نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1614 | 12 | 18 | وجاءوا على قميصه بدم كذب قال بل سولت لكم أنفسكم أمرا فصبر جميل والله المستعان على ما تصفون |
| | | En zij vertoonden zijn onderste kleedingstuk, met ander bloed geverfd. Jacob antwoordde: gij zelf hebt dat in uw eigen belang bedreven; maar geduld is het beste, en Gods hulp roep ik in, om mij in staat te stellen, het ongeluk te dragen, dat gij mij verhaalt. |
|
1615 | 12 | 19 | وجاءت سيارة فأرسلوا واردهم فأدلى دلوه قال يا بشرى هذا غلام وأسروه بضاعة والله عليم بما يعملون |
| | | En zekere reizigers kwamen en zonden een man om water voor hen te halen; en hij liet zijn' emmer neder en zeide: goed nieuws! dat is een jongeling. En zij verborgen hem, omdat zij hem als een stuk koopwaar willen verkoopen; maar God wist wat zij deden. |
|
1616 | 12 | 20 | وشروه بثمن بخس دراهم معدودة وكانوا فيه من الزاهدين |
| | | En zij verkochten hem voor een lagen prijs: voor eenige stuivers en stelden weinig waarde in hem. |
|
1617 | 12 | 21 | وقال الذي اشتراه من مصر لامرأته أكرمي مثواه عسى أن ينفعنا أو نتخذه ولدا وكذلك مكنا ليوسف في الأرض ولنعلمه من تأويل الأحاديث والله غالب على أمره ولكن أكثر الناس لا يعلمون |
| | | En de Egyptenaar, die hem kocht, zeide tot zijn vrouw. Gebruik hem met eere; misschien kan hij ons dienstig zijn; of laten wij hem als onzen zoon aannemen. Zoo hebben wij de plaats van Jozef op aarde vooraf gereed gemaakt, en wij leerden hem de vertolking der duistere gezegden; want God is wel in staat zijn doel te bereiken: maar het grootste deel der menschen begrijpt het niet. |
|
1618 | 12 | 22 | ولما بلغ أشده آتيناه حكما وعلما وكذلك نجزي المحسنين |
| | | En toen hij zijnen ouderdom van kracht had bereikt, schonken wij hem wijsheid en kennis; want zoo beloonen wij den rechtvaardigen. |
|
1619 | 12 | 23 | وراودته التي هو في بيتها عن نفسه وغلقت الأبواب وقالت هيت لك قال معاذ الله إنه ربي أحسن مثواي إنه لا يفلح الظالمون |
| | | En zij, in wier huis hij zich bevond, begeerde dat hij zich bij haar zou leggen, en zij sloot de deuren en zeide: Kom hier. Hij antwoordde: God beware mij! Waarlijk, mijn heer heeft mij gastvrijheid verleend, en de ondankbare zal geen voorspoed genieten. |
|
1620 | 12 | 24 | ولقد همت به وهم بها لولا أن رأى برهان ربه كذلك لنصرف عنه السوء والفحشاء إنه من عبادنا المخلصين |
| | | Maar zij hield bij hem aan, en hij had dezelfde bedoeling; doch hij ontving eene duidelijke waarschuwing van zijnen Heer. Zoo wendden wij het kwaad en de onreinheid van hem af, daar hij een onzer oprechte dienaren was. |
|
1621 | 12 | 25 | واستبقا الباب وقدت قميصه من دبر وألفيا سيدها لدى الباب قالت ما جزاء من أراد بأهلك سوءا إلا أن يسجن أو عذاب أليم |
| | | En zij begaven zich beide naar de deur: de een om te ontvluchten, de andere om hem te weerhouden; en zij scheurde zijn kleed van achteren. En zij ontmoette haren heer bij de deur. Zij zeide: wat zal de vergelding zijn van hem, die kwaad in uw gezin tracht te bedrijven: gevangenis of eene pijnlijke straf? |
|
1622 | 12 | 26 | قال هي راودتني عن نفسي وشهد شاهد من أهلها إن كان قميصه قد من قبل فصدقت وهو من الكاذبين |
| | | En Jozef zeide: zij vroeg mij bij haar te liggen. En een getuige van haar gezin legde getuigenis af, zeggende: Indien zijn kleed van voren gescheurd is, spreekt zij de waarheid en is hij een leugenaar. |
|
1623 | 12 | 27 | وإن كان قميصه قد من دبر فكذبت وهو من الصادقين |
| | | Maar indien zijn kleed van achteren is gescheurd, liegt zij en spreekt hij de waarheid. |
|