بسم الله الرحمن الرحيم

نتائج البحث: 6236
ترتيب الآيةرقم السورةرقم الآيةالاية
14951122لا جرم أنهم في الآخرة هم الأخسرون
Er is geen twijfel aan, dat zij de ellendigsten in het volgende leven zullen zijn.
14961123إن الذين آمنوا وعملوا الصالحات وأخبتوا إلى ربهم أولئك أصحاب الجنة هم فيها خالدون
Maar zij die gelooven en goede daden verrichten, en zich voor hunnen Heer verootmoedigen, zullen het paradijs bewonen; eeuwig zullen zij daarin verblijven.
14971124مثل الفريقين كالأعمى والأصم والبصير والسميع هل يستويان مثلا أفلا تذكرون
De overeenkomst der beide gedeelten is als de blinde en de doove, en als hij die ziet en hoort. Zouden zij als gelijken beschouwd worden? Zoudt gij dus niet nadenken?
14981125ولقد أرسلنا نوحا إلى قومه إني لكم نذير مبين
Wij zonden vroeger Noach tot zijn volk, en hij zeide: Waarlijk, ik ben belast, u duidelijk te onderrichten.
14991126أن لا تعبدوا إلا الله إني أخاف عليكم عذاب يوم أليم
Opdat gij God alleen zoudt aanbidden. Waarlijk, ik ducht voor u de straf van een vreeselijken dag.
15001127فقال الملأ الذين كفروا من قومه ما نراك إلا بشرا مثلنا وما نراك اتبعك إلا الذين هم أراذلنا بادي الرأي وما نرى لكم علينا من فضل بل نظنكم كاذبين
En de opperhoofden van het volk, die niet geloofden, antwoordden: Wij zien, dat gij slechts een mensch zijt gelijk aan ons en wij zien niet dat u iemand volgt, behalve zij, die de laagsten van ons zijn; die in u hebben geloofd door een overhaast oordeel. Wij bespeuren geene verdienste in u boven ons; maar wij houden het er voor, dat gij alle leugenaars zijt.
15011128قال يا قوم أرأيتم إن كنت على بينة من ربي وآتاني رحمة من عنده فعميت عليكم أنلزمكموها وأنتم لها كارهون
Noach zeide: O mijn volk: zeg mij: Indien ik eene duidelijke verklaring van mijnen Heer heb ontvangen en hij mij zijne genade heeft geschonken, en deze voor u verborgen is, willen wij u die dan opdringen, terwijl gij er afkeerig van zijt?
15021129ويا قوم لا أسألكم عليه مالا إن أجري إلا على الله وما أنا بطارد الذين آمنوا إنهم ملاقو ربهم ولكني أراكم قوما تجهلون
O mijn volk! ik vraag geene rijkdommen van u, voor het onderricht dat ik u heb gegeven; mijne belooning komt alleen van God. Ik wil degenen niet verdrijven die geloofd hebben; waarlijk, zij zullen voor hunnen Heer verschijnen op den dag der opstanding; maar ik zie dat gij onwetenden zijt.
15031130ويا قوم من ينصرني من الله إن طردتهم أفلا تذكرون
O mijn volk! wie zal mij tegen God bijstaan, indien ik hen verdrijf? Wilt gij dus niet overwegen?
15041131ولا أقول لكم عندي خزائن الله ولا أعلم الغيب ولا أقول إني ملك ولا أقول للذين تزدري أعينكم لن يؤتيهم الله خيرا الله أعلم بما في أنفسهم إني إذا لمن الظالمين
Ik zeg u niet: De schatten van God zijn in mijne macht, noch zeg ik: Ik ken Gods geheimen, noch zeg ik: Waarlijk ik ben een engel; noch zeg ik van degenen op welke gij verachtende blikken slaat: God zal hun op geenerlei wijze goed doen (God weet het beste wat in hunne zielen is); want dan zou ik zekerlijk een onrechtvaardige zijn.


0 ... 139.4 140.4 141.4 142.4 143.4 144.4 145.4 146.4 147.4 148.4 150.4 151.4 152.4 153.4 154.4 155.4 156.4 157.4 158.4 ... 623

إنتاج هذه المادة أخد: 0.02 ثانية


المغرب.كووم © ٢٠٠٩ - ١٤٣٠ © الحـمـد لله الـذي سـخـر لـنا هـذا :: وقف لله تعالى وصدقة جارية

59904214388018783037314441187320762157