نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1386 | 10 | 22 | هو الذي يسيركم في البر والبحر حتى إذا كنتم في الفلك وجرين بهم بريح طيبة وفرحوا بها جاءتها ريح عاصف وجاءهم الموج من كل مكان وظنوا أنهم أحيط بهم دعوا الله مخلصين له الدين لئن أنجيتنا من هذه لنكونن من الشاكرين |
| | | Hij is het die jullie op het vasteland en op zee laat reizen totdat er, wanneer zij op de schepen zijn die hen met een goede wind meevoeren en zij zich erover verheugen, tot hen een stormwind komt en de golven van overal komen en zij denken dat zij omkomen. Dan roepen zij God aan waarbij zij de godsdienst geheel aan Hem wijden: "Als U ons hieruit redt dan behoren wij tot hen die dank betuigen." |
|
1387 | 10 | 23 | فلما أنجاهم إذا هم يبغون في الأرض بغير الحق يا أيها الناس إنما بغيكم على أنفسكم متاع الحياة الدنيا ثم إلينا مرجعكم فننبئكم بما كنتم تعملون |
| | | Maar wanneer Hij hen gered heeft gedragen zij zich op de aarde meteen weer onrechtmatig. O mensen, jullie zelfzucht is ten koste van jullie zelf; het is slechts het genot van het tegenwoordige leven. Daarna is jullie terugkeer tot Ons. Wij zullen jullie dan meedelen wat jullie aan het doen waren. |
|
1388 | 10 | 24 | إنما مثل الحياة الدنيا كماء أنزلناه من السماء فاختلط به نبات الأرض مما يأكل الناس والأنعام حتى إذا أخذت الأرض زخرفها وازينت وظن أهلها أنهم قادرون عليها أتاها أمرنا ليلا أو نهارا فجعلناها حصيدا كأن لم تغن بالأمس كذلك نفصل الآيات لقوم يتفكرون |
| | | Het tegenwoordige leven lijkt bijvoorbeeld op water dat Wij laten neerdalen uit de hemel. De planten van de aarde die door de mensen en het vee gegeten worden groeien daardoor in [bonte] mengeling totdat dan, wanneer de aarde de tooi ervan aangenomen heeft en ermee versierd is en haar bewoners denken dat zij er over kunnen beschikken, Onze beslissing 's nachts of overdag tot ze komt. Wij maken het dan tot een stoppelveld alsof het niet nog gisteren gebloeid had. Zo zetten Wij de tekenen uiteen voor mensen die nadenken. |
|
1389 | 10 | 25 | والله يدعو إلى دار السلام ويهدي من يشاء إلى صراط مستقيم |
| | | En God roept op tot de woning van de vrede en Hij voert wie Hij wil op een juiste weg. |
|
1390 | 10 | 26 | للذين أحسنوا الحسنى وزيادة ولا يرهق وجوههم قتر ولا ذلة أولئك أصحاب الجنة هم فيها خالدون |
| | | Voor hen die goed doen is er het beste en nog meer; hun gezichten zullen niet met grauwheid of vernedering worden overdekt. Zij zijn het die in de tuin thuishoren; zij zullen daarin altijd blijven. |
|
1391 | 10 | 27 | والذين كسبوا السيئات جزاء سيئة بمثلها وترهقهم ذلة ما لهم من الله من عاصم كأنما أغشيت وجوههم قطعا من الليل مظلما أولئك أصحاب النار هم فيها خالدون |
| | | Maar voor hen die de slechte daden begaan is de vergelding voor een slechte daad iets overeenkomstigs; zij zullen met vernedering overdekt worden. Zij hebben tegen God geen beschermer. Het is alsof hun gezichten bedekt zijn met stukken van de duistere nacht. Zij zijn het die in het vuur thuishoren; daarin zullen zij altijd blijven. |
|
1392 | 10 | 28 | ويوم نحشرهم جميعا ثم نقول للذين أشركوا مكانكم أنتم وشركاؤكم فزيلنا بينهم وقال شركاؤهم ما كنتم إيانا تعبدون |
| | | En op de dag dat Wij hen allen verzamelen, dan zullen Wij tot de aanhangers van het veelgodendom zeggen: "Op jullie plaats, jullie en jullie [zogenaamd goddelijke] metgezellen!" En dan brengen Wij scheiding tussen hen aan. En hun [zogenaamd goddelijke] metgezellen zeggen: "Ons hebben jullie niet gediend. |
|
1393 | 10 | 29 | فكفى بالله شهيدا بيننا وبينكم إن كنا عن عبادتكم لغافلين |
| | | God is goed genoeg als getuige tussen ons en jullie. Wij hebben niet op jullie eredienst gelet." |
|
1394 | 10 | 30 | هنالك تبلو كل نفس ما أسلفت وردوا إلى الله مولاهم الحق وضل عنهم ما كانوا يفترون |
| | | Daar zal iedere ziel ondervinden wat zij vroeger gedaan heeft. Dan worden zij tot God, hun ware beschermheer, teruggebracht en wat zij verzonnen hebben zijn zij kwijt. |
|
1395 | 10 | 31 | قل من يرزقكم من السماء والأرض أمن يملك السمع والأبصار ومن يخرج الحي من الميت ويخرج الميت من الحي ومن يدبر الأمر فسيقولون الله فقل أفلا تتقون |
| | | Zeg: "Wie voorziet in jullie onderhoud vanuit de hemel en de aarde? Of wie heerst over horen en zien? En wie laat het levende uit het dode voortkomen en laat het dode uit het levende voortkomen? En wie regelt het bestuur?" Zij zullen zeggen: "God." Zeg: "Zullen jullie dan niet godvrezend worden?" |
|