نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1636 | 12 | 40 | ما تعبدون من دونه إلا أسماء سميتموها أنتم وآباؤكم ما أنزل الله بها من سلطان إن الحكم إلا لله أمر ألا تعبدوا إلا إياه ذلك الدين القيم ولكن أكثر الناس لا يعلمون |
| | | Wat jullie in plaats van God dienen zijn alleen maar namen die jullie en jullie vaderen gegeven hebben waarvoor God geen enkele machtiging had neergezonden. Het oordeel komt alleen God toe. Hij beveelt dat jullie alleen Hem dienen. Dat is de juiste godsdienst, maar de meeste mensen weten het niet. |
|
1637 | 12 | 41 | يا صاحبي السجن أما أحدكما فيسقي ربه خمرا وأما الآخر فيصلب فتأكل الطير من رأسه قضي الأمر الذي فيه تستفتيان |
| | | Jullie twee medegevangenen! De een van jullie zal zijn heer wijn schenken en de ander zal gekruisigd worden en de vogels zullen van zijn hoofd eten. De zaak waarover jullie om uitsluitsel vroegen is al beslist." |
|
1638 | 12 | 42 | وقال للذي ظن أنه ناج منهما اذكرني عند ربك فأنساه الشيطان ذكر ربه فلبث في السجن بضع سنين |
| | | En hij zei tot hem van de twee van wie hij vermoedde dat hij bevrijd zou worden: "Gedenk mij bij jouw heer." Maar de satan liet hem vergeten om [hem bij] zijn heer te gedenken en zo bleef hij nog een paar jaar in de gevangenis. |
|
1639 | 12 | 43 | وقال الملك إني أرى سبع بقرات سمان يأكلهن سبع عجاف وسبع سنبلات خضر وأخر يابسات يا أيها الملأ أفتوني في رؤياي إن كنتم للرؤيا تعبرون |
| | | En de koning zei: "Ik zag zeven vette koeien die door zeven magere werden opgegeten en ook zeven groene aren en andere die droog waren. Raad van voornaamsten! Geeft mij uitsluitsel over mijn droom als jullie dromen kunnen verklaren." |
|
1640 | 12 | 44 | قالوا أضغاث أحلام وما نحن بتأويل الأحلام بعالمين |
| | | Zij zeiden: "Een wirwar van dromen en wij weten geen dromen uit te leggen!" |
|
1641 | 12 | 45 | وقال الذي نجا منهما وادكر بعد أمة أنا أنبئكم بتأويله فأرسلون |
| | | En hij van de twee die bevrijd was en die zich na een tijd herinnerde zei: "Ik zal jullie de uitleg ervan meedelen, zendt mij er dus op uit." |
|
1642 | 12 | 46 | يوسف أيها الصديق أفتنا في سبع بقرات سمان يأكلهن سبع عجاف وسبع سنبلات خضر وأخر يابسات لعلي أرجع إلى الناس لعلهم يعلمون |
| | | "Joesoef, jij waarheidslievende, geef ons uitsluitsel over zeven vette koeien die door zeven magere werden opgegeten en ook zeven groene aren en andere die droog waren. Misschien ga ik dan terug naar de mensen opdat zij het misschien weten." |
|
1643 | 12 | 47 | قال تزرعون سبع سنين دأبا فما حصدتم فذروه في سنبله إلا قليلا مما تأكلون |
| | | Hij zei: "Jullie zullen zeven jaren volgens de gewoonte zaaien en wat jullie dan oogsten laat dat in de aren, op een klein deel na dat jullie opeten. |
|
1644 | 12 | 48 | ثم يأتي من بعد ذلك سبع شداد يأكلن ما قدمتم لهن إلا قليلا مما تحصنون |
| | | Dan zullen daarna zeven harde jaren komen, die wat jullie daartoe van tevoren hebben klaargelegd zullen opeten, op een klein deel na dat jullie kunnen opslaan. |
|
1645 | 12 | 49 | ثم يأتي من بعد ذلك عام فيه يغاث الناس وفيه يعصرون |
| | | Dan komt er daarna een jaar waarin de mensen regen zullen krijgen en waarin jullie sap zullen persen." |
|