نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1309 | 9 | 74 | يحلفون بالله ما قالوا ولقد قالوا كلمة الكفر وكفروا بعد إسلامهم وهموا بما لم ينالوا وما نقموا إلا أن أغناهم الله ورسوله من فضله فإن يتوبوا يك خيرا لهم وإن يتولوا يعذبهم الله عذابا أليما في الدنيا والآخرة وما لهم في الأرض من ولي ولا نصير |
| | | Zij zweren bij God, dat zij niet zeiden waarvan zij worden beschuldigd, en toch hebben zij het woord van ongeloovigheid geuit en werden ongeloovigen, nadat zij den Islam hadden omhelsd. En zij vormden een plan, maar konden het niet volvoeren; en zij vormden het niet, dan omdat God en zijn gezant hen door hunne goedheid hebben verrijkt. Indien zij zich bekeeren, zal het beter voor hen zijn; maar indien zij terugtrekken, zal God hen met eene strenge pijniging straffen, zoo wel in deze als in de volgende wereld, en zij zullen noch eenen schuts op aarde noch eenen beschermer hebben. |
|
1310 | 9 | 75 | ومنهم من عاهد الله لئن آتانا من فضله لنصدقن ولنكونن من الصالحين |
| | | Er zijn sommigen van hen die een verbond met God hebben aangegaan, zeggende: Waarlijk, indien hij ons van zijnen overvloed geeft, zullen wij aalmoezen schenken en rechtvaardigen worden. |
|
1311 | 9 | 76 | فلما آتاهم من فضله بخلوا به وتولوا وهم معرضون |
| | | Maar toen hij hun van zijn overvloed had gegeven, werden zij gierig, keerden zich om en wendden zich ver weg. |
|
1312 | 9 | 77 | فأعقبهم نفاقا في قلوبهم إلى يوم يلقونه بما أخلفوا الله ما وعدوه وبما كانوا يكذبون |
| | | Daarom liet God huichelarij in hunne harten opvolgen, tot den dag dat zij voor hem zullen verschijnen, om rekenschap te geven van hunne schending der beloften, die zij Gode hebben gedaan, en omdat zij bedriegelijk hebben gehandeld. |
|
1313 | 9 | 78 | ألم يعلموا أن الله يعلم سرهم ونجواهم وأن الله علام الغيوب |
| | | Weten zij dan niet, dat God kent wat zij verbergen en hunne onderlinge gesprekken, en dat God alle geheimen kent? |
|
1314 | 9 | 79 | الذين يلمزون المطوعين من المؤمنين في الصدقات والذين لا يجدون إلا جهدهم فيسخرون منهم سخر الله منهم ولهم عذاب أليم |
| | | Zij die de geloovigen belasteren wegens de onverplichte aalmoezen, of omdat dezen daaraan niet dan met veel moeite kunnen voldoen, en hen daarom bespotten, God zal hen bespotten en zij zullen eene gestrenge straf ondergaan. |
|
1315 | 9 | 80 | استغفر لهم أو لا تستغفر لهم إن تستغفر لهم سبعين مرة فلن يغفر الله لهم ذلك بأنهم كفروا بالله ورسوله والله لا يهدي القوم الفاسقين |
| | | Of gij al dan niet vergiffenis voor hen vraagt, het zal gelijk zijn. Indien gij zeventig maal vergiffenis voor hen vraagt, zal God hun op geenerlei wijze vergeven. Dit is omdat zij niet in God en zijn gezant gelooven; en God leidt de goddeloozen niet. |
|
1316 | 9 | 81 | فرح المخلفون بمقعدهم خلاف رسول الله وكرهوا أن يجاهدوا بأموالهم وأنفسهم في سبيل الله وقالوا لا تنفروا في الحر قل نار جهنم أشد حرا لو كانوا يفقهون |
| | | Zij die bij de expeditie van Taboec te huis bleven, waren verblijd achter den profeet te blijven, en ongeneigd hunne bezittingen en hunne personen te wagen voor den vooruitgang van Gods waren godsdienst, en zij zeiden onderling: Trek niet in de hitte op. Zeg: het hellevuur zal heeter zijn; indien zij dit maar begrepen! |
|
1317 | 9 | 82 | فليضحكوا قليلا وليبكوا كثيرا جزاء بما كانوا يكسبون |
| | | Laat hen dus weinig lachen; zij zullen des te meer weenen, als eene vergelding voor hetgeen zij hebben gedaan. |
|
1318 | 9 | 83 | فإن رجعك الله إلى طائفة منهم فاستأذنوك للخروج فقل لن تخرجوا معي أبدا ولن تقاتلوا معي عدوا إنكم رضيتم بالقعود أول مرة فاقعدوا مع الخالفين |
| | | Indien God u terugbrengt tot sommigen van hen, en zij u verlof vragen, met u ten oorlog te mogen trekken; zeg dan: Gij zult niet met mij vertrekken; nimmer zult gij een vijand met mij bekampen: het behaagde u de eerste maal te huis te blijven; zit dus thans te huis met hen die achterblijven. |
|