نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1328 | 9 | 93 | إنما السبيل على الذين يستأذنونك وهم أغنياء رضوا بأن يكونوا مع الخوالف وطبع الله على قلوبهم فهم لا يعلمون |
| | | Het verwijt treft slechts hen die ontheffing vragen terwijl zij rijk zijn. Het bevalt hun om bij de achterblijvers te zijn. God heeft hun harten verzegeld, dus hebben zij er geen weet van. |
|
1329 | 9 | 94 | يعتذرون إليكم إذا رجعتم إليهم قل لا تعتذروا لن نؤمن لكم قد نبأنا الله من أخباركم وسيرى الله عملكم ورسوله ثم تردون إلى عالم الغيب والشهادة فينبئكم بما كنتم تعملون |
| | | Zij verontschuldigen zich bij jou wanneer jij tot hen terugkeert. Zeg: "Verontschuldigt jullie niet, wij zullen jullie niet geloven. God heeft enkele berichten over jullie meegedeeld." God zal zien wat jullie doen en Zijn gezant ook en daarna zullen jullie tot de kenner van het verborgene en het waarneembare worden teruggebracht. Hij zal jullie dan meedelen wat jullie aan het doen waren. |
|
1330 | 9 | 95 | سيحلفون بالله لكم إذا انقلبتم إليهم لتعرضوا عنهم فأعرضوا عنهم إنهم رجس ومأواهم جهنم جزاء بما كانوا يكسبون |
| | | Zij zullen jullie bij God bezweren, wanneer jullie tot hen weeromkeren, om hen met rust te laten. Laat hen maar met rust; zij zijn een gruwel en hun verblijfplaats is de hel als vergelding voor wat zij begaan hebben. |
|
1331 | 9 | 96 | يحلفون لكم لترضوا عنهم فإن ترضوا عنهم فإن الله لا يرضى عن القوم الفاسقين |
| | | Zij bezweren jullie opdat zij jullie bevallen. Maar al bevallen zij jullie, de verdorven mensen bevallen God niet. |
|
1332 | 9 | 97 | الأعراب أشد كفرا ونفاقا وأجدر ألا يعلموا حدود ما أنزل الله على رسوله والله عليم حكيم |
| | | De bedoeïenen zijn het meest ongelovig en huichelachtig en het meest geëigend om de bepalingen niet te kennen van wat God tot Zijn gezant heeft neergezonden. God is wetend en wijs. |
|
1333 | 9 | 98 | ومن الأعراب من يتخذ ما ينفق مغرما ويتربص بكم الدوائر عليهم دائرة السوء والله سميع عليم |
| | | Onder de bedoeïenen zijn er die wat zij als bijdragen geven opvatten als boeteheffing en zij wachten op de wendingen van het lot voor jullie. Voor hen is de wending ten slechte! God is horend en wetend. |
|
1334 | 9 | 99 | ومن الأعراب من يؤمن بالله واليوم الآخر ويتخذ ما ينفق قربات عند الله وصلوات الرسول ألا إنها قربة لهم سيدخلهم الله في رحمته إن الله غفور رحيم |
| | | Onder de bedoeïenen zijn er ook die in God en de laatste dag geloven en die wat zij als bijdragen geven opvatten als middelen om nader tot God te komen en de gebeden van de gezant te verkrijgen; die zijn ook een middel voor hen om nader [tot God] te komen. God zal hen in Zijn barmhartigheid laten binnengaan. God is vergevend en barmhartig. |
|
1335 | 9 | 100 | والسابقون الأولون من المهاجرين والأنصار والذين اتبعوهم بإحسان رضي الله عنهم ورضوا عنه وأعد لهم جنات تجري تحتها الأنهار خالدين فيها أبدا ذلك الفوز العظيم |
| | | De allereersten van de uitgewekenen en van de meehelpers en zij die hen nagevolgd zijn in goed doen, God is met hen ingenomen en zij zijn met Hem ingenomen en Hij heeft voor hen tuinen klaargemaakt waar de rivieren onderdoor stromen, daarin zullen zij voor immer en altijd blijven. Dat is de geweldige triomf! |
|
1336 | 9 | 101 | وممن حولكم من الأعراب منافقون ومن أهل المدينة مردوا على النفاق لا تعلمهم نحن نعلمهم سنعذبهم مرتين ثم يردون إلى عذاب عظيم |
| | | En onder de bedoeïenen uit jullie omgeving zijn er huichelaars en onder de mensen van Medina zijn er voor wie huichelarij gewoon geworden is. Jullie kennen hen niet maar Wij kennen hen. Wij zullen hen tweemaal bestraffen en dan zullen zij tot een geweldige bestraffing teruggebracht worden. |
|
1337 | 9 | 102 | وآخرون اعترفوا بذنوبهم خلطوا عملا صالحا وآخر سيئا عسى الله أن يتوب عليهم إن الله غفور رحيم |
| | | En anderen die hun zonden bekennen, zij vermengen een deugdelijke daad met een andere die slecht is; misschien dat God zich genadig tot hen wendt. God is vergevend en barmhartig. |
|