاؤه إن كنتم كاذبين |
| | | Zij zeiden: "Wat is dan de vergelding ervoor als jullie leugenaars zijn?" |
|
1671 | 12 | 75 | قالوا جزاؤه من وجد في رحله فهو جزاؤه كذلك نجزي الظالمين |
| | | Zij zeiden: "De vergelding ervoor is dat hij, in wiens reiszak hij gevonden wordt, het zelf moet ontgelden. Zo vergelden wij aan de onrechtplegers." |
|
1672 | 12 | 76 | فبدأ بأوعيتهم قبل وعاء أخيه ثم استخرجها من وعاء أخيه كذلك كدنا ليوسف ما كان ليأخذ أخاه في دين الملك إلا أن يشاء الله نرفع درجات من نشاء وفوق كل ذي علم عليم |
| | | En hij begon met hun zakken vóór de zak van zijn broer. Toen haalde hij hem tevoorschijn uit de zak van zijn broer. Zo beraamden Wij een list voor Joesoef. Hij had volgens de wet van de koning zijn broer niet vast kunnen houden, maar [het gebeurde zo] omdat God het wilde. Wij geven hogere rangen aan wie Wij willen. En boven ieder die kennis bezit is er een wetende. * |
|