نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
147 | 2 | 140 | أم تقولون إن إبراهيم وإسماعيل وإسحاق ويعقوب والأسباط كانوا هودا أو نصارى قل أأنتم أعلم أم الله ومن أظلم ممن كتم شهادة عنده من الله وما الله بغافل عما تعملون |
| | | Of zeggen jullie dat Ibrahiem, Isma'iel, Ishaak, Ja'koeb en de stammen joden waren of christenen?" Zeg: "Weten jullie het beter of God?" En wie is zondiger dan hij die een getuigenis van God, dat hij heeft, verbergt? God let goed op wat jullie doen. |
|
148 | 2 | 141 | تلك أمة قد خلت لها ما كسبت ولكم ما كسبتم ولا تسألون عما كانوا يعملون |
| | | Dat is een gemeenschap die voorbijgegaan is. Haar komt toe wat zij verdiend heeft en jullie komt toe wat jullie verdiend hebben. Jullie hoeven geen verantwoording af te leggen over wat zij gedaan hebben. |
|
149 | 2 | 142 | سيقول السفهاء من الناس ما ولاهم عن قبلتهم التي كانوا عليها قل لله المشرق والمغرب يهدي من يشاء إلى صراط مستقيم |
| | | De dwazen onder de mensen zullen zeggen: "Wat heeft hen afgewend van hun gebedsrichting waaraan zij gewoon waren?" Zeg: "Van God is het oosten en het westen; Hij wijst aan wie Hij wil de goede richting naar een juiste weg." |
|
150 | 2 | 143 | وكذلك جعلناكم أمة وسطا لتكونوا شهداء على الناس ويكون الرسول عليكم شهيدا وما جعلنا القبلة التي كنت عليها إلا لنعلم من يتبع الرسول ممن ينقلب على عقبيه وإن كانت لكبيرة إلا على الذين هدى الله وما كان الله ليضيع إيمانكم إن الله بالناس لرءوف رحيم |
| | | Zo hebben Wij jullie gemaakt tot een evenwichtige gemeenschap opdat jullie getuigen zullen zijn over de mensen en opdat de gezant getuige zal zijn over jullie. Wij hebben de gebedsrichting waaraan jullie gewoon waren slechts ingesteld opdat Wij zouden weten wie van hen die zich op hun hielen omdraaien de gezant volgen. Het was inderdaad moeilijk, behalve voor hen aan wie God de goede richting wijst. God is niet zo dat Hij jullie geloof verloren laat gaan. God is voor de mensen vol mededogen en een erbarmer. |
|
151 | 2 | 144 | قد نرى تقلب وجهك في السماء فلنولينك قبلة ترضاها فول وجهك شطر المسجد الحرام وحيث ما كنتم فولوا وجوهكم شطره وإن الذين أوتوا الكتاب ليعلمون أنه الحق من ربهم وما الله بغافل عما يعملون |
| | | Wij zien wel dat jouw gezicht de hemel rond zoekt. Dus zullen Wij je tot een gebedsrichting wenden die je bevalt. Wend dus je aangezicht in de richting van de heilige moskee. Waar jullie ook zijn, wendt jullie aangezicht in die richting. Zij aan wie het boek gegeven is weten dat het de waarheid is van hun Heer. God let goed op wat zij doen. |
|
152 | 2 | 145 | ولئن أتيت الذين أوتوا الكتاب بكل آية ما تبعوا قبلتك وما أنت بتابع قبلتهم وما بعضهم بتابع قبلة بعض ولئن اتبعت أهواءهم من بعد ما جاءك من العلم إنك إذا لمن الظالمين |
| | | Wat voor teken jij ook brengt aan hen aan wie het boek gegeven is, zij volgen jouw gebedsrichting toch niet en jij volgt hun gebedsrichting niet, noch volgen zij elkaars gebedsrichting. Als jij nu hun neigingen volgt, nadat de kennis tot jou is gekomen, dan behoor je zeker tot de onrechtplegers. |
|
153 | 2 | 146 | الذين آتيناهم الكتاب يعرفونه كما يعرفون أبناءهم وإن فريقا منهم ليكتمون الحق وهم يعلمون |
| | | Zij aan wie Wij het boek gegeven hebben kennen het zoals zij hun zonen kennen. Een groep van hen verbergt echter de waarheid willens en wetens. |
|
154 | 2 | 147 | الحق من ربك فلا تكونن من الممترين |
| | | De waarheid komt van jouw Heer; wees dus niet een van hen die het in twijfel trekken. |
|
155 | 2 | 148 | ولكل وجهة هو موليها فاستبقوا الخيرات أين ما تكونوا يأت بكم الله جميعا إن الله على كل شيء قدير |
| | | Ieder heeft een richting waarheen hij zich wendt. Wedijvert dan met elkaar in goede daden. Waar jullie ook zijn, God zal jullie tezamen brengen. God is almachtig. |
|
156 | 2 | 149 | ومن حيث خرجت فول وجهك شطر المسجد الحرام وإنه للحق من ربك وما الله بغافل عما تعملون |
| | | Waar je ook vandaan komt, wend je aangezicht in de richting van de heilige moskee. Het is de waarheid die van jouw Heer komt. God let goed op wat jullie doen. |
|