نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1379 | 10 | 15 | وإذا تتلى عليهم آياتنا بينات قال الذين لا يرجون لقاءنا ائت بقرآن غير هذا أو بدله قل ما يكون لي أن أبدله من تلقاء نفسي إن أتبع إلا ما يوحى إلي إني أخاف إن عصيت ربي عذاب يوم عظيم |
| | | En wanneer Onze duidelijke Verzen aan hen worden voorgelezen, dan zeggen degenen die de ontmoeting met Ons niet verwachten: "Breng een andere Koren dan deze, of verander hem." Zeg: "Het past mij niet dat ik hem verander uit eigen wil, ik volg niets dan wat aan mij is geopenbaard. Voorwaar, ik vrees, wanneer ik mijn Heer ongehoorzaam ben, de bestraffing van een geweldige Dag." |
|
1380 | 10 | 16 | قل لو شاء الله ما تلوته عليكم ولا أدراكم به فقد لبثت فيكم عمرا من قبله أفلا تعقلون |
| | | Zeg: "Als Allah het had gewild, dan had ik het niet aan jullie voorgedragen en had Hij hem niet aan jullie bekend gemaakt. En voorzeker, ik heb een leeftijd lang vóór hem (de Koran) temidden van jullie geleefd. Denken jullie dan niet na?" |
|
1381 | 10 | 17 | فمن أظلم ممن افترى على الله كذبا أو كذب بآياته إنه لا يفلح المجرمون |
| | | Wie is dan onrechtvaardiger dan degene die een leugen over Allah verzint of die liegt over Zijn Verzen. Voorwaar, de misdadigers zullen niet slagen. |
|
1382 | 10 | 18 | ويعبدون من دون الله ما لا يضرهم ولا ينفعهم ويقولون هؤلاء شفعاؤنا عند الله قل أتنبئون الله بما لا يعلم في السماوات ولا في الأرض سبحانه وتعالى عما يشركون |
| | | En zij aanbidden naast Allah wat hen niet schaadt en niet baat, en zij zeggen: "Dezen zijn onze voorsprekers bij Allah." Zeg. "Willen jullie Allah inlichten over wat Hij niet kent in de hemelen en op de aarde?" Heilig is Hij en Verheven boven de deelgenoten die zij aan Hem toekennen. |
|
1383 | 10 | 19 | وما كان الناس إلا أمة واحدة فاختلفوا ولولا كلمة سبقت من ربك لقضي بينهم فيما فيه يختلفون |
| | | En de mensheid behoorde slechts tot één godsdienst, maar zij waren het oneens met elkaar. En ware het niet dat er een Woord van jouw Heer was vooruitgegaan, dan zou er tussen hen zeker reeds zijn beslist over dat waarover zij het met elkaar oneens zijn. |
|
1384 | 10 | 20 | ويقولون لولا أنزل عليه آية من ربه فقل إنما الغيب لله فانتظروا إني معكم من المنتظرين |
| | | En zij zeggen: "Waarom is er niet een Teken aan hem neergezonden van zijn Heer." Zeg dan: '"Voorwaar, het onwaarneembare behoort slechts aan Allah. Wachten jullie dan, waarlijk, ik ben met jullie één van de wachtenden." |
|
1385 | 10 | 21 | وإذا أذقنا الناس رحمة من بعد ضراء مستهم إذا لهم مكر في آياتنا قل الله أسرع مكرا إن رسلنا يكتبون ما تمكرون |
| | | En als Wij de mensen Barmhartigheid deden proeven nadat tegenspoed hen had getroffen, dan is er bij ben een list tegen Onze Tekenen. Zeg: "Allah is sneller met een plan." Voorwaar, Onze gezanten (Engelen) schrijven op wat jullie beramen. |
|
1386 | 10 | 22 | هو الذي يسيركم في البر والبحر حتى إذا كنتم في الفلك وجرين بهم بريح طيبة وفرحوا بها جاءتها ريح عاصف وجاءهم الموج من كل مكان وظنوا أنهم أحيط بهم دعوا الله مخلصين له الدين لئن أنجيتنا من هذه لنكونن من الشاكرين |
| | | Hij is het die jullie in staat stelt om over land en over de zee te reizen, totdat wanneer jullie in de schepen zijn en deze met lien vooftvaren met een gunstige wind en zij zich daarover verheugen, en er dan een stormachtige wind tot hen komt. En wanneer de golven vaa alle kanten tot hen komen en zij ervan overtuigd zijn dat zij door hen zijn ingesloten, dan roepen zij Allah aan, Hem zuiver aanbiddend: "Als U ons hieruit redt, dan zullen wij zeker tot de dankbaren behoren." |
|
1387 | 10 | 23 | فلما أنجاهم إذا هم يبغون في الأرض بغير الحق يا أيها الناس إنما بغيكم على أنفسكم متاع الحياة الدنيا ثم إلينا مرجعكم فننبئكم بما كنتم تعملون |
| | | Toen Hij hen dan gered had. handelden zij buitensporig op aarde, zonder recht. O mensen, jullie buitensporigheid is slechts ten nadele van jullie, (het is) als een genieting van het wereldse leven, Vervolgens is jullie terugkeer tot Ons, waarna Wij jullie zullen inlichten over wat jullie plachten te doen. |
|
1388 | 10 | 24 | إنما مثل الحياة الدنيا كماء أنزلناه من السماء فاختلط به نبات الأرض مما يأكل الناس والأنعام حتى إذا أخذت الأرض زخرفها وازينت وظن أهلها أنهم قادرون عليها أتاها أمرنا ليلا أو نهارا فجعلناها حصيدا كأن لم تغن بالأمس كذلك نفصل الآيات لقوم يتفكرون |
| | | Voorwaar, de gelijkenis van het wereldse leven is als water dat Wij uit de hemel neerzenden, waardoor he de gewassen van de aarde in een rnengeling doet groeien, waarvan de mensen en het vee eten. Totdat, wanneer de aarde haar versierselen heeft aangenomen en zij mooi is geworden en haar bewoners menen dat zij machthebbers zijn over haar, Onze bestraffing tot hen komt, in de nacht of overdag, waarop Wij haar tot een afgemaaid veld maken, alsof er de dag ervoor niets groeide. Zo zetten Wij de Tekenen uiteen aan een volk dat nadenkt. |
|