نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
164 | 2 | 157 | أولئك عليهم صلوات من ربهم ورحمة وأولئك هم المهتدون |
| | | Zij zijn het met wie hun Heer mededogen heeft en erbarmen; zij zijn het die het goede pad volgen. |
|
165 | 2 | 158 | إن الصفا والمروة من شعائر الله فمن حج البيت أو اعتمر فلا جناح عليه أن يطوف بهما ومن تطوع خيرا فإن الله شاكر عليم |
| | | Zeker, as-Safa en al-Marwa behoren tot Gods gewijde symbolen. Als iemand dus een bedevaart maakt naar het huis, of er een bezoek aan brengt, dan is het voor hem geen overtreding als hij om beide de omgang verricht. En als iemand uit zichzelf iets goeds doet, dan is God dankbaar en wetend. |
|
166 | 2 | 159 | إن الذين يكتمون ما أنزلنا من البينات والهدى من بعد ما بيناه للناس في الكتاب أولئك يلعنهم الله ويلعنهم اللاعنون |
| | | Zij die de duidelijke bewijzen en de leidraad die Wij hebben neergezonden verbergen, nadat Wij ze aan de mensen in het boek hebben duidelijk gemaakt, dat zijn zij die door God en door de vervloekers worden vervloekt. |
|
167 | 2 | 160 | إلا الذين تابوا وأصلحوا وبينوا فأولئك أتوب عليهم وأنا التواب الرحيم |
| | | Behalve zij die berouwvol zijn, zich beteren en het duidelijk maken. Dan zijn zij het tot wie Ik mij genadig wend. Ik ben de genadegever, de barmhartige. |
|
168 | 2 | 161 | إن الذين كفروا وماتوا وهم كفار أولئك عليهم لعنة الله والملائكة والناس أجمعين |
| | | Zij die ongelovig zijn en als ongelovigen sterven, op hen rust Gods vloek en die van de engelen en de mensen tezamen. |
|
169 | 2 | 162 | خالدين فيها لا يخفف عنهم العذاب ولا هم ينظرون |
| | | Zij zullen daarin altijd blijven; zij krijgen geen strafverlichting en ook geen uitstel. |
|
170 | 2 | 163 | وإلهكم إله واحد لا إله إلا هو الرحمن الرحيم |
| | | Jullie god is één god. Er is geen god dan Hij, de erbarmer, de barmhartige. |
|
171 | 2 | 164 | إن في خلق السماوات والأرض واختلاف الليل والنهار والفلك التي تجري في البحر بما ينفع الناس وما أنزل الله من السماء من ماء فأحيا به الأرض بعد موتها وبث فيها من كل دابة وتصريف الرياح والسحاب المسخر بين السماء والأرض لآيات لقوم يعقلون |
| | | In de schepping van de hemelen en de aarde, in het verschil van nacht en dag, in de schepen die op zee varen met wat nuttig is voor de mensen, in het water dat God uit de hemel laat neerdalen om daarmee de aarde te doen herleven nadat zij dood was, in dat Hij allerlei dieren erop heeft verspreid, in het besturen van de winden en in de wolken die voortgedreven worden tussen hemel en aarde zijn tekenen voor mensen die verstandig zijn. |
|
172 | 2 | 165 | ومن الناس من يتخذ من دون الله أندادا يحبونهم كحب الله والذين آمنوا أشد حبا لله ولو يرى الذين ظلموا إذ يرون العذاب أن القوة لله جميعا وأن الله شديد العذاب |
| | | Er zijn mensen die aannemen dat er naast God nog gelijken zijn die zij even liefhebben als God, maar zij die geloven hebben God meer lief. Als zij die onrecht plegen maar zouden zien, wanneer zij de bestraffing bemerken, dat de kracht geheel aan God toebehoort en dat God streng is in de bestraffing. |
|
173 | 2 | 166 | إذ تبرأ الذين اتبعوا من الذين اتبعوا ورأوا العذاب وتقطعت بهم الأسباب |
| | | Wanneer zij die nagevolgd werden hen die hen volgden afwijzen en zij de bestraffing zien en hun banden zijn doorgesneden. |
|