نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1521 | 11 | 48 | قيل يا نوح اهبط بسلام منا وبركات عليك وعلى أمم ممن معك وأمم سنمتعهم ثم يمسهم منا عذاب أليم |
| | | Er werd tot hem gezegd: "O Noeh, ga van boord in vrede die van Ons komt en met zegeningen voor jou en voor gemeenschappen van hen die bij jou zijn. Er zijn ook gemeenschappen die Wij laten genieten, maar dan treft hen een pijnlijke bestraffing van Ons." |
|
1522 | 11 | 49 | تلك من أنباء الغيب نوحيها إليك ما كنت تعلمها أنت ولا قومك من قبل هذا فاصبر إن العاقبة للمتقين |
| | | Dat behoort tot de mededelingen over het verborgene die Wij aan jou openbaren en die jij noch jouw volk van tevoren kenden. Wees dan geduldig; het [goede] uiteinde komt de godvrezenden toe. |
|
1523 | 11 | 50 | وإلى عاد أخاهم هودا قال يا قوم اعبدوا الله ما لكم من إله غيره إن أنتم إلا مفترون |
| | | En tot de 'Aad [was] hun broeder Hoed [gezonden]. Hij zei: "Mijn volk! Dient God; jullie hebben geen andere god dan Hem. Jullie verzinnen alleen maar wat. |
|
1524 | 11 | 51 | يا قوم لا أسألكم عليه أجرا إن أجري إلا على الذي فطرني أفلا تعقلون |
| | | Ik vraag jullie er geen loon voor. Met mijn loon is slechts Hij belast die mij geschapen heeft. Hebben jullie dan geen verstand? |
|
1525 | 11 | 52 | ويا قوم استغفروا ربكم ثم توبوا إليه يرسل السماء عليكم مدرارا ويزدكم قوة إلى قوتكم ولا تتولوا مجرمين |
| | | En, mijn volk, vraagt jullie Heer om vergeving en wendt je dan berouwvol tot Hem. Hij zal dan de hemel in overvloed over jullie laten regenen en jullie nog meer kracht geven. Maar keert jullie niet als boosdoeners af." |
|
1526 | 11 | 53 | قالوا يا هود ما جئتنا ببينة وما نحن بتاركي آلهتنا عن قولك وما نحن لك بمؤمنين |
| | | Zij zeiden: "O Hoed, jij hebt ons geen duidelijk bewijs gebracht en wij verlaten onze goden niet omdat jij het zegt; wij geloven jou niet. |
|
1527 | 11 | 54 | إن نقول إلا اعتراك بعض آلهتنا بسوء قال إني أشهد الله واشهدوا أني بريء مما تشركون |
| | | Wij zeggen alleen maar dat een god van ons jou met iets slechts heeft getroffen." Hij zei: "Ik roep God als getuige aan en ook jullie moeten getuigen dat ik niets te maken heb met wat jullie [aan God] als metgezellen toevoegen, |
|
1528 | 11 | 55 | من دونه فكيدوني جميعا ثم لا تنظرون |
| | | buiten Hem om. Beraamt dan maar tezamen listen tegen mij en laat mij dan niet wachten. |
|
1529 | 11 | 56 | إني توكلت على الله ربي وربكم ما من دابة إلا هو آخذ بناصيتها إن ربي على صراط مستقيم |
| | | Ik stel mijn vertrouwen op God, mijn Heer en jullie Heer. Er is geen dier op aarde of Hij houdt het bij zijn kuif vast. Mijn Heer is op een juiste weg. |
|
1530 | 11 | 57 | فإن تولوا فقد أبلغتكم ما أرسلت به إليكم ويستخلف ربي قوما غيركم ولا تضرونه شيئا إن ربي على كل شيء حفيظ |
| | | En als jullie je afkeren, dan heb ik jullie dat verkondigd waarmee ik tot jullie gezonden ben. En mijn Heer zal maken dat een ander volk jullie opvolgt. En jullie brengen Hem geen enkele schade toe. Mijn Heer is het die over alles waakt." |
|