نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1430 | 10 | 66 | ألا إن لله من في السماوات ومن في الأرض وما يتبع الذين يدعون من دون الله شركاء إن يتبعون إلا الظن وإن هم إلا يخرصون |
| | | Weet: voorwaar, aan Allah behoort wat er in de hemelen en op de aarde is. En degenen die deelgenoten naast Allah aanroepen volgen geen (overtuiging), zij volgen niets dan vermoedens en zij doen niets dan liegen. |
|
1431 | 10 | 67 | هو الذي جعل لكم الليل لتسكنوا فيه والنهار مبصرا إن في ذلك لآيات لقوم يسمعون |
| | | Hij is Degene Die de nacht voor jullie heeft gemaakt opdat jullie er rust in vinden, en de dag om te zien. Voorwaar, daarin zijn zeker Tekenen voor een volk dat luistert. |
|
1432 | 10 | 68 | قالوا اتخذ الله ولدا سبحانه هو الغني له ما في السماوات وما في الأرض إن عندكم من سلطان بهذا أتقولون على الله ما لا تعلمون |
| | | Zij (de Joden en de Christenen) zeggen: "Allah heeft Zich een zoon genomen." Heilig is Hij, Hij is de Behoefteloze, aan Hem behoort wat in de hemelen en op de aarde is. Jullie hebben daarvoor geen bewijs. Zeggen jullie over Allah wat jullie niet weten? |
|
1433 | 10 | 69 | قل إن الذين يفترون على الله الكذب لا يفلحون |
| | | Zeg: "Voorwaar, degenen die leugens over Allah verzinnen zullen niet welslagen." |
|
1434 | 10 | 70 | متاع في الدنيا ثم إلينا مرجعهم ثم نذيقهم العذاب الشديد بما كانوا يكفرون |
| | | (Voor hen is er slechts) een genieting op de wereld, daarna is hun terugkeer tot Ons. Vervolgens doen Wij hen de harde bestraffing proeven wegens dat waaraan zij ongelovig plachten te zijn. |
|
1435 | 10 | 71 | واتل عليهم نبأ نوح إذ قال لقومه يا قوم إن كان كبر عليكم مقامي وتذكيري بآيات الله فعلى الله توكلت فأجمعوا أمركم وشركاءكم ثم لا يكن أمركم عليكم غمة ثم اقضوا إلي ولا تنظرون |
| | | En lees ben de geschiedenis van Noeh voor, toen Hij tot zijn volk zei: "O mijn volk, als jullie bezwaar hebben tegen mijn plaats en mijn vermanen met Allah's Verzen: op Allah heb ik mijn vertrouwen gesteld. Neem dan jullie besluit, (samen met) jullie deelgenoten en laat jullie besluit vervolgens niet verborgen zijn voor jullie (onderling). Voert het vervolgens uit en geeft mij geen uitstel. |
|
1436 | 10 | 72 | فإن توليتم فما سألتكم من أجر إن أجري إلا على الله وأمرت أن أكون من المسلمين |
| | | Als jullie je dan afwenden; ik heb jullie geen beloning gevraagd; mijn beloning rust slechts bij Allah, en mij is bevolen om te behoren tot hen die zich hebben overgegeven (aan Allah)." |
|
1437 | 10 | 73 | فكذبوه فنجيناه ومن معه في الفلك وجعلناهم خلائف وأغرقنا الذين كذبوا بآياتنا فانظر كيف كان عاقبة المنذرين |
| | | Toen loochenden zij hem (Noeh) waarop Wij hem redden en degenen die met hem in het schip waren en Wij maakten hen tot opvolgers. En Wij verdronken degenen die Onze Tekenen loochenden. Zie dan hoe het einde van de gewaarschuwden was. |
|
1438 | 10 | 74 | ثم بعثنا من بعده رسلا إلى قومهم فجاءوهم بالبينات فما كانوا ليؤمنوا بما كذبوا به من قبل كذلك نطبع على قلوب المعتدين |
| | | Daarna zonden Wij na hem Boodschappers tot hun volk zodat zij niet de duidelijke Bewijzen tot hen kwamen, zij wilden toen niet geloven vanwege wat zij voorheen hadden geloochend. Zo vergrendelden Wij de harten van dc overtreders. |
|
1439 | 10 | 75 | ثم بعثنا من بعدهم موسى وهارون إلى فرعون وملئه بآياتنا فاستكبروا وكانوا قوما مجرمين |
| | | Daarna zonden Wij na hen Môesa en Hârôen tot Fir'aun en zijn vooraanstaanden met Onze Tekenen, waarop zij hoogmoedig werden. En zij waren een misdadig volk. |
|