نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1553 | 11 | 80 | قال لو أن لي بكم قوة أو آوي إلى ركن شديد |
| | | Hij zei: "Had ik maar macht over jullie of kon ik maar mijn toevlucht nemen tot een sterke lijfwacht." |
|
1554 | 11 | 81 | قالوا يا لوط إنا رسل ربك لن يصلوا إليك فأسر بأهلك بقطع من الليل ولا يلتفت منكم أحد إلا امرأتك إنه مصيبها ما أصابهم إن موعدهم الصبح أليس الصبح بقريب |
| | | Zij zeiden: "O Loet, wij zijn gezanten van jouw Heer. Zij zullen je niet kunnen bereiken. Vertrek met je familie in een deel van de nacht en niemand van jullie mag zich omdraaien. Uitgezonderd jouw vrouw, haar zal treffen wat hen treft. De morgen is het tijdstip dat voor hen aangewezen is. Is de morgen niet dichtbij?" |
|
1555 | 11 | 82 | فلما جاء أمرنا جعلنا عاليها سافلها وأمطرنا عليها حجارة من سجيل منضود |
| | | Toen Onze beschikking dan kwam keerden Wij haar ondersteboven en lieten er op elkaar volgende bakstenen op regenen, |
|
1556 | 11 | 83 | مسومة عند ربك وما هي من الظالمين ببعيد |
| | | die bij jouw Heer gemerkt zijn en die niet ver van de onrechtplegers weg zijn. |
|
1557 | 11 | 84 | وإلى مدين أخاهم شعيبا قال يا قوم اعبدوا الله ما لكم من إله غيره ولا تنقصوا المكيال والميزان إني أراكم بخير وإني أخاف عليكم عذاب يوم محيط |
| | | En tot de Madjan [was] hun broeder Sjoe'aib [gezonden]. Hij zei: "Mijn volk! Dient God; jullie hebben geen andere god dan Hem. En doet niet tekort in maat en gewicht. Ik zie dat het jullie goed gaat, maar ik vrees voor jullie de bestraffing op een veelomvattende dag. |
|
1558 | 11 | 85 | ويا قوم أوفوا المكيال والميزان بالقسط ولا تبخسوا الناس أشياءهم ولا تعثوا في الأرض مفسدين |
| | | En, mijn volk, geeft volle maat en gewicht in billijkheid en doet de mensen niet tekort in de dingen die van hen zijn en veroorzaakt geen ellende op de aarde door verderf te zaaien. |
|
1559 | 11 | 86 | بقيت الله خير لكم إن كنتم مؤمنين وما أنا عليكم بحفيظ |
| | | Wat bij God overblijft is beter voor jullie als jullie gelovig zijn. En ik ben niet iemand die over jullie waakt." |
|
1560 | 11 | 87 | قالوا يا شعيب أصلاتك تأمرك أن نترك ما يعبد آباؤنا أو أن نفعل في أموالنا ما نشاء إنك لأنت الحليم الرشيد |
| | | Zij zeiden: "O Sjoe'aib, dragen jouw gebeden jou op dat wij wat onze vaderen dienden verlaten of dat wij ophouden met onze bezittingen te doen wat wij willen? Jij bent toch de zachtmoedige, de verstandige." |
|
1561 | 11 | 88 | قال يا قوم أرأيتم إن كنت على بينة من ربي ورزقني منه رزقا حسنا وما أريد أن أخالفكم إلى ما أنهاكم عنه إن أريد إلا الإصلاح ما استطعت وما توفيقي إلا بالله عليه توكلت وإليه أنيب |
| | | Hij zei: "Mijn volk! Hoe zien jullie het? Als ik op een duidelijk bewijs van mijn Heer steun en Hij van Zijn kant goed in mijn levensonderhoud voorziet? Ik wil jullie ook niet tegenspreken over wat ik jullie verbied. Ik wens alleen maar zo goed als ik kan orde op zaken te stellen. Mijn welslagen hangt alleen van God af; op Hem stel ik mijn vertrouwen en tot Hem wend ik mij schuldbewust. |
|
1562 | 11 | 89 | ويا قوم لا يجرمنكم شقاقي أن يصيبكم مثل ما أصاب قوم نوح أو قوم هود أو قوم صالح وما قوم لوط منكم ببعيد |
| | | En, mijn volk, laat de onmin met mij jullie er niet toe brengen dat jullie hetzelfde treft dat het volk van Noeh of het volk van Hoed of het volk van Salih heeft getroffen. En het volk van Loet is niet ver van jullie. |
|